Tijdens WW II zijn de half track of half-rups in het algemeen gebruikt omdat het aanmerkelijk goedkoper
was dan een vol-rupssysteem en goede rij eigenschappen had in het terrein. Na de Sherman tanks zijn de
Amerikaanse half-tracks de meest gebouwde en in de strijd toegepaste voertuigen tijdens WW II.
De totale productie in Amerika vond plaats bij vier bedrijven; White Motor Company, Autocar Company, Diamond T
Motor Car Company en International Harvester Company. Inclusief alle varianten zijn er in totaal meer dan 40.000
exemplaren gebouwd en in gebruik geweest bij vrijwel alle Geallieerde bondgenoten.
De M3 half-track, is een Armoured Personnel Carrier, gebouwd door drie
Amerikaanse bedrijven, White Motor Company, Autocar Company en Diamond T
Motor Car Company.
De M3 half-track is de iets grotere opvolger van de M2 half-track, Naast
vervoer van tien manschappen en drie man in de cabine kon de M3 ook
dienst doen als transport voertuig voor munitie of het voorttrekken van
houwitsers of andere artillerie wapens. In tegenstelling tot de M3A1
half track, is de M3 niet standaard uitgerust met bewapening, een .50
cal Browning machine geweer was optioneel.
M3, plaats voor 13 man, 10 passagiers en drie bemanningsleden.
De laadruimte achter de cabine is langer dan de M2 en heeft een deurtje.
Aantal: 12.391 exemplaren + 108 omgebouwde 75 mm HMC T30
M3A1, plaats voor 13 man, 10 passagiers en drie bemanningsleden.
Met extra geschutsring M49 voor .50 machine geweer.
Beschikt over meerdere bevestigingspunten waarop een .30 machine geweer geplaatst kan worden.
Aantal: 2862 exemplaren
De M3 half-track is door de Verenigde Staten onder het Lend Lease
Program geleverd aan de Geallieerde bondgenoten.
Echter, er zijn geen half-tracks geleverd aan België tijdens WW II.
Foto 2.1 en 2.2
Op deze foto's staat een volledig uitgeruste Amerikaanse M3 half-track
van het Historisch museum te Bastogne.
Aan de voorzijde bij de bumper is geen 'unditching roller' aanwezig,
maar wel een lier type "Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery
winch". Bewapening is een .50 mitrailleur (12,7 mm Browning M2).
Gewicht: 10 ton, Bemanning: 13. Voor de oplettende kijker, aan de
zijkant boven de track is een soort van rek zichtbaar, Hierop werden de
mijnen bevestigd tijdens het transport.
Informatie over de herkomst en het gebruik van deze M3 Half-track,
zonder unit markings ontbreken. Wel aanwezig zijn.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
Foto 3.1 Deze Amerikaanse M3 half-track was als deelnemer te zien tijdens de militaria
evenement Wings en Wheels in Ursul (2005). De markings op het voertuig verwijzen naar het Amerikaanse 1ste
Armored Division, "the Old Ironside". Op de voorzijde bij de bumber is een lier type "Tulsa Model
18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd. De historie en herkomst van deze half-track zijn bij mij
onbekend. Een toelichting op de leger markings op deze M3 half-track.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2de):
1▲16E staat voor het 1st Armored Division, 16th Engineers Battalion.
Unit marking (3de):
Ontbreekt, bijvoorbeeld D-13 (wit) staat voor het 13de voertuig van "D" Company.
Army registration number:
USA 401-----, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
"The Old Ironside". Deze divisie heeft tijdens WW II in Noord-Afrika en Italië gevochten tegen de
Duitsers. De Divisie heeft niet gevochten in West-Europa, maar is vanuit Italië na afloop van de oorlog
overgeplaatst naar Duitsland als bezettingsmacht in de Amerikaanse sector.
