De Sd.Kfz. 251 is een Duitse half-track, of zoals de Duitsers het noemen een Schützenpanzerwagen, waarvan
de eerste uitvoeringen in 1939 in gebruik waren bij de 1st Panzer Division. Het ontwerp, een gepantserde
halftrack met ruimte voor een bestuurder en bijdrijder en tien personen achterin, dateert uit 1937 en is
afkomstig van Hanomag en Bössing-NAG. Een eis die werd gesteld aan het ontwerp van de halftrack is dat deze
in staat moest zijn om de tanks van de Duitse Panzer Divisions op het slagveld bij te houden. Het ontwerp van
Hanomag en Bössing-NAG is gebaseerd op het chassis van een in 1937 bestaande drie tons, halftrack, trekker
de Sd.Kfz.11.
Hanomag nam het ontwerp voor het nieuwe chassis op zich en Bussing-Nag was verantwoordelijk voor het ontwerp van
de opbouw.
Het resultaat was de mittlere Schützenpanzerwagen Sd.Kfz. 251, een voertuig voor de infanterie ontwikkeld,
dat voor hen voor het eerst in de geschiedenis dezelfde bescherming en rijeigenschappen bood, vergelijkbaar aan
de tanks.
Het ontwerp was voor die tijd erg modern, maar ook kostbaar en technisch complex om te bouwen. De tracks die
voor de aandrijving zorgen en grotendeels het gewicht van de halftrack dragen hebben een nadeel. Modder en
sneeuw konden de tracks blokkeren doordat dit zich ophoopte en ook vast kwam te zitten in de loopvlakken, zeg
maar het profiel, van de tracks. Een ander minpuntje, is de bovenzijde van de opbouw, deze was gewoon open en
daardoor was de bemanning kwetsbaar voor bijvoorbeeld handgranaten.
De voorwielen van de halftrack worden niet aangedreven door de motor en dienen alleen om te sturen.
Bij de meeste uitvoeringen van de Schützenpanzerwagen, zijn de pantserplaten van de opbouw aan elkaar
verbonden met een lasverbinding, bij een klein aantal is gebruik gemaakt van klinknagels. Het onderhoud aan de
halftrack moest regelmatig gebeuren en kon alleen worden uitgevoerd door daartoe opgeleid technisch personeel.
Er zijn vier basis modellen van de Schützenpanzerwagen Sd.Kfz. 251, te weten Ausf. A- tot en met D. Van
deze modellen zijn er in totaal officieel weer 23 varianten, bv Sd.Kfz. 251/1 tot en met 251/23. Onofficieel
zijn er nog meer varianten. De taak van deze voertuigen was het "beschermd" vervoeren van manschappen
en bewapening naar het front.
De oorspronkelijke bewapening was een 7.92 mm MachinGewehr MG34 of MG42. In de ruimte achter de cabine
bevinden zich voor en achterin bevestigingspunten voor de machine geweren.
Ondanks het feit dat dit een legervoertuig is welke is uitgerust met machine geweren, is deze wel geschikt voor
transport doeleinden, maar beslist niet als gevechtsvoertuig bij het front. De opvolger van Ausf. C is natuurlijk Ausf. D welke van september 1943 tot en met maart 1945 is gebouwd. Het grote voordeel van Ausf. D was dat deze eenvoudiger te maken was en dus sneller gelverd kon worden en ook goedkoper was dan Ausf. C. Dit werd met name bereikt doordat de opbouw van Ausf. D uit minder onderdelen bestaat dan Ausf. C.
Naoorlogse modellen zijn er in Tsjechië vanaf 1955 tot in de zestiger jaren gebouwd, het gaat dan om de zgn.
OT 810, uitgerust met een V8 Tatra elf liter dieselmotor. Tijdens de oorlog hete deze fabriek in Tsjecho-
Slowakije B.M.M. (Bohmisch-Mahrische Maschingenfabrik), na de oorlog ging de fabriek verder onder de naam C.K.D.
Praga.
Mittlerer Schützenpanzerwagen (Sd.Kfz. 251/1) is de standaard uitvoering van de bekende Duitse half-track.
