Leichter Schützenpanzerwagen Sd.Kfz. 250.
 
  Type: Half track
(Schützenpanzerwagen)
Sd.Kfz. 250
Leichter Schützenpanzerwagen Sd.Kfz. 250, Baugnez (B).
  Contents:
  1. Algemeen.
    1.1 De verschillende uitvoeringen.
  2. Leichter Schützenpanzerwagen in Baugnez (B).
    2.1 Het bloedbad in Baugnez nabij Malmedy (B)
    2.2 Het Duitse 1.SS Panzer Division.
  3. Technische Specificaties:
  4. Externe Links.
    Foto 1. De leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250/5 in Baugnez (B).
1. Algemeen:

De Sd.Kfz. 250 is een Duitse half-track, of zoals de Duitsers het noemen een leichter Schützenpanzerwagen, welke plaats bood aan zes personen; de bestuurder, de commandant en vier manschappen. Vergeleken bij de Amerikaanse half-tracks, is Sd.Kfz. 250 minder wendbaar en hebben de voorwielen geen (motor) aandrijving. Voor de mobiliteit van het Duitse leger was de Sd.Kfz.250 een hele verbetering t.o.v. de op banden rijdende gepantserde voertuigen. Het was mede een populair voertuig, omdat het zowel op de weg als in het terrein goed uit de voeten kon. De standaard bewapening bestaat uit een of twee machine geweren, type MG34. Later zijn er ook uitvoeringen gemaakt die werden uitgerust met een licht 20mm of 37mm en zelfs 75mm kanon. Na de Tweede Wereldoorlog is de productie van de Sd.Kfz.250 in o.a. Tsjechië doorgegaan tot in de vijftiger jaren, de laatste heeft tot in 1970 dienst gedaan.

 
1.1 De verschillende uitvoeringen:
Er is een oud model, de Sd.Kfz.250 (Alte) en een nieuw model, de Sd.Kfz. 250 (Neu). Daarnaast zijn er twaalf standaard uitvoeringen en twee afgeleide modellen. Van een aantal modellen bestaan er ook nog verschillende versies. Het gaat om de serie Sd.Kfz. 250 t/m Sd.Kfz. 250/12 en de afgeleide modellen Sd.Kfz. 252 en de Sd.Kfz.253.
De Sd.Kfz. 250 (Alte):
In 1939 gaf het leger de opdracht om een terrein verkenningsvoertuig te ontwikkelen geschikt voor zes personen. Bössing-NAG ontwikkeld het gepantserde koetswerk en Demag maakte het chassis welke op Sd.Kfz. 10 was gebaseerd. Het werd gebouwd op een aangepast chassis van de Demag D7. Het chassis werd verkort en van het voorste wiel werd de torsiebar verwijderd. Het voertuig kon een lading van 2 ton vervoeren. Door de vertragingen in de productie lukt het pas om in juni 1941 te beginnen, er zijn toen negenendertig voertuigen geproduceerd. Vanaf juni 1941 tot oktober 1943 zijn er slecht kleine aanpassingen geweest op het basis ontwerp.
De Sd.Kfz. 250 (Neu):
De belangrijkste reden om het oude model te vereenvoudigen en te verbeteren, was de complexe en tijdrovende bouw van het koetswerk, dat ondermeer was opgebouwd uit negentien pantserplaten. In oktober 1943 begon de bouw van de vereenvoudigde Sd.Kfz. 250 (Neu), het aantal pantserplaten werd verminderd tot 9. Tevens zijn er aan de zijkant boven de tracks opslag ruimtes gemaakt.
 
2. De leichter Schützenpanzerwagen in Baugnez (B).
Leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250 in Baugnez (B).
Foto 2. De leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250/5 in Baugnez (B).
Foto 1. t/m 3. Deze leichter Schützenpanzerwagen heeft van 2007-2009 in het Belgische museum Historical Center Baugnez 44 in Baugnez (B) tentoongesteld gestaan. Het Historical Center Baugnez 44 is geopend op 17 december 2007. Er zijn 3000 originele voorwerpen van het Ardennen Offensief te zien. De zakenman Fabien Steffens en zijn zoon investeerden bijna 2 miljoen Euro in dit project.
Een van "highlights" was een Schützenpanzerwagen Sd.Kfz. 250, een Duitse krant melde ten onrechte hierover dat dit exemplaar, wereldwijd, de enige originele en overgebleven exemplaar is, met een geschatte waarde van 1 miljoen Euro. Dit is een onterechte melding, gezien het feit dat er vandaag de dag er zeker nog een tiental exemplaren bestaan, zowel in musea als in privé bezit.
Het heeft een plaats in het museum omdat een dergelijk voertuig een rol heeft gespeeld bij het bloedbad in Baugnez nabij Malmedy.