Foto 4.1 Deze Amerikaanse M3 half-track was als deelnemer te zien tijdens de militaria
evenement Wings en Wheels in Ursul (2008). Herkomst en geschiedenis van het voertuig zijn bij mij onbekend. Op de
voorzijde bij de bumper is een lier type "Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd.
De markings op de M3 half-track verwijzen naar het Amerikaanse 3rd Armored Division, "Spearhead", iets
meer informatie over de leger markings op deze M3 half-track.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Brutus = benaming voertuig, de eerste letter, de B geeft aan dat dit
voertuig tot B company zou kunnen behoren, het kan ook dienen als een radio call-sign.
Unit marking (1st+2de):
3▲ 36-I staat voor het 3rd Armored Division, 36th Armored
Infantry Regiment. Bijnaam van 3rd AD is Spearhead en de bijnaam van 36th AI Reg is "Blitz Doughs". De 3rd AD
is zeer actief geweest in WWII, o.a. en heeft oa gevochten in Normandië en in de Ardennen.
Unit marking (3de):
A-13 (wit) staat voor het 13de voertuig van "A" Company.
Army registration number:
USA 4061977, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
3rd Armored Division, "Spearhead" is een grote "heavy"" pantser divisie en heeft tijdens
WW II zwaar strijd geleverd tegen de Duitsers in West-Europa. Ze kwamen voor het eerst in actie op 29 juni 1944,
dus na de D-Day landingen in Normandië. Onder bevel van Major General Leroy R. Watson, verloopt de battle
tour via de bekende slagvelden, zoals de Falaise Pocket, Hürtgenwald, Battle of the Bulge. Spearhead heeft
daarbij behoorlijk zware verliezen geleden. Na Bastogne, op 7 februari 1945 neemt Major General Maurice Rose het
bevel over en bezoekt frequent zijn jongens bij de frontlinie, dit werd hem fataal. Op 31 maart 1944 werd hij in
het Duitse Paderborn doodgeschoten. De dood, van de bij zijn mannen populaire major general, van Joodse afkomst,
had een enorme impact op de motivatie en vechtlust van de Amerikaanse troepen in Europa. Voor meer info kijk op
de link van Spearhead, onder aan de pagina.
Foto 5.1 t/m 5.3 Deze Amerikaanse M3 half-track was als deelnemer te
zien tijdens de militaria evenement Wings en Wheels in Ursul (2009). De markings op het voertuig verwijzen naar
het Amerikaanse 2nd Armored Division, "Hell on Wheels". Op de voorzijde bij de bumber is een lier type
"Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd. Klein detail, voorop zijn
richtingaanwijzers gemonteerd.
De historie en herkomst van deze half-track zijn bij mij onbekend. Een toelichting op de leger markings op deze M3
half-track.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2de):
2▲-X(wit), 2▲ staat voor het 2nd (heavy) Armored Division
"Hell on Wheels", de letter X geeft aan dat dit voertuig toebehoord aan de divisie in plaats van
een regiment dat onder deze divisie leiding opereert.
Unit marking (3de):
HQ 3(wit), 3rd vehicle HeadQuarter, de staf divisie van het 2nd
(heavy) Armored Division.
Army registration number:
USAW 4017751S, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld. De letter W is een aanduiding die op voertuigen tot en met
1943 is toegepast. De letter S, "suppressed", achter het hoodnumber; geeft aan dat het niet was
toegestaan om een radiozender in het voertuig te hebben.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een 'national identification symbol' voor
de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.
Zeer kort samengevat heeft deze Amerikaanse "heavy" armored division vrijwel aan een stuk door gevochten
tegen de Duitsers tijdens WW II. Onderdelen van deze divisie hebben achtereen volgens gevochten in 1942 in Afrika
samen met o.a. de Britten gevochten tegen het Duitse Afrika Korps, ondanks zware verliezen dwingen zij dit Duitse
leger korps tot de overgave. Vervolgens gaat de strijd tegen de Duitsers verder in 1943 op Sicilië. Tijdens
D-Day op 6 juni 1944 zijn twee onderdelen betrokken en uitgerust met Sherman-DD tanks.
