De Tank Cruiser Mark VIII, de Comet Mark I (A34) is een verbeterde opvolger van de Centaur / Cromwell tanks. Vanwege het hoge aantal modellen van de Centaur / Cromwell tanks, werd besloten de opvolger een nieuwe naam mee te geven, de Comet.
Bij de ontwikkeling van de Comet lag de nadruk een tank te ontwerpen met meer vuurkracht, betere bescherming en beweeglijkheid om beter opgewassen te zijn tegen de Duitse tanks. Voor bewapening van de tank werd gekozen voor een redesign van het bestaande krachtige 17 pounder kanon. Het resultaat was een nieuw kanon; een 76.2 mm (3 inch), kanon, later bekend als het 77 mm kanon, welke qua performance gelijk was aan de oude 17 pounder op de Sherman Firefly, maar deze nieuwe 17 pounder was korter en met de APDS-granaten kon het alle Duitse tanks doorboren.
Verschillende uitvoeringen:
De Comet Type A; aan de achterzijde zitten twee onafhankelijke kappen, om zo de uitlaatgassen weg te leiden van de luchtinlaatopeningen.
De Comet Type B; dit is een naoorlogse update van de Comet A34, aan de achterzijde zitten geen kappen op de uitlaat openingen, maar de uitlaten komen aan de achterzijde door het pantser heen en zijn voorzien van een visstaart-uitlaatpijpen.
De eerste Comet A36 tanks zijn in december 1944 afgeleverd bij de Britse 7th en 11th Armoured Divisions en in de laatste fase van de oorlog vanaf maart 1945 werd de tank actief ingezet bij gevechten tegen de Duitsers op Duits grondgebied. De tanks die aan het front werden geleverd werden gebruikt ter vervanging van de Sherman I (= medium tank M4). De opgedane gevechtservaring met deze tank heeft aangetoond dat het een goede en betrouwbare tank is. De Comet was de 'beste' Britse tank van WO 2 en werd daarna tot in de jaren zestig gebruikt door veel landen, waaronder Ierland (Comet I Type A), Finland (Comet I Type B), Burma (Comet I Type B), Cuba en Zuid-Afrika (Comet I Type B).
 

Foto 2. en 3. Deze (naoorlogse) Tank Cruiser Mark VIII, de (A34) Comet Mark I Type B staat binnen in het Tank Museum in Bovington (UK). De tank is in de standaardkleur en is voorzien van naoorlogse leger markings van het Britse leger. Het Britse leger had na de Tweede Wereldoorlog deze tanks in gebruik tot en met 1958. De Comet A34 is vervangen door de Centurion tank. Deze naoorlogse versie van de Comet tank beschikte over modernere apparatuur en een verbeterde beveiliging.
Overigens beschikt het Tank Museum in Bovington ook over een andere Comet A34, welke is uitgevoerd zoals die tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog is gebruikt. Helaas heb ik daar geen foto's van.
Hij doet denken aan de Comets van het Britse leger, welke in 1960 meededen de militaire parade in Berlijn, die behoorden toe aan de Queens Own Hussars. Dit is een Type B zonder zoeklicht en met rookgranaten, echter bij de Berlin parade werden er Comets van het type A gebruikt, ook de emblemen en registratienummer roepen twijvels op of ze correct zijn.
 

 

Foto 4. en 5. In het Imperial War Museum in Duxford (UK) waren twee Tank Comet Mark I tanks te zien. Deze (naoorlogse) Tank Cruiser Mark VIII, de (A34) Comet Mark I Type B was buiten te zien, nabij de entree van het IWM-museum Duxford.
De tank is in de standaardkleur en is voorzien van naoorlogse leger markings van het Britse leger. Het Britse leger had na de Tweede Wereldoorlog deze tanks in gebruik tot en met 1958. De Comet A34 is vervangen door de Centurion tank. Deze naoorlogse versie van de Comet tank beschikte over modernere apparatuur en een verbeterde beveiliging.
 

 

Foto 6. en 7. In het Imperial War Museum in Duxford (UK) waren twee Tank Comet Mark I tanks te zien. Deze (naoorlogse) Tank Cruiser Mark VIII, de (A34) Comet Mark I Type B was te zien binnen in de Land Warfare Hall van het IWM-museum Duxford.
Deze tank heeft de laatste jaren van zijn diensttijd dienst gedaan als 'proefkonijn' bij de tankontwikkelingseenheid in Chertsey (UK). Het is voorzien van de camouflage en leger tekens van het 7e Royal Tank Regiment dat op het punt stond om vanuit Hong Kong naar Korea te worden gestuurd in 1953 (de Korea oorlog was al voorbij, voor het transport plaats vond). De aanwezige legertekens, behoren toe een aan het Britse 7th Royal Tank Regiment, zoals die na de Tweede Wereldoorlog gestationeerd was in de toenmalige Britse kolonie Hong-Kong.
 