Deze variant is destijds gebouwd op de basis van alle vier de uitvoeringen, Ausf. A, B, C en D. Daarnaast zijn
er van deze variant weer de nodig verschillende versies, waaronder de 'Falke' met infra-rood zichtapparatuur
voor de bestuurder en bijrijder. Veelal bewapend met machine geweren van het type MG42 en MG34 en biedt plaats
aan 12 manschappen, inclusief de bestuurder. Standaard uitgerust met een radioset, type FuG Spr Ger f,
funksprechgerat. De taak van deze voertuigen was het "beschermd" vervoeren van manschappen en
bewapening naar het front. Dit model is daartoe uitgerust met de standaard bewapening twee stuks 7.92 mm
MachinGewehr MG34 en of MG42.
Tijdens de WWII, in 1943, deden er standaard zesendertig stuks Sd.Kfz. 251/1 dienst bij een Panzer Grenadier
Regiment. In zo een regiment werden deze vervolgens per twaalf stuks ondergebracht in een Kanone Zug. (1.Kp.
2,Kp. en 3.Kp.). Vrij vertaald heet dit een (Regiments) Kompanie. Een Panzer Grenadier Regiment vormde met
andere regimenten tezamen een Panzer Divisie.
Uiteindelijk zijn er drie versies van de Sd.Kfz. 251/1 verschenen:
Sd.Kfz. 251/1-I - Standaard met intercom faciliteiten.
Sd.Kfz. 251/1-II - de "Stuka zu Fuß" of Wurfrahmen 40, bewapend met 6 lanceer frames voor
280 mm of 320 mm Wurfkürper raketten.
Sd.Kfz. 251/1 "'Falke' mittlerer Schutzenpanzerwagen mit U.R.Geraet" opereerde uitsluitend in
combinatie met de Schützenpanzerwagen SdKfz 251/20 Uhu, (Infrarotscheinwerfer), veelal zijn dit de
Ausf. D uitvoeringen.
Foto 1. en 2. In 2008, tijdens de Militaria Beurs Wings & Wheels in Ursul (B), was deze in perfecte staat van
onderhoud verkerende Mittlerer Schützenpanzerwagen SdKfz 251/1 Ausf. D te zien. Het gaat hier om een zeer laat
gebouwde uitvoering van Sd.Kfz. 251/1 Ausf. D. wat te zien is aan de plaatsing van de scharnieren van de
motorkap aan de achterkant. Ook de voorin geplaatste radiator beschikt over een eigen "motor" kap, iets wat bij
de andere oudere uitvoeringen ontbreekt. Alle eerdere varianten hebben een gedeelde motorkap waarvan de 2 delen
zijdelings opengaan. Het voertuig dateert uit 1943 en is jaren na de oorlog aangetroffen op een autosloperij in
de buurt van Wenen, het verkeerde toen niet in een al te beste staat. Nu maakt het voertuig deel uit van de
Crompton Military Vehicle van de Brit Bruce Crompton uit Suffolk East England. Het voertuig is zeer compleet
uitgerust, verkeert in een rijdende staat en zelfs de bewapening en leger markings ontbreken niet. Deze huidige
Duitse leger markings verwijzen naar de 1. SS Panzer Division, een nadere uitleg ervan staat hieronder.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking:
1022: Aan beide zijden staat het no. 1022. Het nummer
1022 staat voor, 10de Kompanie (compagnie) , 2de Zug (peloton), 2de Fahrzeug (voertuig) in het peloton.
Division marking:
Sleutel in wapenschild is de division marking van het 1. SS Panzer Division,
'Leibstandarte Adolf Hitler'.
Tactical marking:
Taktische Zeichen, op de voorzijde van de half -track een wit gekleurd symbool.
Een wit silhouet symbool van een half-track met daarnaast het cijfer 10 geeft het voertuigtype aan en een
drietand vork geeft het wapentype aan.
Het cijfer 10 verwijst naar het 10. Kompanie. Het Taktische Zeichen werd vanaf D-Day vaak verwijderd, om zo
de Geallieerden van informatie te onthouden.
National Insignia:
Kruis (zwart-op-wit) aan beide zijkanten, dit is een van de vier gebruikte
varianten van het Duitse "Balkankreuz". Het geeft aan dat het een voertuig is van de Duitse
Wehrmacht Heer of van de Duitse Waffen SS.
Nummerplaat:
SS-929688 staat voor Waffen SS, benadrukt nog eens dat het niet om een voertuig gaat van de Wehrmacht Heer.
De oorsprong van deze divisie van de Waffen SS gaat hand in hand samen met de opkomst van Adolf Hitler in 1924.