Het is een nieuw model Schützenpanzerwagen SdKfz 250, het zou gaan om een "samengestelde" SdKfz 250/5 uitvoering.
Het chassis is afkomstig uit Frankrijk en de opbouw is van een SdKfz 250/5 en is afkomstig van de Weald Foundation van Mike Gibb. Vervolgens is het voertuig is samengesteld en afgebouwd door de Britse SDKFZ association.
De leger markings op de leichter Schützenpanzerwagen:
  Unit marking: Ontbreekt, bijvoorbeeld: 1022: Aan beide zijden staat het no. 1022. Het nummer 1022 staat voor, 10de Kompanie (compagnie) , 2de Zug (peloton), 2de Fahrzeug (voertuig) in het peloton.
  Division marking: Ontbreekt, bijvoorbeeld: Sleutel in wapenschild is de division marking van het 1. SS Panzer Division, 'Leibstandarte Adolf Hitler'.
  Tactical marking: Ontbreekt, Taktische Zeichen, op de voorzijde van de half -track een wit gekleurd symbool. Een wit silhouet symbool van een half-track met daarnaast het cijfer 10 geeft het voertuigtype aan en een drietand vork geeft het wapentype aan. Het cijfer 10 verwijst naar het 10. Kompanie. Het Taktische Zeichen werd vanaf D-Day vaak verwijderd, om zo de Geallieerden van informatie te onthouden.
  National Insignia: Kruis (zwart op wit) aan beide zijkanten, dit is een van de vier gebruikte varianten van het Duitse "Balkankreuz". Het geeft aan dat het een voertuig is van de Duitse Wehrmacht Heer of van de Duitse Waffen SS.
  Nummerplaat: SS 929326 staat voor Waffen SS, benadrukt nog eens dat het niet om een voertuig gaat van de Wehrmacht Heer.
 
Leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250 in Baugnez (B).
Foto 3. De leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250 in Baugnez (B).
2.1 Het bloedbad in Baugnez nabij Malmedy (B).
In december 1944 ging het Duitse tegenoffensief, operatie Wacht am Rhein, in de Ardennen van start. Er is toen een bloederige strijd geweest tussen de Waffen SS en een colonne met onervaren Amerikaanse soldaten van Battery B van de 285th Field Artillery Observation Battalion. Na de ongelijke strijd gaven de Amerikanen zich over en werden verzameld in een veldje. Kort samen gevat probeerden een aantal van hen te vluchten, zij werden gedood. Daar opvolgende handelingen zijn een onderwerp van veel discussies, in ieder geval zijn er een onbekend aantal en niet bewapende Amerikaanse soldaten in koele bloede neergeschoten met machine geweren van Panzer IV tanks. Daarop volgend zijn de nog in leven zijnde soldaten middels een of meer schoten als nog gedood door de SS-ers. Het totaal aantal gedode en gewonde Amerikaanse soldaten is niet met 100% zekerheid bekend. Een veertigtal Amerikaanse soldaten heeft het overleefd. De gehele afwikkeling in het naoorlogse proces is nog steeds een onderwerp van discussie, propaganda en aannames.
 
