Tijdens WW II zijn de half track of halfrups in het algemeen gebruikt omdat het aanmerkelijk goedkoper was dan een
volrupssysteem en toch goede eigenschappen had in het terrein. Na de Sherman tanks zijn de Amerikaanse half-tracks
de meest gebouwde en in de strijd toegepaste voertuigen tijdens WW II.
De totale productie in Amerika vond plaats bij vier bedrijven; White Motor Company, Autocar Company, Diamond T
Motor Car Company en International Harvester Company. Inclusief alle varianten zijn er in totaal meer dan 40.000
stuks gebouwd en in gebruik geweest bij vrijwel alle Geallieerde bondgenoten. Kort samengevat zijn de
belangrijkste uitvoeringen: \de M2 en M2A1, de M3 en de M3A1, de mortar carriers M4, M4A1 en M21 en tenslotte de
antiaircraft quad carrier, de "M16 half-track".
De half-track M3A1, is een Armoured Personnel Carrier, gebouwd door twee Amerikaanse bedrijven, Autocar Company en
Diamond T Motor Car Company. De half-track M3A1 is de iets grotere opvolger van de M2A1 half-track, Naast vervoer
van tien manschappen en drie man in de cabine kon de M3A1 ook dienst doen als transport voertuig voor munitie of het
voorttrekken van houwitsers of andere artillerie wapens. In tegenstelling tot de M3 half track, is de M3A1 standaard
uitgerust met bewapening, hiervoor is een extra opbouw met geschutsring, de ring mount M49, geplaatst boven de cabine.
Hierop kan een .50 cal. Browning machine geweer worden bevestigd, daarnaast zijn er meerdere bevestigingspunten
aangebracht voor .30 cal machine geweren.
Aan de voorzijde bij de bumper kan er een 'unditching roller' aanwezig zijn, maar er werd ook wel een lier type "Tulsa
Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd. Over de tracks kunnen we vermelden dat deze door de
firma Goodrich zijn ontworpen en van rubber zijn gemaakt en verstevigd zijn door staalkabels. Indien het rubber
scheurt kan de staalkabel nat worden en gaan doorroesten. Dit laatste is nogal eens het geval bij de half-tracks
die vandaag de dag nog te zien zijn.
M3, plaats voor 13 Personen 10 passagiers en drie bemanningsleden.
De laadruimte achter de cabine is langer dan de M2 en heeft een deurtje.
Aantal: 12.391 stuks + 108 omgebouwde 75 mm HMC T30
M3A1, plaats voor 13 Personen 10 passagiers en drie bemanningsleden.
Met extra geschutsring M49 voor .50 machine geweer.
Beschikt over meerdere bevestigingspunten waarop een .30 machine geweer geplaatst kan worden.
Aantal: 2862 stuks
De half-track M3A1 is door de Verenigde Staten onder het Lend Lease Program geleverd aan de Geallieerde bondgenoten.
Echter, er zijn geen M3A1 half-tracks geleverd aan het Nederlandse leger tijdens WW II.
Foto 2.1 en 2.2 Deze half-track M3A1 was in 2008 te zien in Ursul (B) op het evenement
Wings & Wheels. Aan de voorzijde bij de bumper is een 'unditching roller' aanwezig. De geschutsring, ring
mount M49, met .50 machine geweer is duidelijk te zien boven op de cabine. Voor de oplettende kijker, aan de
zijkant boven de track is een soort van rek zichtbaar, Hierop werden de mijnen bevestigd tijdens het transport.
De half-track verkeert in een zeer goede staat en heeft een Belgische eigenaar. Nadere informatie of de herkomst
en geschiedenis over dit voertuig ontbreken. De leger markings op het voertuig
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Nickname:
"Raider" is de bijnaam van het voertuig, motivatie onbekend.
Unit marking (1st+2de):
3▲ 36-I, staat voor het 3rd Armored Division, 36th Armored
Infantry Battalion.
Unit marking (3de):
A-15 (wit) staat voor het 15th vehicle van "A" Company.
Army registration number:
USA 4061997, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
Het 36th Armored Infantry Division was een onderdeel van het US Army 3rd Armored Division, "Spearhead",
heeft oa gevochten in Normandiï en hebben hun sporen dik verdiend bij de gevechten in de Ardennen (noord
flank, bij de rivier de Roer), de strijd bij Ranes-Fromentel in Frankrijk en de gevechten in de regio
bij Stolberg in Duitsland. De bijnaam van het 36th Armored Infantry Division was 'Dough-boys'.
