De Panzerkampfwagen I, afgekort tot Panzer I, was de eerste Duitse tank die in grote aantallen is gebouwd.
Het prototype van de Panzer I is ontworpen door Krupp onder de code naam 'Landwirtschaftlicher Schlepper' en
'Light Agricultural Tractor'. Op deze manier werd de boycot voor het bouwen van tanks door Duitsland, na afloop
van WW I, ontdoken.
De Panzer I, die oorspronkelijk als trainingstank is ontwikkeld, beschikte slechts over twee lichte machine
geweren, kaliber 7,92 mm. Ook was de dikte van de bepantsering aan de dunne kant.
In 1934 deed de tank zijn entree bij het Duitse leger en was vanaf toen in grote aantallen te zien bij de
parades in Nazi-Duitsland. De Panzer I kwam voor het eerst in actie tijdens de Spaanse Burgeroorlog en deed
vervolgens dienst tijdens de eerste oorlogsjaren. De Panzer I was ruim vertegenwoordigd in september 1939
tijdens de Blitzkrieg in Polen en in de zomer van 1940 bij de Blitzkrieg in West-Europa. De meeste Britse en
Franse tanks waren echter in 1940 al een stuk sterker en moderner dan de Duitse Panzer I.
Eind 1940 werd de Panzer I tank niet meer ingezet, echter het leven van de Panzer Befehlswagen 1B ging wel
verder.
Toen Duitsland in juni 1941 de Sovjet Unie binnenviel, waren er nog 74 exemplaren van de Befehlswagen actief bij
de Panzer Divisions.
Door zijn dunne pantser en beperkte vuurkracht van de twee machine geweren liep het tijdens de Blitzkrieg in
West-Europa een groot risico. Een andere beperking was het feit dat de Panzer I door slechts twee man bediend
werd en er slecht een radio-ontvanger aan boord was. Er was geen plaats voor een radio zender.
Als gevolg van deze beperking was het nodig dat er een aparte tank nodig was voor de radio communicatie en voor
het commando voeren over een formatie tanks. In 1935 kregen de Panzer bataljons de beschikking over een speciale
commando tank, de Panzer Befehlswagen. Zo beschikten de commandanten van de Duitse tankformaties over een
gepantserd voertuig dat zich goed in het terrein kon voortbewegen en was uitgerust met de juiste
radio-apparatuur.
De Panzer Befehlswagen beschikt over een verhoogde opbouw op plaats waar normaal de toren c.q. koepel zit. Bij
de eerste modellen bestond het dak van de opbouw uit twee opklapbare delen. Bij de latere modellen is er op het
dak een vaste kleine koepel (ring) geplaatst met zichtgaten voor de commandant. Het chassis van de Panzer
Befehlswagen is iets verlengt en het achterste wiel bij de tracks is iets hoger geplaatst.
De extra verkregen ruimte was hard nodig voor de derde man die de radiozender en ontvangst installatie moest
bedienen.
De tank biedt plaats aan drie personen en de bewapening bestaat uit een enkele machine geweer type MG 34,
kaliber 7,92 mm.
Het lichte machine geweer is bevestigd aan de voorzijde van de opbouw, middels een bevestiging die bekend staat
als een ' ball-mount'. Bij latere modellen is er een extra pantserplaat bevestigd aan de voorzijde van de
opbouw.
Dit was nodig gebleken bij de gevechtservaring die men had opgedaan tijdens de Blitzkrieg in Polen. Als commando
tank was de Panzer Befehlswagen succesvol en heeft als commando tank nog dienst gedaan tot aan eind 1942, bij de
grotere Duitse divisies.
Vervolgens deden de tanks dienst als observatie tank bij de Duitse artillerie-
eenheden en er is er ook een omgebouwd tot een ambulance voertuig.
Foto 1. en 2. Deze Panzer Befehlswagen I, Ausf. B is te zien in het Tank Museum in
Bovington (UK). Deze Panzer Befehlswagen is in Noord-Afrika in Britse handen gekomen. Opmerkelijk is de schade
van treffers in de toren, deze is ontstaan nog voor de tank in Britse handen viel. De tank arriveerde in Tripoli,
Libië, op 10 maart 1941 en deed dienst bij het Duitse 5th Panzer Regiment, als onderdeel van het 21st
Panzer Division. Deze Panzer Befehlswagen is voorzien van de Duitse leger tekens (markings) van het 21st Panzer
Division.
