De Light Tank M3 is de opvolger van de M2 series en het was een relatief goedkope en betrouwbare Amerikaanse
lichte tank uit de Tweede Wereldoorlog. De Britse benaming voor deze Light Tank is Stuart Light Tank. De M3
Light Tank werd uitgerust met het 37 mm kanon, een drietal machine geweren en een lichte bepantsering. De Light
Tank M3 tank is er gekomen als de opvolger van de Light Tank M2 en is geproduceerd vanaf maart 1941 en is zo'n
30 maanden lang in productie geweest. Parallel daaraan werd in februari 1942 het ontwerp voor de Light Tank M5
gestandaardiseerd. In 1942 start dan ook de productie van de Light Tank, welke op zijn beurt in 1944 weer is
vervangen door Light Tank M24.
De Light Tank M3 heeft onder anderen zijn dienst bewezen in de strijd tegen de Duitse troepen in Noord-Afrika.
Ondanks de grote verliezen was de M3 een betrouwbare tank in het ruige woestijn gebied en moest het vooral
hebben van zijn wendbaarheid en snelheid. Op Europese vaste land heeft de M3 nauwelijks een rol van belang
gespeeld, maar werd wel in de Pacific oorlog tegen de Japaners ingezet. De Light Tank werd in Europa meer
ingezet voor supporttaken, zoals begeleiden van transporten, de infanterie en verkenningstaken. Na de WO II
heeft onder anderen het Nederlandse KNIL-leger in Indonesië gebruik gemaakt van de Light Tank M3A1.
Er bestaat nogal wat misverstand over diverse uitvoeringen van de Stuart Light Tank, op veel websites (o.a. op
Wikipedia en jagdpanzer.de) word bij een foto de verkeerde uitvoering vermeld. "How come?"
Zowel de Amerikanen als de Britten hebben meerdere uitvoeringen geproduceerd, waarbij de Britse uitvoeringen
vaak werden voorzien van een dieselmotor.
- De M3, M3A1 en M3A1s zijn herkenbaar aan de horizontale 'platte' voorkant tussen de tracks.
- De M3A3, M5 en M5A1 zijn herkenbaar aan de schuin oplopende voorkant tussen de tracks.
De M3A1, M3A1s, M3A3 en M5A1 hebben een grotere toren, aan de achterzijde van de toren is extra ruimte gemaakt
voor een radioset. De toren van de M5A1 is aan de rechterzijde duidelijk anders dan die van de M3A3, er is een
schuin oplopend vlak zichtbaar bij de toren van de M5A1.
Dan de verschillen tussen de Amerikaanse en Commonwealth benamingen en uitvoeringen: - US production: M3 (Stuart I), M3A1 (Stuart III), M3A1s (Stuart IV), M3A3 (Stuart V) en M5 (Stuart VI). - UK production: Stuart Kangaroo (Personnel carrier), Stuart Recce (verkenner) en de Stuart Command
(commando tank).
Daarnaast zijn er de nodige varianten gebouwd met diverse soorten bewapening. Oudere versies van de Stuart Light
Tank zijn veelal geheel of deels opgebouwd uit geklonken staal, bij latere versies zijn de chassis delen veelal
aan elkaar gelast.
De M3A1 is er verbeterde uitvoering van de M3 Light Tank en het ontwerp werd in augustus 1941 gestandaardiseerd
voor productie. Vanaf mei 1942 werden ze geleverd aan het leger.
De verbeteringen waren o.a. het aanbrengen van een gyrostabilisator en een stalen beschermconstructie onder de
koepel in de tank. Ook werd er een .30 caliber Machine Geweer aan de voorzijde naast het luik van de bijrijder
weg gelaten.
De Light Tank M3A1 is er in twee uitvoeringen, de Amerikaanse M3A1 met een benzine radiaal motor en de Britse
M3A1s met een diesel motor van Guiberson. (M3A1 is de Stuart III en de M3A1s is de Stuart IV) Daarnaast is er
van de Amerikaanse M3A1 een variant, waarbij de bewapening, het 37 mm kanon is vervangen door een Canadese
Ronson vlammenwerper. Deze tank was in gebruik bij US Marine Corps. Uiteindelijk wordt in augustus 1943 het
ontwerp van de M3A3 goedgekeurd en voor productie vrijgegeven.
Via het Lend Lease programma leverden de Verenigde Staten aan
diverse Geallieerde landen defensie materiaal, waaronder de Light Tank
M3 Stuart. De M3A1 Stuart was ook in gebruik bij de landen behorend tot
het Britse Commonwealth.
Foto 1 en 2. Deze Light Tank M3A1, is te zien in het Cavalerie Museum in Amersfoort.
Begin 1945 zijn er 44 exemplaren M3A1 Stuart tanks door de KNIL overgenomen van het Brits-Indische leger. Van
1945 tot en met 1950 hebben deze 44 stuks, plus een veroverd exemplaar, dienst gedaan bij het Nederlandse leger.
Op Indonesië werden de Eskadrons Vechtswagens (VeW) er mee uitgerust. Ieder peloton van een eskadron was
uitgerust met vier exemplaren Stuart tanks, met als taak ondersteuning van de infanterie.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Ambarawa = benaming voertuig, alle voertuignamen van het 7de eskadron
Vechtwagens (VeW 7) hadden namen beginnend met een A. is dan tevens een radio call-sign.
Driehoek (zwart) rand (rood) 2 (wit) op de koepel: Driehoek (zwart) = 7e Eskadron Vechtwagens;
Rand (rood) = 9de pantser bataljon; 2 (wit) = 2de tankpeloton.
Unit marking:
5959 = De eerste '59' is het 7e Eskadron Vechtwagens (VeW 7), het
tweede '59' staat voor het 2de tankpeloton. Toelichting de vier originele tanks van het 2de tankpeloton
hebben volgnummer achter het nummer van het eskadron die begint met een twee, dus 59-21 t/m 59-24.
Dit 2de tankpeloton, was in het bezit van een extra, buitgemaakte, tank de "Ambarawa".
In feite was deze tank dubbel op en kreeg het registratienummer 59 59.
Land marking:
De vlag (rood-wit-blauw) in gebruik om aan te geven dat het een
Nederlands voertuig is.
Bridge classification:
Cijfer 13 (zwart) in een cirkel (geel), is een gewichtsklasse
aanduiding. Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van een Bridge classification gelijk of
groter dan die van het voertuig was kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
In het kort het verhaal van deze tank. Na de Japanse capitulatie bevond zich op Indoneschië een Britse
infanteriebataljon, versterkt met een eskadron Stuart tanks, bemand door Sikhs afkomstig uit Brits-Indië.
De Britten werden door de Indonesiërs verjaagt met achterlating van deze Stuart tank. Vervolgens werd de
tank als een monument op een sokkel geplaatst, ter herinnering aan de slag van Soedirman. Bij de Eerste
Politionele actie, werd de Stuart gevonden door het Nederlandse leger, welke de tank weer inzette in de strijd
tegen de Indonesiërs. Na de Nederlandse bezetting is de tank achter gebleven en is vele jaren later
geschonken aan het Cavalerie Museum in Amersfoort. Daar is de tank door vrijwilligers volledig opgeknapt.