Foto 3.1 Deze half-track M3A1 staat bij de brug over de Ambleve te Stavelot, Belgiï.
Deze Amerikaanse half-track M3A1 herinnert aan de gevechten van 18 december 1944 tot 13 januari 1945 in en nabij
Stavelot. Daar wisten de Amerikaanse infanteristen en een sectie tank destroyers, onder leiding van major P. J.
Sollis een aantal Duitse tanks van Jochem Peiper's divisie, die over de brug naar het plein in Stavelot reden uit
te schakelen. De Duitse overmacht onder directe leiding van Peiper was te groot, een aantal half-tracks en tank
destroyers werd uitgeschakeld. Major P. J. Sollis vlucht met een tank destroyer, zonder munitie, richting Malmedy
om een via een klein weggetje een steile heuvel op te rijden. Daar was een brandstof depot van 13 miljoen liter
benzine. Met hulp van een Belgische politieman hebben ze de vaten voor een deel de weg opgerold, juist voor de
aankomst van achtervolgende Duitse Panthers.
Er ontstond een vuurzee, waarop de Duitsers omdraaiden en hun weg naar Troi Points vervolgden. Deze half-track
komt uit Frankrijk waar hij gebruikt werd tijdens de landing in Normandiï. Voor de oplettende kijker, aan de
zijkant boven de track is een soort van rek zichtbaar, Hierop werden de mijnen bevestigd tijdens het transport.
Aan de voorzijde bij de bumper is een 'unditching roller' aanwezig.
De geschutsring, ring mount M49, met .50 machine geweer is duidelijk te zien boven op de cabine. De leger markings
op deze half-track M3A1.
825TDBCOA : 825th Tank Destroyer Battalion A-Company, (sectie tank
destroyer's)
Landing Ships, Tank sign:
LST1009, geeft aan dat het voertuig op het landingsschip voor tanks, de
US LST1009 heeft gestaan tijdens de overtocht naar Omaha Beach.
Foto, link LST1009 crew
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in
gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een
'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik
vanaf 1943.
Army registration number:
USA 401029075, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department.
Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
526th Armored Infantry Battalion, (infanterie bataljon) en het 825th Tank Destroyer Battalion waren oa vanaf
17-21 december 1944 met andere eenheden gelegerd nabij Stavelot en Malmedy. Beter bekend als de noord flank van de
Duitse aanval in het Ardennengebied.
526th AIB heeft o.a. in Stavelot de brug moeten verdedigen en onderdelen waren in Malmedy toen op 21 december 1944
de Duitsers Malmedy aanvielen o.l.v. Otto Skorzeny.
De Duitse aanval bestond uit het zuiden bestond uit een left wing en een right wing, de left wing kwam uit de
richting van Baugnez!
Voor de goede order, het 526th AIB was een onafhankelijke Infantry eenheid en kon door de leiding (LTG Courtney
H. Hodges) van het US First Army, ingezet worden daar waar ondersteuning nodig was. Het is ook de enige
zelfstandige US Infantry eenheid die op zichzelf opereerde na D-Day in Europa. Nog een ander bekend verhaal over
het 526th AIB is dat over de fuel dump nabij Stavelot, dit is ook te zien in de film "The Battle of the Bulge."
Foto 4.1 Deze M3A1 half-track was te zien op 5-6 mei 2007 in Bussum op het evenement
Bussum Bridgehead. De geschutsring, ring mount M49, met .50 machine geweer is duidelijk te zien boven op de
cabine. Aan de voorzijde bij de bumper is een lier type "Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch"
bevestigd. Voor de oplettende kijker, aan de zijkant boven de track is een soort van rek zichtbaar, Hierop
werden de mijnen bevestigd tijdens het transport. Zowel herkomst als de geschiedenis van deze Amerikaanse
half-track zijn bij mij niet bekend. Iets over de aanwezige markings op het voertuig, voor een deel wel
zichtbaar en deels niet zichtbaar.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2th):
7▲-87 R, staat voor het 7th Armored Division, 87th Cavalry
Reconnaissance Squadron.
Unit marking (3rd):
E-01 (wit) staat voor het 1ste voertuig van "E" Company.
