De Amerikaanse medium tank M4A4, is vrijwel gelijk aan de M4 uitvoering. Met een groot verschil, het chassis is 6
inch (15,24 cm) langer dan het chassis van de M4. Het langere chassis is nodig doordat er in de M4A4 een motor is
geplaatst die is samengesteld uit vijf stuks, zes cilinder motoren. Doordat het chassis iets verlengt is, beschikken
de rupstracks over 83 i.p.v. 79 elementen, zgn. 'shoes'.
Zoals bij de M4 het geval is, zijn er van de M4A4 uitvoeringen van de eerste en latere productie series.
Alle M4A4's beschikken over een 75 mm kanon en hebben aan de voorzijde een 'neus' bestaande uit drie
delen die door middel van bouten zijn gemonteerd.
De 'early models' beschikken 75 mm kanon type M3, welke is bevestigd in een kanonbevestiging van het type
M34. De 'late models' beschikken over een kanonbevestiging van het type M34A1 en hadden periscopen i.p.v.
kijkgaten aan de voorzijde. De late models zijn in 1943 in productie gegaan.
De Sherman Firefly Vc is o.a. gebaseerd op de M4A4, waarbij o.a. het kanon werd gewijzigd door een 17
pounder kanon.
Via het Lend Lease programma leverden de Verenigde Staten aan diverse Geallieerde landen defensie materiaal,
waaronder de medium tank M4A4 aan het Canadese leger, het Britse leger en een beperkt aantal aan het Franse 'Free
French' leger. De levering aan de Fransen geschiede niet op tijd, waardoor het Free French Army pas enige tijd na
D-day in Normandië werd ingezet.
Foto's 1. en 2. Deze Canadese M4A4 medium tank, met de bijnaam Argyle staat
in Oosterbeek, bij het Airborne Museum Hartenstein. Deze M4A4 beschikt over 16½ inch tracks met VVSS
suspension, rubber Chevron blokken op de trackpads en duckbills (track verbreders). Het boordgeschut
(mitrailleurs) ontbreken. De markings op de tank.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
ARGYLE, voertuigen kregen vaak een bijnaam, kan verwijzen naar 'A'
Squadron. Alle bijnamen beginnen met een A bij 'A' Squadron.
Formation sign:
De maroonkleurige rechthoek met het Maple Leaf is het divisie embleem van
de 5th Canadian Armoured Division.
Tactical sign:
Cijfer 4 in driehoek (wit) op de koepel: De driehoek geeft aan dat het voertuig is
ingedeeld bij 'A' Squadron. De kleur wit geeft aan dat de tank toebehoord aan het Reconnaissance c.q. Recce
Regiment. Het cijfer 4 geeft aan dat de tank deel uit maakt van de 4th Troop. (4th Troop van het Recce Regiment,
behorend bij 'A' Squadron.)
Unit Serial & Arm of Service:
51(wit) = Unit Serial & vierkant(rood) = Arms of
Service. De Arms of Service, een vierkant(rood) geeft aan dat het om een armoured unit gaat. De Unit Serial 51(wit)
was in gebruik bij het senior tank regiment, Lord Strathcona's Horse Royal Canadians. De Unit Serial 51(wit) kan niet
altijd 1 op 1 vertaald worden naar een unit. Daarvoor moet je weten welke brigade en divisie de tank toe behoorde.
Bijvoorbeeld: 52 = Royal Canadian 8th Princess Louise (New Brunswick) Hussars.
Land marker:
Ontbreekt.
WD Registration: (Census)
(Census) T-288627 Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven door het
Canadese War Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
(T = categorie carriers & tanks.)
Bridge classification:
Cijfer 30 in een zwarte cirkel, is een gewicht klasse aanduiding. Bruggen kregen ook deze
classificatie, indien het cijfer van een Bridge classification gelijk of groter dan die van het voertuig was kon de
brug het gewicht van het voertuig houden.
Op de tank staat een informatie bord met de tekst:
'Deze tank heeft dienst gedaan in de 5e Canadese Pantserdivisie onder bevel van Generaal-Majoor B.M. Hoffmeister en
maakte deel uit van het 2e Tankregiment, Lord Strathcona's Horse Royal Canadians. Samen met de zusterregimenten de
Royal Canadian 8th Princess Louise Hussars en de Royal Canadian British Columbian Dragoons nam het deel aan de
operatie Dutch Cleanser, die ten doel had vanuit Arnhem de westelijke Veluwe te bevrijden (zie kaart). Op 14 april
1945 startte de operatie die via het vliegveld Deelen en de Hoge Veluwe naar Otterlo voerde. Hierna volgde de
bevrijding van Wekerom, Barneveld, Voorthuizen, Nijkerk en op 18 april 1945 Harderwijk. Bij deze operatie gingen
acht tanks verloren.'