Hun taak was te landen op Omaha Beach en ondersteuning te geven aan de Amerikaanse troepen op het strand. Dit
loopt op een mislukking uit, onder anderen omdat de Sherman-DD tanks te vroeg en in te diep water werden
ontscheept en direct naar de bodem van de zee zonken. Een onderdeel dat wel bij het strand aan land ging, werd
vrijwel geheel uitgeschakeld door de Duitse verdediging.
Op 9 juni 1944 komen de overige eenheden van het 2nd AD aan land in Normandië. Tot 25 augustus 1944 raken
zij betrokken bij diverse operaties tegen de Duitsers in Normandië, waaronder de strijd om de Zak van de
Falaise. Na de uitbraak uit Normandië gaat het richting de Seine naar Noord-Frankrijk om bij Tournai Belgiï
in te gaan. Iets oostelijk van Brussel trekken ze op richting Luik en Zuid- Limburg. Op 18 september 1944
beginnen de gevechten rond de Duits-Nederlandse grens nabij Geilenkirchen, op 3 oktober 1944 breken ze door de
Duitse Siegfriedlinie heen. Tijdens de Duitse tegen aanval in de winter van december 1944 en januari 1945 helpt
de divisie de Duitse aanval af te slaan in het oostelijke deel van de Ardennen, onder anderen in de omgeving van
de Ourthe rivier.
Na een korte rust in februari 1944 gaat de opmars verder via midden Duitsland naar Berlijn. Bij de Elbe
aangekomen krijgen ze orders om de opmars te stoppen om zo het Rode Leger niet voor de voeten te lopen. Uit
eindelijk bereiken ze in juli 1945 als eerste Amerikaanse leger eenheid Berlijn. Vanwege de bevrijding van Zuid-
Limburg dragen veel Nederlanders hun een warm hart toe.
Foto 6.1 Deze M3 half-track was te zien op 5-6 mei 2007 in Bussum op het evenement
Bussum Bridgehead. Aan de voorzijde bij de bumper is geen 'unditching roller' aanwezig, maar wel een lier type
"Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch". Zowel herkomst als geschiedenis van deze Amerikaanse
half-track zijn bij mij niet bekend. Iets over de markings op het voertuig, voor een deel wel zichtbaar en niet zichtbaar.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Jumping Jack Flash = benaming voertuig, de eerste letter, de J geeft aan
dat dit voertuig tot J company zou kunnen behoren echter dit klopt niet, kan ook dienen als een radio call-sign.
Decoratie:
Achterop de half-track staat The Lucky 7th, is geen officiïle leger marking, maar
door de eigenaar aangebracht ter ere van de 7th Armored Division, wiens bijnaam Lucky Seventh is.
Unit marking (1st+2de):
7▲ 203 AAA, staat voor het 7th Armored Division, 203rd Anti-aircraft Artillery
(Automatic Weapons) Battalion. Actief vanaf Normandië, via Noord-Frankrijk naar Zuid-Nederland om vervolgens deel te nemen
aan de Battle of the Bulge en daarna Duitsland (Ruhr pocket) in te trekken.
Unit marking (3de):
D-13 (wit) staat voor het 13de voertuig van "D" Company.
Army registration number:
USA 40100486, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek voertuig nummer
uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij
onderhoud in het veld.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een
'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.
Het 7th Armored Division, "Lucky Seventh", is op 1 maart 1942 in Amerika opgericht. Na trainingen in
Amerika, vertrekt het naar Schotland om daarop 13 juni 1944 in Greenock in Schotland aan te komen. Daar opvolgend
beginnen de voorbereidingen voor de gevechten tegen de Duitsers in West-Europa. Niet op D-Day maar op 10 augustus
1944, net voor het sluiten van de "zak van Falaise", komen ze aan in Normandië. Van 13 tot 18
augustus 1944 doen ze hun eerste gevechtservaring op bij de strijd om Chartres. De Duitsers trekken zich razend
snel terug en de divisie komt op 31 augustus 1944 al aan in Verdun. De opmars gaat snel verder in oostelijke
richting naar de Moesel rivier, een poging om deze op 6 september 1944 over te steken mislukt. Er volgen daarop
zware gevechten nabij Metz.