Army registration number:
USA 40163729, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in
gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een
'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik
vanaf 1943.
Dit Amerikaanse squadron was betrokken bij de bevrijding o.a. van Meijel. Op 27 Oktober 1944, was het belangrijkste
deel van de 7th AD in verdedigingsposities langs de lijn Nederweert, Meijel en Liesel. Het deed een poging om het
Deurne kanaal in oostelijke richting aan te vallen. De Duitsers lanceerden een offensief met twee divisies op
Meijel, het dun uitgerekte 87ste Verkenning Eskader van de Cavalerie van het 7th Armored Division 'Lucky Seventh'
werd door deze aanval verrast. Dankzij de hulp van het Britse 8ste Leger Corps werd de aanval afgeslagen.
Het 7th Armored Division, "Lucky Seventh", is op 1 maart 1942 in Amerika opgericht. Na trainingen in
Amerika, vertrekt het naar Schotland om daarop 13 juni 1944 in Greenock in Schotland aan te komen. Daar
opvolgend beginnen de voorbereidingen voor de gevechten tegen de Duitsers in West-Europa. Niet op D-Day maar op
10 augustus 1944, net voor het sluiten van de "zak van Falaise", komen ze aan in Normandiï. Van
13 tot 18 augustus 1944 doen ze hun eerste gevechtservaring op bij de strijd om Chartres. De Duitsers trekken
zich razend snel terug en de divisie komt op 31 augustus 1944 al aan in Verdun. De opmars gaat snel verder in
oostelijke richting naar de Moesel rivier, een poging om deze op 6 september 1944 over te steken mislukt. Er
volgen daarop zware gevechten nabij Metz.
Op 10 september 1944 mislukt een tweede poging om de Moezel over te steken ten noordwesten van Metz. Een derde
poging lukt op 15 september 1944 wel bij Arnaville ten zuiden van Metz.
Op 25 september 1944 werd het verplaatst naar Zuid-Nederland, om de zuid flank van Operatie Market-Garden te
verdedigen.
Operatie Market-Garden mislukt en het gebied ten zuiden van de grote rivieren vinden met regelmaat grote
gevechten plaats, waarbij de Duitsers fel vechten en zware artillerie beschietingen uitvoeren. De Duitsers
slagen er in om een bruggenhoofd te vestigen aan de zuid zijde van de grote rivieren, net over de Maas heen bij
Overloon. Op 30 september 1944 begint de eerste Slag om Overloon welke tot en met 5 oktober 1944 zou gaan
duren. Deze eerste aanval werd door de Amerikanen geleid en door zware regen waren alleen de wegen begaanbaar,
waardoor de goed verborgen Duitse 88 mm kanonnen vrij spel hadden om in zes dagen 35 stuks Amerikaanse Shermans
uit te schakelen. De 7th Armored Division heeft daarbij zeer zware verliezen geleden en werd afgelost door de
Britten.
Tijdens de Slag om de Ardennen weten ze hun beschadigde imago te herstellen en vechten succesvol tegen de
Duitsers aan de noord flank nabij St.-Vith. Later werd de strijd voortgezet in het al eerder bevochten Hürtgenwald
nabij Aken. Via de Rijn gaat het dan naar Bonn en Remagen. Zware gevechten volgden in de Ruhrpocket. Na de
Duitse overgave verblijft de divisie in de Britse sector, na de parade in Berlijn gaat het naar de Amerikaanse
sector en vertrekt naar Amerika.
In oktober 1945 werd de divisie opgeheven in New York.
Foto 5.1 t/m 5.3 In het Liberty Park in Overloon zijn twee musea opgenomen, het Oorlogs
en Verzetsmuseum en het Marshall Museum.
In de grote hal van het Marshall Museum staat deze half-track M3A1 en is te bezichtigen als onderdeel van een
expositie over de Red Ball Expres, de Geallieerde bevoorrading in Europa tijdens WW II. Aan de voorzijde bij de
bumper is een 'unditching roller' aanwezig.