Zijn partij de NSDAP kende een eigen orde dienst die eenvoudig gezegd in 1925 overging in zijn persoonlijke
beveiliging groep, de Schutzstaffel (de SS).
In 1933 verkreeg Josef "Sepp" Dietrich de leiding over de Schutzstaffel (de SS) en zette een SS-
organisatie op die onder andere bestond uit een Waffen SS en de SS Sonderkommando's. Kort samengevat, komt uit
het SS Sonderkommando, de Leibstandarte Adolf Hitler voort. In 1938 werd het een gemotoriseerde infanterie-
eenheid, die o.a. bij de inval van Polen was betrokken. In 1941 werd het omgevormd tot een divisie van de Waffen
SS, die actief is aan het Oost Front. Inclusief Roemenië, Joegoslavië en Griekenland. In 1942 werd het
vervolgens omgevormd tot een SS-Panzer-Grenadier-Division. Deze is dan tot met 1943 wisselend actief aan het
Oost Front en om zich te herstellen werd het een aantal keren terug getrokken. O.a. na de slag om Kursk word het
verplaatst naar het West Front en Italië. Na een kort verblijf in Italië, gaat het als het 1st SS
Panzer Division "Leibstandarte Adolf Hitler" terug naar het Oost Front.
In mei-juni 1944 bevindt het zich in België om op sterkte te komen. Als gevolg van de Geallieerde invasie
werd het naar Normandië gestuurd en raakt betrokken bij de gevechten rond Caen. Juni 1944 D-Day, de divisie
raakt betrokken bij de Britse operatie Goodwood om Caen in handen krijgen, succesvol weet de divisie de Britse
aanval af te slaan.
Augustus 1944, de divisie neemt deel aan de Duitse aanval op de Geallieerden, in een poging de Geallieerden in
Normandië terug te drijven richting de kust.
Deze aanval, die bekend staat als de strijd om de zak van Falaise bekend het einde van vrijwel een geheel Duits
leger korps met veel doden, gewonden en krijgsgevangenen. Slecht kleine aantallen Duitsers wisten ternauwernood
te ontkomen, via de corridor des doods nabij Mont Ormel. Eenheden van het Duitse leger die wisten te ontkomen
uit de Falaise Pocket trokken zich snel terug richting Duitsland. Het werd wederom weer voorzien van materiaal
en 'verse' troepen. Dit maal om mee te doen aan Operatie Wacht am Rhein, ook bekend als de Slag om de Ardennen.
December 1944, neemt de divisie in de Ardennen deel aan operatie Wacht Am Rhein. Deze aanval vanuit Luxemburg
en de Eifel op de Geallieerden, luidt de eerste fase in van de Slag om de Ardennen.
Januari 1945 weten de geallieerden de Duitsers uit België en Luxemburg te drijven, de divisie verblijft dan
kort in de Duitse Eifel.
In winter 1945 gaat de divisie naar het Oost Front terug om tegen de optrekken legers van de Russen in Hongarije
te vechten.
Het is bij Boedapest in actie gekomen om een Russische inname van de stad te voorkomen. Na zware gevechten werd
Boedapest opgegeven en het vertrekt men spoorslags naar Oostenrijk. De restanten van wat eens de trots was van
de Duitse Waffen SS geeft zich grotendeels over aan het Amerikaanse leger in Oostenrijk. Echter, een deel van de
divisie zit in de regio van Berlijn en tekent uit eindelijk de formele overgave bij de Britten.
Na de processen en de berechting door het Geallieerde tribunaal in Neurenberg, verliezen alle soldaten die
dienst hebben gedaan bij de SS hun burgerrechten, waaronder hun pensioensrechten, wegens ernstige
oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.
Note: De echte fanatieke en geselecteerde SS-ers waren voor 1943 al lid bij de SS. Als gevolg van zware
verliezen werd de drempel om bij de SS te komen aanzienlijk verlaagt en soms werd men vrijwillig-verplicht van
de Wehrmacht over geplaatst naar de Waffen SS.
Ook waren er Duitsers die door de rechter waren veroordeeld en vervolgens als soldaat dienst moesten doen bij SS
straf bataljons.
In de 1. SS Panzer Divisie zaten tankcommandanten die berucht waren wegens hun succes tegen Geallieerde tank
divisies, echter de totale balans opmakende, verdient deze divisie zowel uit militair-strategisch punt als uit
oogpunt van oorlogsmisdaden geen begrip of sympathie.