Foto 1. Gezien de ervaring van het Duitse leger aan het Oostfront in de winter van
1941/42, was er een sterke behoefte aan een rupsvoertuig voor transport van mensen, materiaal en artillerie.
O.a. de bevoorrading van de troepen was i.v.m. sneeuw, modder en moeilijk begaanbaar terrein, een groot probleem.
Door de firma Steyr, Daimler Puch AG werd snel een "Vollkettenfahrzeug" naar het voorbeeld van de
Russische Stalinez 65 ontwikkeld, met de goedkeuring van Hitler. Bij het ontwerp is men uitgegaan van een
"bodem vrijheid"in de orde van 60-70 cm, d.w.z. de vrije ruimte tussen onderkant chassis en de grond.
De Raupenschlepper Ost (RSO) werd geproduceerd, zeg maar een kleine vrachtwagen gebouwd op het chassis van een
klein rupsvoertuig. De Steyr 1500 LKW, vrachtwagen diende als basis voor de opbouw. Afmetingen: 4,4 m lang, 2 m
breed en 2.5 m hoog. Aangedreven door een acht cilinder Steyr-Motor, bereikte de RSO een snelheid van 17,2 km/u.
Het gewicht van het voertuig was 5.500 kg en de maximale lading was 1.500 kg. In september 1942 begon de
serieproductie van de Raupenschlepper Ost, die ook bij andere bedrijven (Klöckner-Humboldt-Deutz AG,
Gräf & Stift, Auto Union) in licentie gebouwd is. Op foto 1. staat links de RSO/01 welke te zien is in
het Auto & Technik Museum in Sinsheim (D)..
Foto 2. In 1943 werd er onderzoek gedaan naar het gebruik van de RSO voor het transport
van artillerie geschut, 7,5 cm PaK 40. Een dekzeil als camouflage moest tijdens het transport het geschut
afschermen en de bestuurdersplaats werd van extra bepantsering voorzien. Begin oktober 1943 werd deze constructie
ter goedkeuring aan Hitler getoond. In grote aantallen is deze constructie echter nooit gebouwd. Een probleem
was dat de RSO als `Sturmgeschütze` aan het front werd ingezet, waarvoor het eigenlijk niet geschikt was.
Er zijn diverse prototypen voertuigen op basis van de RSO gebouwd, o.a. een ambulance-uitvoering voor
ziekenvervoer aan het oostfront en een amfibie uitvoering. Maar ook als trekker voor een oplegger
(Sattelschlepper), welke o.a. werd gebruikt voor troepentransport van +/- 50 personen.
Ook de "Gebirgstruppen" maakte goed gebruik van de RSO. Op hun verzoek werd er een kleinere versie, de
"Gebirgsraupenschlepper (RSG)"ontwikkeld. De RSG was uitgerust met een door in 1940 het Belgische leger gebouwde
7,5-cm "Gebirgshaubitze 34" (Berghouwitser). Hiervan zijn er maar zeer weinig van gebouwd. De bewapende
uitvoeringen van de Raupenschleppers Ost toonde snel aan dat voor zulke taken de motor niet sterk genoeg was. De
troepen waren niet echt tevreden over de RSO's, dit had te maken met de performance van de motor van de RSO's,
een lage snelheid en lawaaierig. Daarop werd een RSO ontwikkeld met twee naast elkaar geplaatste motoren, deze
is echter niet in productie genomen. De RSO met Pak geschut is in gebruik geweest bij de Panzerjäger afdelingen
en de Ski Jager. In de oorlog zijn er in totaal, Inclusief alle uitvoeringen van de RSO, ca. 28.000 exemplaren
geproduceerd.
Op de RSO zijn er meerdere type bewapening gemonteerd, zoals de 75 mm Pak 40/4 L/46 en de 88 mm: PzJag K43/1,
PzJag K43/2, en de PzJag K43/3.
Foto 3. en 4. Deze Raupenschlepper Ost/04 (RSO/04) is te zien in het Panzermuseum in
het Duitse Munster. Op de RSO staat een PaK (Panzerabwehr Kanone) 75 mm Pak 40/4 L/46. De RSO draagt de
camouflage kleuren van het Duitse Afrika Korps. Anders dan het kenteken van de Wehrmacht (WH-03175) zijn er geen
leger markings aangebracht, waardoor historie en gebruik van het voertuig onbekend zijn.
Van de 60 exemplaren RSO's met PAK 40, beschikten de Panzer Jager Abteilungen 743, 744 en het 18de Abteilung
Panzergrenadier ieder over 14 exemplaren RSO's en 7 exemplaren RSO's werden gegeven aan 1st Brigade Ski-Jager.
Foto 5. Deze Raupenschlepper Ost/03 (RSO/03) staat in het Luxemburgse Nationaal
Militair Historisch Museum in Diekrich. Het is een zeldzame Duitse RSO/03 " Raupenschlepper Ost", gebouwd in
1944 door " Kloecker-Humbold-Deutz Werke".
Het is opgebouwd uit minimum aan onderdelen, had het gebruikelijke motor vermogen dat geschikt is voor elk
terrein. Zijn beperkte snelheid was 17 km/u als maximum. De basis van dit gerestaureerde voertuig werd gevonden
in Duitsland en verkeert in een slechte staat. De ontbrekende mechanische delen werden gemaakt in Luxemburg. Een
opleidingseenheid van de Duitse Bundeswehr in St.-Wendel renoveerde deze interessante " veteraan" tijdens
talloze uren van zeer specifieke (vrijwilligers) werk.
De RSO/03 werd gewoonlijk gebruikt als trekkend voertuig voor lichte artilleriestukken, zoals bijvoorbeeld het
veld houwitser l.FH 18 (10.5 cm).