Tijdens WW II zijn de half track of half-rups in het algemeen gebruikt omdat het aanmerkelijk goedkoper
was dan een vol-rups systeem en toch een goede eigenschappen had in het terrein.
Na de Sherman tanks zijn de Amerikaanse half-tracks de meest gebouwde en
in de strijd toegepaste voertuigen tijdens WW II.
De totale productie in Amerika vond plaats bij vier bedrijven; White Motor Company,
Autocar Company, Diamond T Motor Car Company en International Harvester Company. Inclusief alle
varianten zijn er in totaal meer dan 40.000 stuks gebouwd en in gebruik geweest
bij vrijwel alle Geallieerde bondgenoten. Kort samengevat zijn de
belangrijkste uitvoeringen: de M2 en M2A1, de M3 en de M3A1, de mortar
carriers M4, M4A1 en M21 en tenslotte de anti-aircraft quad carrier; de M16 half-track.
De M16 half-track heeft de bijnaam "Quad" en
is gebaseerd op een M3 half-track. Het is vrijwel
identieke aan het model M17 dat is gebaseerd op een M5 half-track. Deze Quad werd
primair ingezet voor luchtverdedigingstaken, maar door de afwezigheid van
de Duitse Luftwaffe werd hij ook gebruikt voor ondersteuning van de
infanterie. De M16 half-track heeft o.a. dienst gedaan tijdens de Slag
om de Ardennen, bij het Amerikaanse 489th AAA Battalion nabij Bastogne.
Gebouwd in Amerika door de firma White zijn er in totaal
2877 stuks M16 half-tracks geproduceerd in 1943-1944.
Daarnaast zijn er 628 stuks gemaakt op basis van daartoe aangepaste MGMC
M13's en zijn er 109 stuks gemaakt op basis van daartoe aangepaste
twin 20 mm GMC's, model T10E1.
De M13 was gebaseerd op de half-track personnel carrier M3, waarop de
M33 Maxson kanonhouder werd geplaatst, zoals in de MGMC M14. De
M13 werd eigenlijk ontwikkeld nog voor M14, en de M3 was het voertuig
dat werd gebruikt om de M33 Maxson kanonhouder te testen, maar de
eerste M14 werd een maand eerder dan de M13 goedgekeurd voor het leger.
Het model T10E1 werd bewapend met twee Oerlikon 20 mm kanonnen, echter
met de daarop al aangepaste Maxson bevestiging, is deze ook geschikt
voor het plaatsen van vier stuks .50cal MG's.
Uiteindelijk is bij alle voertuigen het 20 mm kanon vervangen door de .50
Quad. Over de tracks kunnen we vermelden dat deze door de firma
Goodrich zijn ontworpen en van rubber zijn gemaakt en verstevigd zijn
door staalkabels. Indien het rubber scheurt kan de staalkabel nat worden
en gaan doorroesten. Dit laatste is nogal eens het geval bij de half-tracks die vandaag de dag nog te zien zijn.
Bewapening:
Het antiluchtdoelgeschut, bestaat uit een viertal M2 gesynchroniseerde
.50 Browning HB machine geweren. De bevestiging van het geschut was van
het type M45 Maxson en het kan naar alle zijden toe draaien, op voorwaarde de zijborden op de laadbak naar
beneden waren gedaan. Met neergeklapte zijborden kon het ook horizontaal vuren.
Het geheel kan middels een elektrische aandrijving ronddraaien.
De M45D bevestiging heeft een platform aan de achterzijde waarop twee soldaten konden zitten.
Een in het veld ontwikkelde en niet officiële variant is de M-16B,
ontwikkeld tijdens WWII door de Anti-Aircraft eenheden van het
Amerikaanse 1st Army. Zij waren minder tevreden over de op een grote aanhangwagen geplaatste
Quad, M51. Deze eenheden, waaronder het 49th AAA Brigade, uitgerust met M3 half-tracks,
verplaatsten de Quad van hun M51 aanhangwagens naar de M3 half-tracks.
Ondanks dit niet officieel toegestaan was, bleek de aangepaste M3
half-track zeer waardevol in het 1st Army tijdens hun veldtocht in Europa.
M16A1 MGMC: Tijdens de Koreaanse oorlog is de standaard M3 Personnel Carrier, aangepast door
het verwijderen van de banken achterin en het monteren van een Maxson M45F kanonhouder.
De M45F kanonhouder wordt gekenmerkt door de grote beschermschilden aan beide kanten van het onderstel
bij de machinegeweren. Deze schilden moesten de soldaten die het kanon bedienden beschermen. Bij de standaard
M-16's ontbreken de beschermschilden op de kanonhouder.
Een tweede kenmerk is dat er geen neerlaatbare zijkanten op de bak zitten, door deze hoge en vaste zijkanten
was nog een andere aanpassing nodig, de adapter ring.
De Quad was in staat horizontaal en aan alle zijde te vuren doordat bij deze kanonhouder ook de speciale
15 cm adapter ring is geplaatst. Ook werden deze voertuigen uitgerust met een intercomsysteem voor communicatie
tussen de commandant van het voertuig en de schutters.