2.2 Het Duitse 1.SS Panzer Division.
De oorsprong van deze divisie van de Waffen SS gaat hand in hand samen met de opkomst van Adolf Hitler in 1924. Zijn partij de NSDAP kende een eigen orde dienst die eenvoudig gezegd in 1925 overging in zijn persoonlijke beveiliging groep, de Schutzstaffel (de SS).
In 1933 verkreeg Josef "Sepp" Dietrich de leiding over de Schutzstaffel (de SS) en zette een SS organisatie op die onder andere bestond uit een Waffen SS en de SS Sonderkommando's. Kort samengevat, komt uit het SS Sonderkommando, de Leibstandarte Adolf Hitler voort. In 1938 word het een gemotoriseerde infanterie eenheid, die o.a. bij de inval van Polen was betrokken. In 1941 word het omgevormd tot een divisie van de Waffen SS, die actief is aan het Oost Front. Inclusief Roemenië, Joegoslavië en Griekenland. In 1942 word het vervolgens omgevormd tot een SS-Panzer-Grenadier-Division. Deze is dan tot met 1943 wisselend actief aan het Oost Front en om zich te herstellen word het een aantal keren terug getrokken. O.a. na de slag om Kursk word het verplaatst naar het West Front en Italië. Na een kort verblijf in Italië, gaat het als het 1st SS Panzer Division "Leibstandarte Adolf Hitler" terug naar het Oost Front.
In mei-juni 1944 bevind het zich in België om op sterkte te komen. Als gevolg van de Geallieerde invasie word het naar Normandië gestuurd en raakt betrokken bij de gevechten rond Caen. Juni 1944 D-Day, de divisie raakt betrokken bij de Britse operatie Goodwood om Caen in handen krijgen, succesvol weet de divisie de Britse aanval af te slaan.
Augustus 1944, de divisie neemt deel aan de Duitse aanval op de Geallieerden, in een poging de Geallieerden in Normandië terug te drijven richting de kust.
Deze aanval, die bekend staat als de strijd om de zak van Falaise bekend het einde van vrijwel een geheel Duits leger korps met veel doden, gewonden en krijgsgevangenen. Slecht kleine aantallen Duitsers wisten ter nauwer nood te ontkomen, via de corridor des doods nabij Mont Ormel. Eenheden van het Duitse leger die wisten te ontkomen uit de Falaise Pocket trokken zich snel terug richting Duitsland. Het word wederom weer voorzien van materiaal en 'verse' troepen. Dit maal om mee te doen aan Operatie Wacht am Rhein, ook bekend als de Slag om de Ardennen. December 1944, neemt de divisie in de Ardennen deel aan operatie Wacht Am Rhein.
Deze aanval vanuit Luxemburg en de Eifel op de Geallieerden, luidt de eerste fase in van de Slag om de Ardennen.
Januari 1945 weten de geallieerden de Duitsers uit België en Luxemburg te drijven, de divisie verblijft dan kort in de Duitse Eifel.
In winter 1945 gaat de divisie naar het Oost Front terug om tegen de optrekken legers van de Russen in Hongarije te vechten.
Het is bij Budapest in actie gekomen om een Russische inname van de stad te voorkomen. Na zware gevechten word Budapest opgegeven en het vertrekt men spoorslags naar Oostenrijk. De restanten van wat eens de trots was van de Duitse Waffen SS geeft zich grotendeels over aan het Amerikaanse leger in Oostenrijk. Echter een deel van de divisie zit in de regio van Berlijn en tekent uit eindelijk de formele overgave bij de Britten.
Na de processen en de berechting door het Geallieerde tribunaal in Neurenberg, verliezen alle soldaten die dienst hebben gedaan bij de SS hun burgerrechten, waaronder hun pensioensrechten, wegens ernstige oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.
Note: De echte fanatieke en geselecteerde SS-ers waren voor 1943 al lid bij de SS. Als gevolg van zware verliezen werd de drempel om bij de Waffen SS te komen aanzienlijk verlaagt en soms werd men vrijwillig verplicht van de Wehrmacht over geplaatst naar de Waffen SS.
Ook waren er Duitsers die door de rechter waren veroordeeld en vervolgens als soldaat dienst moesten doen bij SS straf bataljons.
In de 1. SS Panzer Divisie zaten tankcommandanten die berucht waren wegens hun succes tegen Geallieerde tank divisies, echter de totale balans opmakende, verdient deze divisie zowel uit militair strategisch punt als uit oogpunt van oorlogsmisdaden geen begrip of sympathie.
 
3. Technische Specificaties:
  Ontwerp: Opdracht voor ontwikkeling is gegeven in 1939.
  Geproduceerd in: Duitsland.
  Fabrikant: Bössing-NAG, Weserhütte, Wumag, Wegmann, Evans-Pistor, Richter en Deutsche Werke.
  Geproduceerd: (Altes model): Vanaf juni 1941 tot oktober 1943.
(Neues model): 1943 - 1945.
  Aantal geproduceerd: (Altes model): 4250 exemplaren.
(Neues model): 2378 exemplaren.
  Bemanning: Zes personen, commandant, bestuurder en vier manschappen.
  Gewicht: (Altes model): 5,8 ton.
(Neues model): 5,38 ton.
  Afmetingen: (Altes model): LxBxH= 4,56 x 1,95 x 1,66 m.
(Neues model): LxBxH= 4,61 x 1,95 x 1,66 m.
  Dikte bepantsering: (Altes model): 10 - 14,5 mm.
(Neues model): 10 - 15 mm.
  Motor: Benzine motor, 6 cylinder 4,17 liter Maybach HL42 TRKM, 100 pk.
  Maximale snelheid: 65 km/u.
  Maximaal bereik: 350 km.
  Bewapening: Machine Geweer MG 34.
 
4. Externe Links:
  Topic 1. Informatie over de Duitse leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250 in het algemeen.
  Topic 2. Locatie van de leichter Schützenpanzerwagen, Sd.Kfz.250/5 in Baugnez (B).
Het Historical Center Baugnez 44 in Baugnez (B).