De "Loyd-Carrier" is de grootste in Groot-Brittannië gebouwde carrier en
een stuk groter dan de bekende Universal Carrier. Met een klein voordeel ten opzichte van
de Universal Carrier, er kon een bij de Loyd Carrier een canvas huifzijl overheen geplaatst
worden.
Het is van oorsprong ontwikkeld als een licht bepantserde, niet
bewapende personnel carrier. Er kon eventueel extra bepantsering platen
aangebracht worden, dit gebeurde in de praktijk veelal niet. Vanaf 1940
tot en met 1943 werd de Loyd Carrier gebruikt als personnel carrier voor
de Britse infanterie. Vanaf 1943 werd het ook gebruikt voor het
voorttrekken van lichte artillerie stukken, zoals het 6 pounder kanon en
het 4.2 inch mortier kanon.
De "Loyd-Carrier" is ontworpen door de Britse ingenieur Vivian Loyd op
basis van onderdelen welke afkomstig zijn van andere bestaande
voertuigen. Zo is de motor, de versnellingsbak en de overbrenging
afkomstig van de Fordson 15 cwt 4x2 vrachtwagen.
De tracks, loopwielen en de vering zijn overgenomen van de Britse Light
Tank Vickers. Een opvallend detail van deze Loyd Carrier is dat het
sturen door middel van stuurhandels gebeurd, die ervoor zorgen dat de
tracks aan een zijde remmen.
Een nadeel van deze carrier was dat de motor achterin in het
compartiment staat, hierdoor wordt de ruimte voor opslag en personeel
beperkt. Zo moesten er twee carriers ingezet worden als het werd
ingezet bij de lichte artillerie. Een carrier voor het vervoeren van de
granaten en een carrier voor het trekken van de lichte artillerie en het
vervoeren van de soldaten.
Eind 1939 deed het Britse leger testen met het voertuig en in eerste instantie
werden ze gebouwd door het kleine bedrijf van Vivian Loyd.
De eerste order besloeg 200 exemplaren voor het Britse leger. Later zijn de Loyd Carriers
gebouwd door meerdere grotere bedrijven zoals de Ford Motor Company en Wolseley Motors
(13.000 exemplaren gezamenlijk) en Dennis Brothers Ltd, Aveling & Barford en
Sentinel Waggon Works. In totaal werden er 26.000 exemplaren gebouwd door deze
verschillende firma's.
Met een gewicht van 4,5 ton en een aandrijving door een Ford V8 benzinemotor van 85pk
(64kW) had het voertuig een actieradius van 220 km en een topsnelheid van 48 km/u. De
motor is achterin geplaatst, welke het aandrijfwiel aan de voorzijde aandrift middels
een lange aandrijfas onder het voertuig.
In de loop van de oorlog zijn er verbeteringen aangebracht, hierdoor zijn er min of meer
twee uitvoeringen de Mk. I en de Mk. II.
De verschillen tussen de Mk. I en Mk. II zijn niet echt groot. Om het verhaal toch volledig
te maken voor de geïnteresseerden;
Bij de Mk. II werd de gepantserde opbouw extra verstevigd met extra steunen, tevens werden
de remmen veranderd van Bendix naar Girling remmen. Veelal zijn de motoren bij de Mk. II en
bij aangepaste Mk. I modellen niet de standaard Britse Ford 85bhp V-8 motoren, maar de betere
Amerikaanse Fort V-8, 90pk motoren of de Canadese Ford V-8, 85pk motoren.
Op basis van inzet c.q. gebruik gaf het Britse War Department verschillende typeaanduidingen aan de Loyd Carrier.
(TPC) Tracked Personnel Carrier, de standaard personnel carrier
voor de infanterie.
(CTT) Carrier Tracked Towing, voor het voortrekken van het 4.2
inch mortier kanon, de QF 2 en QF 6 pounder anti-tank kanonen en hun
benodigde bemanning en munitie.
(CTCLM) Carrier Tracked Cable Layer Mechanical, een aangepaste
carrier voor het uitrollen van communicatiekabels door het Britse 'Royal
Signals Corps'.
(CTSC) Carrier Tracked Starting and Charging, een aangepaste
carrier uitgerust met 30 volt en 12 volt generators, aangedreven
door de motor, o.a. voor het laden van accu's. Werd ingezet als
hulpvoertuig bij de armoured (tank) regiments voor het starten van
motoren van tanks met startproblemen.
De standaard uitvoering zonder extra's zoals die op de Mark II zitten.
De verschillen tussen de No1. No.2 en No. 3 zijn kleine verbeteringen o.a.
m.b.t. de zitplaatsen en opslag mogelijkheden.
Universal Carrier Mk. II [No.1 en No.2]
Mk. II heeft een scharnierbare gepantserde klep bij de bovenkant
van commander' s positie, boven de Bren Gun.
Een ronde stalen railing c.q. (hand) grip rand aan de bovenzijde
van de opbouw, bij een Mk. I is deze van hout.
Heeft aan de linkerzijde een plaat waarin je je voet kan
plaatsen bij het instappen.
Aan de achterzijde een mogelijkheid om een aanhanger voort te
trekken.
Aangepaste verlichting, waarbij een koplamp van een
verduister-kap is voorzien.
Het verschillen tussen de No.1 en No.2 is dat de No.2 over een gelaste
en waterdichte opbouw beschikt, daarnaast zijn er kleine verbeteringen o.a. m.b.t. de zitplaatsen, opslag mogelijkheden.