 

Foto 8. en 9. Deze Tank Cruiser Mark VIII, de Comet Mark I (A34) Type A staat in het depot in Kapellen (B), het staat tezamen met andere tanks in een loods geparkeerd in afwachting van revisie werkzaamheden. De voertuigen orden door personeel van het Belgische leger en vrijwilligers van het Brusselse Koninklijk Leger en Tank Museum onderhouden. Op de tank zijn geen leger markings e.d. aanwezig waardoor het niet bekend is bij welk legeronderdeel deze tank dienst heeft gedaan. Andere gegevens over herkomst en historie zijn mij onbekend. het is overigens de enige Comet (A34) type A welke op deze pagina vermeld staat.
 

 

Foto. 1. en 10. Deze Tank Cruiser Mark VIII, de Comet Mark I (A34) in Munster is te zien in de standaardkleur en heeft aan de voorzijde de markings van een zwarte stier en het nummer 53. Op de geschutskoepel staat een blauw vierkant en de bijnaam van de tank Ben Hur. De tank behoorde toe aan de 11th Armoured Division, bekend als de Black Bull. Deze Britse pantserdivisie, is in 1941 opgericht en verwierf grote faam tijdens de strijd aan het West-Front.
 

 

Een stukje uit de periode dat de Comet Mark I actief werd ingezet bij gevechten begint in maart 1945 in Duitsland.
Order of Battle: 11th Armoured Division, is opgebouwd uit meerdere brigades en deze zijn weer opgebouwd uit meerdere regimenten.
Daarnaast zijn er nog staf en ondersteunende eenheden. De tanks in deze divisie zijn alleen in gebruik geweest bij het 29th Armoured Brigade. Welke op zijn beurt was opgebouwd uit 23rd Hussars Regiment, 3rd Royal Tank Regiment, 2nd Fife and Forfar Yeomanry en het 8th Motor Battalion, the Rifle Brigade.
In maart 1945 trok men in Duitsland de Rijn over en veroverde de Duitse stad Lübeck op 2 mei 1945. Op 15 april 1945 werd men geconfronteerd met de wreedheden van de Nazi's toen men het concentratiekamp Bergen-Belsen bevrijde. Bij aankomst, bevonden zich in het concentratiekamp circa 60000 gevangen onder zeer slechte en onmenselijke omstandigheden. Meer dan 13000 stoffelijke menselijke resten, in diverse stadia van ontbinding lagen in en om het concentratiekamp. Eenheden van de divisie waren betrokken bij de hulp aan de gevangenen en het opruimen van de verschrikkelijke gevolgen. Na 8 mei 1945, het einde van WW II, tot hun vertrek uit Duitsland in januari 1946, verblijft de divisie als Britse bezettingsmacht in de provincie Schleswig-Holstein.
 

Foto 11. en 12. Deze post-war Comet Mark I (A34) Type B in Saumur (F) is voorzien van camouflage kleuren en heeft aan de voorzijde de markings: 67 en een zwarte vogel in een geel vierkant, op de geschutskoepel staat een gele driehoek met het cijfer 2.
De tank behoorde toe aan het 50th Royal Tank Regiment dit is af te leiden van de marker met de vogel, het symbool van dit regiment. Het rode vierkant met daarin 67 is een unit marker. De tank in Saumur is iets minder compleet dan het exemplaar in Munster, o.a. het boordgeschut ontbreekt.
 

 

De 50RTR is in Bristol, april 1939, opgericht en is slechts zeven jaar later opgeheven. In die korte periode bouwde het een reputatie op en vestigde een niet te evenaren record: de 50RTR heeft in de oorlog 95% van de tijd, daadwerkelijk actief deelgenomen aan de strijd op de slagvelden.
Als onderdeel van het 23rd Armoured Brigade vertrokken zij in juli 1942 uit Engeland en gingen naar het Midden-Oosten en werden na aankomst direct ingezet bij de gevechten bij El Alamein. Waar het 50th RTR tezamen met het 44th en het 46th RTR vochten.
Tijdens de achtervolging van de Duitse en Italiaanse troepen tot aan Tunis is het bataljon 50th RTR hernoemt en verkreeg het de status van "Regiments Group" het enige Britse Regiment Group in Noord-Afrika.
Het vocht in Medenine en in Mareth tegen het Duitse Afrika Korps,15de Panzer Division. Bij Wadi Akarit was de brigades zijn laatste slag in zuidelijke richting, waarna het in Chaffar vocht, het laatste te nemen obstakel voordat het 50th RTR in Sfax was. Daarna Sicilië, Italië en Athene tot aan het einde van de oorlog.