Lord Strathcona's Horse (Royal Canadians):
Tijdens WWII, is in Canada het regiment gemobiliseerd en opgebouwd als een armoured regiment, voor overzeese acties.
Het werd ondergebracht bij het 1st Canadian Armoured Division. Deze benaming is gewijzigd in het 5th Canadian
Armoured Division. De Lord Strathcona's Horse (Royal Canadians) heeft gevochten in Italië tegen de Duitsers en kwam
via een stop in Groot-Brittannië op 18 februari 1945 aan in Frankrijk. Vervolgens trok het op naar Nederland om daar
op 2 april 1945 te arriveren en samen met het 8th New Brunswick Hussars deel te nemen aan operatie 'Dutch Cleanser".
Tijdens deze operatie trok het op vanuit de regio Arnhem richting het IJsselmeer om de achter gebleven Duitse troepen
in provincies Zuid en Noord-Holland zo de pas af te snijden. Het was de laatste operatie voor Lord Strathcona's Horse
(Royal Canadians) tijdens WW II. Deze legereenheid wijzigt vanaf 1945 als volgt.
5th Canadian (Armoured) Division (Maart 1944 tot juni 1945: Mj-Gen. Bert M. Hoffmeister)
5th Canadian Armoured Brigade
2nd Armoured Regiment (Lord Strathcona's Horse (Royal Canadians)
Foto 4. t/m 6. Deze Canadese M4A4 medium tank, staat als monument in Doetinchem, de tank
heeft daadwerkelijk deelgenomen aan de gevechten in de Achterhoek, Twente en Drente. Deze M4A4 beschikt over 16½
inch tracks met VVSS suspension, stalen Chevron T54 tracks en duckbills (track verbreders). Het boordgeschut
(mitrailleurs) ontbreken. De tank deed dienst bij het Canadese leger en was ondergebracht bij het 10th Canadian
Armoured Regiment "Fort Garry Horse". (onderdeel van het 2nd Canadian Armoured Brigade). Op 1 april 1945
heeft de tank meegedaan aan de bevrijding van Doetinchem, op 12 april 1945 is de tank uitgeschakeld door een treffer
van een Duitse panzerfaust tegen de toren/koepel, deze inslag is nog steeds zichtbaar.
Dit voorval gebeurde in de in Hooghalen in Drente, zo een 160 kilometer noordelijk gelegen van Doetinchem. Hierbij
is de tankcommandant, cpl McDonald om het leven gekomen en een ander bemanningslid, the gunner, Peter Siemens is
hierbij gewond geraakt. Na de oorlog, in oktober 1945 is de tank van een opslagplaats nabij Hooghalen verplaatst naar
Doetinchem. Vervolgens is de tank schoongemaakt en geschilderd door de Canadese militairen van het regiment Fort
Garry Horse, welke in Doetinchem waren gestationeerd tot 30 november 1945, waarna het regiment terugkeerde naar
Canada. Zie ook de link hierover onderaan deze pagina.
In augustus 1965, hebben militairen van hetzelfde regiment in het park een betonnen constructie gemaakt en de tank
hierna toe verplaatst. Tevens is er toen aan beide zijde van de tank een herdenking plaquette aangebracht en op de
voorzijde is een bronzen wapenschild van het regiment aangebracht, welke heden ten dagen ontbreekt. De tank is toen
ook opnieuw geverfd waarbij het Census Number correct is gebleven en de nieuw aangebrachte leger markings een mix
was van originele leger tekens uit WW II en naoorlogse leger tekens.
In 1995 is de tank door de gemeente opgeknapt waarbij men gebruik maakte van een foto van een andere Sherman tank
van dit regiment, hierdoor staat er nu een verkeerd registratie nummer (Census Number) op de tank. De leger markings,
zoals deze in de oorlog gebruikelijke waren zijn nu wel weer in ere hersteld. De markings op de tank.
Bron: Gord Crossley, Fort Garry Horse Museum and Archives, Canada.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Formation sign:
Rechthoek (zwart-blauw-zwart) met Maple Leafe Up (goud):
Rechthoek (zwart-blauw-zwart) met Maple Leafe Up (goud) is het divisie embleem van het 2nd Canadian Armoured Brigade.
Tactical sign:
Ontbreekt. Bij dit regiment stond het tactical sign achterop de tank, dit is afwijkend,
gebruikelijk wordt het op de toren/koepel geplaatst. Het tactical sign geeft aan in welk squadron de tank zit en
welke plaats in het squadron de tank heeft. (Ruitvorm(geel) = regimental hq, driehoek(geel) = 'A'squadron,
vierkant(geel) = 'B'squadron, cirkel(geel) = 'C'squadron.)
