Het Duitse leger ontwikkelde tijdens WW II diverse op afstand bestuurbare voertuigjes, welke waren voorzien van
een explosieve springlading. Sommige van deze voertuigjes waren met een kabelverbonden met de afstandsbediening
en andere waren draadloos verbonden en werden bestuurd via radiosignalen. De draad gestuurde exemplaren waren
beperkt in hun afstand en de kabel was kwetsbaar. De draadloos gestuurde exemplaren konden een grotere afstand
afleggen, echter het radiosignaal kon hun aanwezigheid verraden en het signaal kon verstoord worden.
De Mittlerer LadungsTräger is in 1943-1944 ontwikkeld in opdracht van het Duitse leger (Waffenam.b.t.). Er werd een
productieorder gegeven voor het bouwen van 460 exemplaren. De productie begon in oktober 1944 en was gepland tot
en met februari 1945 bij NSU.
Het Duitse Waffenam.b.t. heeft drie exemplaren getest en er zijn 47 exemplaren geleverd aan het Duitse leger,
echter in december 1944 werd de productie gestopt bij NSU. Een stapje terug: Het is ontwikkeld ter vervanging
van de Leichter LadungsTräger, de Goliath en de grotere Borgward IV. Er waren uiteindelijk ook plannen bij het
Duitse leger om de Springer, te gebruiken voor de nog te ontwikkelen lichte tank, de Kleinpanzer Wanze, bewapend
met een terugslagloos 105 mm IG kanon.
De Mittlerer LadungsTräger is gebaseerd op de Kleines Kettenkraftrad Sd.Kfz.2 en werd voorzien van 300kg
springstof. Een detail verschil tussen de Sd.Kfz.2 en de 304 is dat de laatst genoemde over twee extra
loopwielen per zijde beschikt, dus acht exemplaren per zijde. Het idee was om het voertuig, bestuurd door een
soldaat, zo dicht mogelijk tot het doel te rijden, vervolgens kon het voertuig zonder de bestuurder, middels
radiografische besturing naar het beoogde doel toe rijden. De bestuurder werd beschermd door een licht
bepantserde koepel, gemaakt van aan elkaar geklonken stalen platen. Als de bestuurder plaats nam in het voertuig
sloot hij de bepantserde koepel, om hem zelf en de radioset te beschermen. Het laatste stuk was de bestuurder
verlate de bestuurder de Springer en werd deze op afstand radiografisch bestuurd. De Springer werd tijdens deze
rit draadloos bestuurd door een daartoe speciaal uitgeruste Sturmgeschutze 40 infanterie tank met een Blaupunkt
radioset. Vanuit deze speciale Sturmgeschutze 40, kon men drie exemplaren Mittlerer LadungsTräger besturen. Het
effectieve bereik van deze radiografische besturing was maximaal 2 km.
Deze uitvoering van de "Mittlerer LadungsTräger" is onder meerdere benamingen bekend:
- De Mittlerer LadungsTräger
- Funklenkpanzer NSU "Springer"
- Sd.Kfz.304
- Gerät 680
De Mittlerer LadungsTräger, Springer is pas in het laatste kwartaal van 1944 en op zeer kleine schaal verschenen
aan het oorlogsfront. Het was in gebruik bij de Duitse pantser troepen, bekend als Funklenk units (Fkl) en de
Pz Company (Fkl). Op het verloop van WW II heeft dit wapen dan ook nauwelijks invloed gehad.
Er zijn slechts circa 50 exemplaren van deze Mittlerer LadungsTräger gebouwd door NSU.
Foto 1. en 2. Deze Mittlerer LadungsTräger, ook bekend als de Funklenkpanzer NSU
"Springer" is te zien in het Tank Museum in Bovington (UK). Voor zover bekend is, is dit het enige nog
overgebleven exemplaar van de vijftig exemplaren die tijdens de oorlog zijn gebouwd door de Duitsers. Het
onbemande rupsvoertuigje is niet voorzien van Duitse leger tekens (markings). De historie en herkomst van het
onbemande rupsvoertuigje zijn onbekend.