De Panzerjäger, 'Marder III', is een tank destroyer (Duits = Panzerjäger), welke voornamelijk defensief werd
ingezet. De Marder III is gebaseerd op de in Tsjecho-Slowakije gebouwde Panzerkampfwagen 38(t).
De opbouw is redelijk open, dit was met name het zwakke punt. Het maakte de tank en haar vier koppige bemanning
kwetsbaar bij vijandelijke aanvallen, het dunne pantser was ook geen echte bescherming voor tank en bemanning.
Als aanvalswapen was dit type tank destroyer dus minder geschikt en dit werd versterkt door zijn relatief hoge
silhouet. Daar komt nog bij dat de Marder III niet over een draaibare geschutskoepel beschikt. Het 75 mm kanon
kan wel 30° verdraaid worden, maar niet genoeg voor een aanval op andere tanks. Het voordeel van de Marder III,
was dat het effectieve bereik van het 75 mm kanon groter was dan die van de meeste Geallieerde tanks. Mechanisch
en motorisch gezien was de tank zeer betrouwbaar.  
Vanaf november 1942 tot aan april 1943, maakte BMM 243 exemplaren van de 'Marder III', Ausf. H. Daarnaast zijn
er nog eens 175 exemplaren van bestaande Panzer 38(t) tanks omgebouwd tot de 'Marder III', Ausf. H, Panzerjäger.
De 'Marder III', Ausf. H, word vanaf eind 1942 voornamelijk ingezet bij Panzerjäger Abteilungen van de Wehrmacht
Heer en de Waffen SS. De tank is vanaf eind 1942 voornamelijk aan het Oost Front ingezet, in mindere aantallen
ook in Afrika (Tunesië) en in Europa, eerst in Italië en later ook aan het West Front.
De 'Marder III';, Ausf. H werd vanaf de zomer van 1943 bij meerdere leger onderdelen van de Wehrmacht Heer en de
Waffen SS ingezet, maar ook bij de Wehrmacht Luftwaffe. Naast de inzet bij de Panzerjäger Abteilungen, zie
je ze ook terug bij de Infanterie en Panzer Grenadier Divisies. Een achttien exemplaren zijn in april 1944
verkocht aan Slowakije en deze zijn daar ook in gebruik geweest.
Na WW II zijn een aantal overgebleven Marder III tanks terug gegaan naar Tsjecho-Slowakije waar ze opgenomen
werden in het leger.  
Er zijn van de Panzerjäger, 'Marder III', drie verschillende uitvoeringen. Te weten;
Sd.Kfz. 139, 'Marder III'
Gebaseerd op een Panzerkampfwagen 38(t) Ausf. G (177 stuks) en Ausf. H (167 stuks).
Geschutskoepel is vervangen door een vaste een zeer hoge opbouw.
Bewapening: 7.62 cm PaK 36(r), is een veroverde Soviet 76.2 mm PaK 36(r) L/51 anti-tank kanon en
aangepast voor het Duitse 75 mm PaK 40 munitie.
Totaal aantal gemaakt: 363 stuks, waarvan 19 stuks ombouw van bestaande tanks.
Sd.Kfz. 138, 'Marder III' Ausf. H
Ausf. H (Heckmotor): het kanon en de daarbij behorende opbouw, zitten in het midden.
Bepantsering: ontbreekt aan boven- en achterzijde van de opbouw.
Bewapening: 75 mm kanon en een Tsjechische MG37 machinegeweer.
Totaal aantal gemaakt: 418 stuks
Sd.Kfz. 138, 'Marder III' Ausf. M
Ausf. M (Mittelmotor) het kanon en de daarbij behorende opbouw, zitten achterop de tank.
Bepantsering: ontbreekt alleen aan de bovenzijde van de opbouw.
Bewapening: 75 mm kanon en een Duitse MG34 of MG42 machinegeweer.
Bij deze uitvoering is er geen beschermende dakplaat.
Totaal aantal gemaakt: 975 stuks
Foto 1. en 2. Deze Marder III Ausf. H,is te zien in het Auto en Techniek Museum in
Sinsheim (D). Bewapend met de 75 mm PaK40 Anti-Tank kanon, kwam deze in actie in Panzerjäger Abteilungen aan het
Oostfront, Noord-Afrika en Italië in 1943.
Deze Panzerjäger Abteilungen waren ondergebracht in een Panzer Regiment of in een Panzer Infantry Regiment,
bekend als Schützen Regiment en later als Panzer Grenadier Regiments na de invasie in Rusland. De Panzer
Regiment en Panzer Infantry Regiment, zijn op hun beurt weer waren ondergebracht in en Panzer Division. Iets
meer over de aanwezige markeringen op de tank.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking:
322: Aan beide zijden staat het no. 322. Het nummer 322 staat voor,
3de Kompanie (compagnie) , 2de Zug (peloton), 2de voertuig in het peloton.
Division marking:
Gele cirkel met T: Zie de marker op de rechter voorzijde. Het gele symbool is een unit marker
van de 24ste Panzer Divisie en als onderdeel daarvan in het Pz.Rgt. 24 of in het Schützen Rgt 21 of 26.
Overigens is de 24ste Panzer Divisie in april 1945 ophouden te bestaan.
Tactical marking:
(Taktische Zeichen) Witte ovaal met T: De witte ovaal geeft aan dat het om een rupsvoertuig
gaat en de witte T geeft aan dat het om een anti-tank wapen gaat. Het geeft veelal ook met aangevulde
symbolen aan bij wat voor 'soort' leger onderdeel het is ingedeeld. Om deze reden werd vanaf D-Day dit
symbool vaak verwijderd, om zo o.a. het Franse verzet van informatie te onthouden.
National Insignia:
Kruis (zwart-op-wit) aan beide zijkanten, dit is een van de vier
gebruikte varianten van het Duitse "Balkankreuz". Het geeft aan dat het een voertuig is van de Duitse
Wehrmacht Heer of van de Duitse Waffen SS.
Het Duitse 24. Panzer Division is in november 1941 opgericht in Oost-Pruisen, het voortgekomen uit de 1.
Kavallerie-Division.
Het vertrok in april 1942 naar het al door de Duitsers bezette Frankrijk. In juni 1942 is het naar het Oostfront
gestuurd, om in de zuidelijk sector te vechten tegen het Rode Leger. Het verbleef daar totdat het vrijwel geheel
was uitgeschakeld door het Rode Leger bij Stalingrad. In maart 1943 worden de restanten van de divisie werden
naar Frankrijk gestuurd om op rust te komen en de divisie op sterkte te brengen. Vervolgens, werd de divisie
naar Italië gestuurd totdat het Italiaanse leger zich overgeeft aan de Geallieerden.
In oktober 1943 is de divisie wederom actief aan het Oost Front in de Oekraïne en lijdt zware verliezen bij de
gevechten tegen het oprukkende Rode Leger. Het moet zich terugtrekken uit de Oekraïne en probeert in Hongarije
en Slowakije het oprukkende Rode Leger te stoppen zonder resultaat. Het werd overgeplaatst naar Oost-Pruisen
waar het zich overgeeft aan het Rode Leger in mei 1945.