Het Britse leger beschikte tijdens WW II over meerdere voertuigen c.q. middelen om een weg te banen door mijnenvelden. Dit komt met name tot uiting in de periode vanaf de voorbereidingen voor D-Day. De Geallieerden wisten dat de Duitsers massaal mijnenvelden hadden aangelegd bij stranden langs de Atlantic Wall. Het Britse 79th Armoured Division, bekend van de Hobart's Funnies, was uitgerust met deze voertuigen en middelen om zo, waar nodig ondersteuning te kunnen bieden aan de andere Britse divisies.
Op zoek naar een oplossing voor deze mijnenvelden werden er verschillende oplossingen ontwikkeld, getest en verbeterd. Tijdens de Great War (WW I, 1914-1918) hebben de Britten veel succes geboekt met de Bangalore. Dit was een buis, welke geladen was met explosieven en verlengt kan worden, door er andere buizen aan vast te schroeven. Zo kon het onder het prikkeldraad door en door een mijnenveld heen naar een object geschoven worden, om vervolgens tot ontploffing gebracht te worden. Deze oplossing was voor het banen van een veilige route door heen groter mijnenveld niet echt effectief. Als alternatief hierop werd de Snake ontwikkeld.
Bij de testen door het Britse leger was de Snake geen echt succes te noemen, daarop werd er gewerkt aan een opvolger de Conger, aangeduid als mine-clearing line charge.
De Conger Device werd geplaatst op een motorloze Universal Carrier en werd voortgetrokken door een tank van het type Churchill AVRE of door een Sherman tank. De Conger Device, bestaat uit een 5 inch raket, een dikke flexibele geweven slang en een op nitro glycerine gebaseerde hoogst explosieve vloeistof. De Conger Device werd door de tank naar de rand van een mijnenveld geduwd.
De 5 inch raket, word in de gewenste richting over het mijnenveld geschoten en trekt de slang achter zich aan. Deze slang was 302 meter lang, had een diameter van 5.08 cm en werd gevuld met 1,13 ton (!) op nitro glycerine gebaseerde explosieve vloeistof, welke werd aangeduid als 822C. Een maal in positie gebracht werd de slang gevuld met een hoogst explosieve 822C en daarna tot ontploffing gebracht.
Op deze wijze werden landmijnen tot ontploffing gebracht en ontstond er een min of meer veilige route door het mijnenveld.
Het Britse leger gebruikte deze Conger device vanaf 1944 op kleine schaal, mede door het grote risico dat de hoog explosieve vloeistof (nitro-glycerine) met zich meebracht.
 
Naast de Conger Device, beschikten de Britten voor het creëren van routes door mijnenvelden ook over Sherman flail tanks, bangalor torpedo tanks, de Snake Carrier en de Flying Bangalore. Het Britse leger oefende vol op met deze middelen voor het ruimen van mijnenvelden in de omgeving van het Britse Suffolk.

Bronnen: The Encyclopedia of Weapons of WWII, van Chris Bishop & diverse internet forums.
 