Nadat de tank in Britse handen is gekomen, is het vervoerd naar Groot-Brittannië en onderzocht op de Tank
Technology school in Farnborough. Het onderzoek is in 1943 volbracht nadat het uitvoerig is getest in
Farnborough.
Opvallend is het extra bevestigde pantser aan de voorzijde, een resultaat van de opgedane ervaringen in Polen in
1939.
Deze Panzer Befehlswagen 1, Ausf. B is de enige overgebleven tank van zijn soort die voorzien is van een deze
extra bevestigde pantserplaat aan de voorzijde. De Duitse leger tekens (markings) op deze Panzer Befehlswagen I,
Ausf. B in Bovington.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit Marking:
I 03 (zwart met witte
omlijning). De sein-officier van het eerste bataljon van een panzer regiment zijn tank heeft het nummer
"I 03".
Het tweede bataljon heeft tanks met bijvoorbeeld nummer "II 01", etc.
Andere tanks met officieren beschikten over hogere nummers, in het algemeen: 01 commandant van het bataljon. 02 1ste officier van het bataljon. 03 sein-officier van het bataljon. 04 ordonnans officier van het bataljon.
National Insignia:
Ontbreekt: Kruis (zwart-op-wit) aan beide zijkanten, dit is een van
de vier gebruikte varianten van het Duitse "Balkankreuz". Het geeft aan dat het een voertuig is van de
Duitse Wehrmacht Heer of van de Duitse Waffen SS.
De oorlog tussen de Geallieerden en de Duitser en Italianen, in de woestijnen van Noord-Afrika duurde van 1941
tot en met 1943. In 1941 was het 5. leichten Division (Afrika Division), een van de onderdelen van het Duitse
leger in Afrika. Het 5. leichten Division beschikt in 1941 over circa 150 tanks waarvan er zo'n 130 stuks
operationeel waren. In de zomer van 1941 bereikt het de omvang van een Duitse f en zo ontstond op
1 augustus 1941 het 21. Panzer Division.
We maken nu eerst een stapje terug voor de oorlog, naar april 1935. Het Duitse Panzer-Regiment 5 "Wünsdorf"
genaamd, is dan een onderdeel van het 3. Panzer Division. Het Panzer-Regiment 5 bestaat dan uit twee Panzer
Abteilungen. Iedere Panzer Abteilungen is opgebouwd uit vier compagnieën en een staf. In 1940 is het betrokken
bij de Blitzkrieg in Nederland, Belgiƫ en in Frankrijk. In het voorjaar van 1941 vormt het Panzer-Regiment 5
geen onderdeel meer van het 3. Panzer Division. Het werd in februari 1941 naar Noord-Afrika gestuurd.
Het Panzer-Regiment 5 vormde in Noord-Afrika de basis van het 21. Panzer Division, welke op zijn beurt een
onderdeel was van het Duitse Afrika Korps. In 1941 beschikte het Panzer-Regiment 5 over; 17 stuks Panzer IV,
Ausf. D, 3 stuks Panzer IV, Ausf. E, 75 stuks Panzer III, 45 stuks Panzer II en 25 stuks Panzer I Ausf. B tanks.
Daarnaast beschikte het Panzer Regiment over een onbekend aantal Panzer Befehlswagen I. Op 19 december 1941 zijn
er een aantal tanks vervangen door Panzer IV, Ausf. F1 tanks met een 7,5 cm kort kanon. Het Panzer-Regiment 5
nam deel aan de aanvallen op Egedabia en Mechili en de verovering van Tobruk.
In 1942 heeft het 21. Panzer Division en daarbij dus ook het Panzer-Regiment 5 extreem zware verliezen geleden
bij de tweede slag om El Alamein. Het wist slecht vier tanks te behouden, de overige werden uitgeschakeld of
achter gelaten. In februari 1943 weten ze nog wel een overwinning te behalen op het Amerikaanse leger bij de
strijd om de Kasserin pas. Op 13 mei 1943 gaf het gehele Duitse Afrika Korps zich over in Tunesië aan de
Geallieerden. Nog datzelfde jaar werd in Frankrijk, op 15 juli 1943, wederom een geheel nieuwe 21. Panzer
Division opgericht. Dit maal zonder een Panzer-Regiment 5, op 13 mei 1943 was definitief het einde voor hen.