Unit Serial & Arm of Service:
52(wit) = Unit Serial & vierkant(rood), rechthoek (wit) = Arms of Service. De Arms of
Service, een vierkant(rood) geeft aan dat het om een armoured unit gaat. De Unit Serial 52(wit) was in
gebruik bij 2de Tankregiment,
Fort Garry Horse. De Unit Serial 52(wit) kan niet altijd 1 op 1
vertaald worden naar een unit:
50 = Regimental Headquarter 2nd Canadian Armoured Brigade
51 = Senior Regiment = 6th Armoured Regiment '1st Hussars'
52 = Second regiment = 10th Armoured Regiment 'Fort Garry Horse'
53 = Junior Regiment = 27th Armoured Regiment 'The Sherbrook
Fusiliers'
WD Registration: (Census)
(Census Number) T123615, Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven door het Canadese War
Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld. (T =
categorie carriers & tanks.) Het op de tank vermelde Census Number is niet origineel, het originele nummer was
T232615.
Bridge classification:
Ontbreekt.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in gebruik bij alle
Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day. Zonder een cirkel is formeel een land marker van het
Amerikaanse leger, echter dat werd allang niet altijd zo toegepast. Door een tekort aan verf en mallen was de
praktijk vaak anders.
Het 10th Armoured Regiment (The Fort Garry Horse) was een onderdeel van het 2nd Canadian Armoured Brigade.
Fort Garry Horse is een Canadese legereenheid, welke in 1939 werd gemobiliseerd. Van 1939 tot 1941 volgde het
opleidingen in Canada, waarna het in november 1941 vertrok naar Groot-Brittannië voor verdere trainingen. In de
periode 1943-1944 hebben het B en C squadron trainingen gedaan met Sherman DD tanks. Het regiments Head Quator
squadron en A Squadron bevonden zich aan de Britse zuid kust en troffen o.a. voorbereidingen voor D-Day. Op 6 juni
1944, D-Day landen de squadrons van Fort Garry Horse op Juno Beach, B squadron lande bij Bernieres-sur-Mer, "C"
Squadron lande bij St. Aubin-sur-Mer. Het regiments Head Quator squadron en A Squadron werden als reserve achter
gehouden met de bedoeling waar nodig in te zetten, nadat Juno Beach redelijk veilig was zijn ze geland bij
Bernieres-sur-Mer. De maanden juni-juli 1944 deed het regiment mee aan de gevechten in het achter liggende gebied
achter de D-Day stranden. In augustus 1944 deed het regiment mee aan de gevechten bij Falaise. Eind augustus 1944
weten ze de Duitsers terug te drijven achter de Seine rivier. Het A en B squadron rukken dan op richting Antwerpen
dat relatief snel werd bevrijd. Het C squadron buigt af richting de kust en raakt bij Calais in gevecht met de
Duitse bezetters. Vervolgens trekken het A en B squadron op naar Woensdrecht, hier volgen zware gevechten. Eind
oktober 1944 start het aanvalsplan om Zuid Beverland en Walcheren te bevrijden, wat wederom tot zeer zware gevechten
leidde. Begin november 1944 vertrekt het regiment naar Breda om vervolgens uit te rusten van de
gevechten en op sterkte te komen, dit duurde drie maanden.
Na deze rust periode trekt op 17 februari 1945 het regiment als eerste Canadese legereenheid de Duitse grens over
tussen Goch en Kalkar. In het nabij gelegen Udem leveren A en B squadron ondersteuning bij het veiligstellen van
deze plaats en het A squadron levert gevechten bij het nabij gelegen Hochwald. Op 29 maart 1944 steken ze de Rijn
over bij Rees en trekken op naar de Achterhoek.
Op 1 april 1944 zijn er zware gevechten met de Duitse troepen in Doetinchem waarbij de plaats zwaar getroffen wordt,
ook in het nabij gelegen Silvorde volgt een stevige strijd waarbij een historisch kasteeltje met de grond gelijk
gemaakt wordt door de Canadezen.
De route verliep globaal via Gendringen, Terborg, Doetinchem, het Twente Kanaal, Laren, Delden en Holten, allen
werden bevrijd tussen 29 maart en 8 april 1945.
Van 13 tot 16 april 1945 vochten de militairen van Fort Garry Horse mee tegen de Duitsers in de stad Groningen en
het nabij gelegen Haren. In totaal waren hierbij circa 50 Sherman tanks van Fort Garry Horse betrokken.
Op 18 april 1945 trekt het regiment op naar het Duitse Cloppenburg en op 22 april 1945 gaat de opmars verder in
noordelijke richting via de plaatsen Wildeshausen, Delmenhorst en Ganderkessee. Op 3 mei 1945 wordt de Duitse stad
Oldenburg ingenomen waar de lokale Duitse legermacht zich overgeeft aan de Canadezen op 5 mei 1945. Het hoofdkwartier
van het regiment wordt gevestigd in Doetinchem, waar het regiment tot hun vertrek op 30 november 1945 zich o.a.
bezighoudt met het opruimen van de puinhopen en het onschadelijk maken van mijnen.