Daarnaast was er een veldtelefoon bevestigd aan de achterzijde van het
voertuig. 419 stuks M16s zijn omgebouwd tot een standaard M16A1 met
de M45F kanonbevestiging.
M16A2 MGMC: Een M16A1 MGMC gebaseerd op de M16 maar met een extra deur aan de achterzijde van de
bak. Bij ombouw van bestaande M-16's, was het noodzakelijk om de bestaande M45D kanon houder op de M-16
te vervangen door een M45F kanon houder.
Foto 1. t/m 3. In het museum Bevrijdende Vleugels in Best zijn twee half-tracks M16 te zien, deze half-track M16
draagt de leger markings van het Poolse leger, dat o.a. bij de
bevrijding van Breda was betrokken. Van de bewapening op de quad ontbreken de mitrailleurs. Voor op de
bumper is een lier type "Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd Ter
aanvulling kan ik vermelden dat de reguliere half-tracks bij het 1st Polish Armored Division van het
type M5 waren. De herkomst en geschiedenis van deze half-track zijn mij onbekend. De leger markings op
deze M16 half-track.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Division sign:
Gevleugelde helm op oranje cirkel. Staat voor het 1st Polish Armoured Division
(= 1-sza Polska Dywizja Pancerna)
o.l.v. Major-General Stanislaw Maczek.
Land marker:
PL(zwart) in ovaal(wit): Alle voertuigen van het 1st en 2nd Polish
Armoured Division waren voorzien van deze land marker om aan te geven dat het een Pools voertuig is.
Unit Serial &
Arm of Service Mark:
Vierkant (wit-rood) cijfer 54 (rood), is onjuist. Toelichting, de M16 half-track was in het Poolse 1st Armoured Division ingedeeld bij het 1st
Light AA Regiment (= 1 Pulk Artylerii Przeciwpancernej). Deze had het
unit serial 78, de arms of service was de artillery, het vierkant
behoord rood-blauw te zijn.
Army registration number:
5809467, Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven door het Britse War Department.
Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Na de Duitse Blitzkrieg in Polen, Nederland, België en Frankrijk
vluchten vele Poolse militairen naar Groot Brittannië. Ook zijn er een
aantal Poolse militairen uit Noorwegen en Frankrijk naar Groot
Brittannië gevlucht. In Schotland is hun basis en zij maken dan deel uit
van het Poolse 1st Corps onder leiding van Wladyslaw Sikorski.
Op 17 februari 1942 word er een officieel Pools leger gevormd en deze
staat onder de leiding van General Maczek. Dit is het 1st Polish
Armoured Division (= 1-sza Polska Dywizja Pancerna), daarna word een
tweede Pools divisie opgericht die later in Noord-Afrika en Italië aan
Britse zijde tegen de Duitsers vecht. Naast deze twee divisies is er ook
een divisie die in de Oekraïne word opgericht en aan de zijde van het
Rode Leger tegen de Duitsers vecht aan het Oostfront. Tijdens D-Day zijn
zij niet van de partij, op 1 augustus 1944 word het Poolse 1st Armored
Divsion ontscheept in Arromanches in Normandië. Zij komen in Normandië
onder het bevel te staan van het Canadese leger en vechten moedig en
zeer succesvol tegen de Duitsers bij Caen (Operation Totalize) en in
augustus 1944 weten zij bij Mont Ormel de Zak van Falaise te sluiten. Na
deze grote Duitse nederlaag is vanaf 25 augustus 1944 de weg vrij voor
de opmars naar België en Nederland. Op 15 september 1944 gaan zijn nabij
Hulst de Belgisch-Nederlandse grens over. Daarbij geven zij
ondersteuning aan het Canadese leger en bevrijden zelf Breda, na een
gedeeltelijke omsingeling, Vervolgens geven zij ondersteuning aan de
door Britten georganiseerde operatie Market Garden. Deze operatie loopt
op een mislukking uit onder anderen doordat de Geallieerde parachutisten
veel te ver, voor de ondersteuning van artillerie en de cavalerie uit,
worden gedropt. Ondanks dat de Poolse parachutisten met zware verliezen
een vrije aftocht voor een aantal ingesloten Britse militairen weten te
bewerkstellen, krijgen zij van de Britten de schuld van het mislukken
van deze operatie. Een Poolse officier waarschuwde vooraf al voor het
mislukken van deze operatie en moest onder druk van de Britten zijn
functie opgeven. Pas 60 jaar later zijn deze Polen door de Nederlandse
regering in ere hersteld en onderscheiden. Vanaf eind 1944 trekken zij
Duitsland en op 1 mei 1944 geven de daar gelegerde Duitse troepen zich
over in Wilhelmshaven aan het Poolse leger. Vervolgens blijft het Poolse
leger corps in Duitsland tot in 1947, waarna het wordt ontbonden. Op een
enkeling na kunnen de Polen niet veilig terug naar het door het Rode
Leger bezette Polen. Vele gaan terug naar Groot-BrittanniĆ« en België.
Aanvullend deze M16 half-track draagt de leger markings van het Poolse
1st Light AA Regiment (1 Pulk Artylerii Przeciwpancernej) dat onder de
leiding stond van Major Bertold Berendt. Dit regiment was ingedeeld bij
de artillery van het Poolse 1st Armored Division.