Universal Carrier Mk. III [No.1]
Deze is vrijwel identiek aan de Universal Carrier Mk. II. De verschillen
zijn wederom verbeterde en aangepaste opslag mogelijkheden, wijzigingen
aan het motordek en een nieuw type afscheidingsplaat tussen het voor en
achtercompartiment.
Wasp
Beschikt over een vlammenwerper als bewapening.
De 2" Mortar Carrier en de 3" Mortar Carrier Mk. I en Mk. II.
In totaal zijn er circa 35.000 stuks gebouwd in Groot-Brittannië.
Loyd Carrier
Herkenbaar aan vier (2 x 2) loopwielen in de tracks. De Loyd Carrier
is in 1940 door de Britse firma Vivian Loyd & Co, als enige carrier
ontworpen en gebouwd als Personnel carrier, voor het vervoer van acht
personen en was daardoor iets langer als de standaard Universal
Carriers. Er zijn er ruim 15.000 stuks van gebouwd o.a. door:
Aveling & Barford, Dennis Brothers Ltd, Ford Motor Company, Sentinel
Waggon Works en Wolseley Motors. Er zijn drie type motoren gebruikt, de
standaard Britse Ford V8, de Amerikaanse Ford en Canadese motoren.
Dit zijn varianten van de Britse Universal Carrier. In totaal zijn er circa 5.600 stuks
gebouwd in Australië en circa 500 stuks in New Zealand.
- De Canadese uitvoeringen -
Type / Model
Beschrijving:
Windsor Carrier
De Windsor Carrier, is iets langer dan de Britse en herkenbaar aan vier (2 x 2)
loopwielen in de tracks. Aan de achterzijde voorzien van een mogelijkheid om een aanhanger
voort te trekken.
Hiervan zijn er in 1944-1945 circa 5.000 stuks gebouwd in Canada.
De opbouw (hull) is aan elkaar bevestigd met klinknagels.
Universal Carrier
Tijdens WW II, zijn er in Canada in totaal 28.988 stuks Universal Carriers gebouwd in diverse uitvoeringen.
- De Amerikaanse uitvoeringen -
Type / Model
Beschrijving:
T16 Mk. I
Herkenbaar aan vier (2 x 2) loopwielen in de tracks.
Veelal aan de achterzijde voorzien van een mogelijkheid om een aanhanger voort te trekken.
Hiervan zijn er circa 14.000 stuks van gebouwd in de Verenigde Staten.
De opbouw (hull) is aan elkaar bevestigd met een lasverbinding.
Voor zover bekend is, zijn alle circa 26000 exemplaren in gebruik geweest
bij de Britse Royal Army en bij de legers van de landen van het
Commonwealth. Tijdens de bevrijding van onder andere België en Nederland
werden ze gebruikt door het Britse leger. In 1944 werd bij operatie Market
Garden de Loyd Carrier gebruikt door het Britse anti-tank platoon,3rd Battalion, Irish
Guards. Tijdens WW II heeft een onbekend aantal Loyd Carriers dienst gedaan bij de Belgische Piron Brigade en de
Nederlandse Prinses Irene Brigade. Een support platoon van deze brigades
beschikten bijvoorbeeld over drie Loyd Carriers en twee
zes-ponders en enkele Loyd Carriers voor troepen
transport. Na WW II hebben België, Denemarken en Nederland een aantal
exemplaren overgenomen van de Britten.
Zover bekend heeft Nederland eind 1945,120 exemplaren overgenomen van de
Britten. Er is door de Nederlandse regering om meer exemplaren gevraagd,
maar onbekend is of deze ook zijn geleverd. Aan een dergelijke vraag
door de Deense regering is niet voldaan.
Foto 1 en 2. Deze Bitse Loyd Carrier, uitgerust
in het woestijn camouflage schema van het Britse 8th Army, staat in het
Imperial War Museum in Duxford (GB). In deze uitvoering, als (CTT) Carrier Tracked Towing voor het 6 pounder
kanon, werd hij vanaf 1943 ingezet door de Britten tegen het Duitse
Afrika Korps in Noord-Afrika. Het Duitse Afrika Korps gaf zich in mei
1943 over aan de Geallieerde troepen in Noord-Afrika. Vervolgens is de
uitvoering (CCT) tijdens WW II nog ingezet in Italië en West-Europa.
De herkomst en geschiedenis van het voertuig zijn mij onbekend, er zijn
ook geen leger tekens (markings) aangebracht op dit voertuig. Zo te zien
verkeert het wel in een goede staat van onderhoud en het is opgesteld in
een diorama in een van de hallen van het museum, de Land Warfare Hall.
De Britse ingenieur Vivian Loyd op basis van een Fordson 15 cwt 4x2 vrachtwagen.
Ontwikkeld in:
Voor 1939
Geproduceerd:
Vanaf 1939 tot onbekend.
Geproduceerd door:
In eerste instantie door het bedrijfje van Vivian Loyd. Later
gebouwd door meerdere grotere bedrijven zoals de Ford Motor Company
en Wolseley Motors (13.000 exemplaren gezamenlijk) en Dennis Brothers
Ltd, Aveling & Barford en Sentinel Waggon Works
Aantal geproduceerd:
26.000 Exemplaren.
Gewicht:
4,5 ton
Afmetingen:
LxBxH = 4,14 x 2,05 x 2,13 m.
Bepantsering:
Maximaal 6 mm dik
Motor:
Standaard Britse Ford V8 benzinemotor van 3621cc en 85pk (64kW),
later de betere Amerikaanse Fort V-8, 90pk motoren of de
Canadese Ford V-8, 85pk motoren.
Max. snelheid:
48 km/u
Max. bereik:
220km
Bemanning:
Een bestuurder en optioneel plaats voor zeven extra personen.