Op 10 september 1944 mislukt een tweede poging om de Moezel over te steken ten noordwesten van Metz. Een derde
poging lukt op 15 september 1944 wel bij Arnaville ten zuiden van Metz.
Op 25 september 1944 wordt het verplaatst naar Zuid-Nederland, om de zuid flank van Operatie Market-Garden te verdedigen.
Operatie Market-Garden mislukt en het gebied ten zuiden van de grote rivieren vinden met regelmaat grote gevechten
plaats, waarbij de Duitsers fel vechten en zware artillerie beschietingen uitvoeren. De Duitsers slagen er in om
een bruggenhoofd te vestigen aan de zuid zijde van de grote rivieren, net over de Maas heen bij Overloon. Op 30
september 1944 begint de eerste Slag om Overloon welke tot en met 5 oktober 1944 zou gaan duren. Deze eerste aanval
werd door de Amerikanen geleid en door zware regen waren alleen de wegen begaanbaar, waardoor de goed verborgen
Duitse 88 mm kanonnen vrij spel hadden om in zes dagen 35 stuks Amerikaanse Shermans uit te schakelen. De 7th
Armored Division heeft daarbij zeer zware verliezen geleden en werd afgelost door de Britten.
Tijdens de Slag om de Ardennen weten ze hun beschadigde imago te herstellen en vechten succesvol tegen de Duitsers
aan de noord flank nabij St.-Vith. Later wordt de strijd voortgezet in het al eerder bevochten Hürtgenwald
nabij Aken. Via de Rijn gaat het dan naar Bonn en Remagen. Zware gevechten volgden in de Ruhrpocket. Na de Duitse
overgave verblijft de divisie in de Britse sector, na de parade in Berlijn gaat het naar de Amerikaanse sector en
vertrekt naar Amerika.
In oktober 1945 word de divisie opgeheven in New York.
Foto 7.1 en 7.2 Deze M3 half-track was te zien in mei 2009 in Bussum op het evenement
Bussum Bridgehead. Aan de voorzijde bij de bumper is geen 'unditching roller' aanwezig, maar wel een lier type
"Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch". Over de cabine en de achterzijde van de half-track
zit een canvas zeildoek om de bemanning tegen het weer te beschermen. Tijdens de oorlog waren deze niet populair
bij de bemanning omdat het canvas zeildoek het gebruik van wapens bemoeilijkte. Zowel herkomst als geschiedenis
van deze Amerikaanse half-track zijn bij mij niet bekend. Iets over de leger markings op het voertuig, voor een
deel zijn deze niet aanwezig.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Ontbreekt, bijvoorbeeld Catherine, de eerste letter, de C geeft aan dat
dit voertuig tot C company behoord, kan ook dienen als een radio call-sign.
Vehicle painting:
Zie de cabine deur, een dame op haar rug houdt een militaire pet omhoog met haar voet.
Unit marking (1st+2de):
Ontbreekt, bijvoorbeeld 7▲ 203 AAA, staat voor het 7th Armored Division, 203rd Anti-aircraft
Artillery (Automatic Weapons) Battalion.
Unit marking (3de):
Ontbreekt, bijvoorbeeld D-13 (wit) staat voor het 13de voertuig van "D" Company.
Army registration number:
W-4257183 S, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld. De letter W is een aanduiding die op voertuigen tot en met 1943 is
toegepast. De letter S, "suppressed", achter het hoodnumber; geeft aan dat het niet was toegestaan om een
radiozender in het voertuig te hebben.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een
'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.