Voor zover mij bekend is heeft alleen het Britse leger gebruik gemaakt van de Conger Carrier. Het is in januari 1944 in gebruik genomen en voor de D-Day landingen getest in de omgeving van het Britse Suffolk. Er is niet veel informatie beschikbaar over de inzet van de Conger Carrier. Locaties waar de Conger is ingezet zijn bij de Slag om Calais, nabij de Duitse kustbatterij bij Cap Gris Nez in Frankrijk en in IJzendijke en Overloon in Nederland.
Een tragisch voorval op 20 oktober 1944 om 13:00u met meerdere Conger Devices deed zich voor bij IJzendijke in Nederland nabij de Belgische grens. In het tijdschrift 'After the Battle' no.99 staat een artikel genaamd: "The IJzendijke Explosion - Karel Margry investigates one of the largest accidental explosions of the whole North-West European campaign." Tijdens het vullen van een of meer Conger Carriers van het 284th Armoured Assault Squadron Royal Engineers gaat het goed mis. Bij het vullen van een of meer Conger Devices door Canadese vrachtwagen bestuurders ontstond een zeer grote explosie waarbij er 57 Britse en Canadese soldaten zijn omgekomen. Ook zijn de twee vrachtauto's met nitro-glycerine en vier Churchill AVRE tanks en de Conger Device's vernietigd door de explosie. De slachtoffers behoorden grotendeels toe aan het 284th Armoured Assault Squadron Royal Engineers.
Pas op 20 oktober 1997 is er een monument op de Isabellaweg 11 in IJzendijke geplaatst, n.a.v. een bezoek door een overlevende.
Volgens hem was men bezig met de voorbereidingen voor de Slag om de Schelde. De slachtoffers waren niet op de hoogte van de strenge voorschriften en hebben mogelijk bij het laden een fatale fout gemaakt. De voorschriften zijn een maand eerder opgesteld n.a.v. een oefening waar de gevaren duidelijk waren geworden en men tijdig de oefening heeft afgelast. Er zijn verhalen bekend van veteranen die melden dat na deze ramp de Conger Carrier niet meer is ingezet.
Mogelijk zijn er meer locaties, maar omdat de Conger Carriers ondersteuning verleenden aan andere Britse legeronderdelen worden ze vaak niet genoemd bij de vele gevechten die plaats vonden in West-Europa vanaf D-Day tot aan de Duitse overgave.
Wat wel bekend is:
De Conger Carrier was in gebruik bij het Britse 79th Armoured Division, bekend van de Hobart's Funnies. Deze divisie stond onder het bevel van Major General Sir Percy Hobart. Voor de geïnteresseerden, deze divisie was opgebouwd uit vier brigades, ieder met hun eigen specialisme. De onderdelen van een brigade verleende waar nodig ondersteuning aan andere Britse legeronderdelen.
De Conger Carrier werd voortgetrokken door een Churchill AVRE, deze waren ondergebracht bij de 1st Assault Brigade Royal Engineers, welke onderleiding stond van de brigadiers G.L. Watkinson en P.S.B. Sydenham.
Klik op deze link voor foto's van een demonstratie van de Conger Carrier tijdens WW II, in de omgeving van Metz in noord-oost Frankrijk. Bijgewoond door Amerikaanse Engineers. Klik hier!

 

Foto 1. t/m 3. Deze Universal Carrier met Conger Device is te zien in het Liberty Museum in Overloon (NL). Het behoort tot de belangrijke museum stukken die in de expositie hal te zien zijn. Deze 'Conger Carrier' is door vrijwilligers goed gerestaureerd. Van de carrier wordt gezegd dat het om een voormalige Britse Mortar Carrier uit 1941 gaat, welke is omgebouwd tot Conger Carrier.
Deze Conger Carrier werd in 1944 rond Overloon achter de hand gehouden om mijnenvelden onschadelijk te maken. Het bijzondere van deze Conger Carrier in het museum is, dat dit het enige overgebleven exemplaar wereldwijd is. Met andere woorden een uniek stuk, welke wereldwijde belangstelling heeft van geïnteresseerden over WW II.

Deze brigade was een van de vier brigades die waren ingedeeld bij het bekend Britse 79th Armoured Division dat onderleiding stond van Major General Sir Percy Hobart. Deze was verantwoordelijk voor de aangepaste pantservoertuigen, speciaal ontwikkeld voor de landing op de D-Day stranden in Normandï. De noodzaak daartoe was ingegeven door mislukte landing van Canadese troepen op het strand van Diepe in Noord-Frankrijk. Hierbij zakten de zware tanks weg in het natte zand bij de branding, tanks liepen vol met zeewater en andere werden door landmijnen en versterkte Duitse posities op het strand uitgeschakeld. Door aanpassingen aan bestaande tanks en pantsers ontstonden de succesvolle Hobart's Funnies, welke elke hun eigen specialisme hadden voor inzet op de stranden en later bij het doorkruisen van rivieren en mijnenvelden. Van de Conger Carriers is bekend dat zijn werden voortgetrokken door de Churchill AVRE tanks en Sherman tanks van het 1st Assault Brigade Royal Engineers. De brigade is onder meer betrokken geweest tijdens D-Day, en bij de bevrijding van Walcheren, bij de gevechten in Zuid-Limburg en Duitsland om het gebied tussen de Maas en Roer in handen te krijgen en bij Operatie Plunder in het Duitse Nordrhein-Westfalen. Operationele inzet van de Conger Carrier is voor zover bekend is, alleen gebeurd tijdens de Slag om Calais, nabij nabij de Duitse kustbatterij bij Cap Gris Nez in Frankrijk.