De geschutsring, ring mount M49, met .50 machine geweer is duidelijk te zien boven op de cabine. Voor de
oplettende kijker, aan de zijkant boven de track is een soort van rek zichtbaar, Hierop werden de mijnen bevestigd
tijdens het transport. Daarnaast is er een .30 machine geweer bevestigd op de zijkant van de laadruimte achter de
cabine. De echte historie en herkomst van deze half-track M3A1 zijn onbekend. De leger markings op deze half-track
M3A1.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2th):
2▲-X(wit), 2▲ staat voor het 2nd (heavy) Armored Division
"Hell on Wheels", de letter X geeft aan dat dit voertuig toebehoord aan de divisie in plaats van
een regiment dat onder deze divisie leiding opereert.
Unit marking (3rd):
HQ 12(wit), 12th vehicle Head Quarter, de staf divisie van het 2nd
(heavy) Armored Division.
Army registration number:
USA 400150421, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek
voertuig nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW
II in gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
Zeer kort samengevat heeft deze Amerikaanse "heavy" armored division vrijwel aan een stuk door gevochten
tegen de Duitsers tijdens WW II. Onderdelen van deze divisie hebben achtereen volgens gevochten in 1942 in Afrika
samen met o.a. de Britten gevochten tegen het Duitse Afrika Korps, ondanks zware verliezen dwingen zij dit Duitse
leger korps tot de overgave. Vervolgens gaat de strijd tegen de Duitsers verder in 1943 op Siciliï. Tijdens
D-Day op 6 juni 1944 zijn twee onderdelen betrokken en uitgerust met Sherman DD tanks.
Hun taak was te landen op Omaha Beach en ondersteuning te geven aan de Amerikaanse troepen op het strand. Dit loopt
op een mislukking uit, onder anderen omdat de Sherman DD tanks te vroeg en in te diep water werden ontscheept en
direct naar de bodem van de zee zonken. Een onderdeel dat wel bij het strand aan land ging, werd vrijwel geheel
uitgeschakeld door de Duitse verdediging.
Op 9 juni 1944 komen de overige eenheden van het 2nd AD aan land in Normandiï. Tot 25 augustus 1944 raken zei
betrokken bij diverse operaties tegen de Duitsers in Normandiï, waaronder de strijd om de Zak van de Falaise.
Na de uitbraak uit Normandiï gaat het richting de Seine naar Noord-Frankrijk om bij Tournai Belgiï in te
gaan. Iets oostelijk van Brussel trekken ze op richting Luik en Zuid-Limburg. Op 18 september 1944 beginnen de
gevechten rond de Duits-Nederlandse grens nabij Geilenkirchen, op 3 oktober 1944 breken ze door de Duitse
Siegfriedlinie heen. Tijdens de Duitse tegen aanval in de winter van december 1944 en januari 1945 helpt de
divisie de Duitse aanval af te slaan in het oostelijke deel van de Ardennen, onder anderen in de omgeving van de
Ourthe rivier.
Na een korte rust in februari 1944 gaat de opmars verder via midden Duitsland naar Berlijn. Bij de Elbe aangekomen
krijgen ze orders om de opmars te stoppen om zo het Rode Leger niet voor de voeten te lopen. Uit eindelijk
bereiken ze in juli 1945 als eerste Amerikaanse leger eenheid Berlijn. Vanwege de bevrijding van Zuid-Limburg
dragen veel Nederlanders hun een warm hart toe.
Foto 6.1 Deze half-track M3A1 behoorde toe aan het Amerikaanse leger welke zijn geland
op Omaha Beach, in de sector Easy Red, nabij St.-Laurent sur Mer. Aan de voorzijde bij de bumper is een lier type
"Tulsa Model 18G, 10.000-lb, self-recovery winch" bevestigd. De geschutsring, ring mount M49, met .50
machine geweer is nog net te zien links boven op de cabine. Voor de oplettende kijker, aan de zijkant boven de
track is een soort van rek zichtbaar, Hierop werden de mijnen bevestigd tijdens het transport. De foto is gemaakt
van een afbeelding welke bij een Duitse bunker langs de weg in de duinen staat.
Bijschrift luidt: The first open road to the interior. The U.S. Engineers immediately open this road towards the plateau, and
around 3 pm, the heavy U.S. equipment took this first, and only, cleared exit from the Omaha site. The 1st
Division "Big Red One" used the blockhouse as a command post, and soon, thousands of GI's took this
road to liberty. The engineers continued their work. They quickly built the artificial harbor, and on the
plateau an airfield, which allowed the evacuation of 11.030 injured men in June and July 1944.
De leger tekens (markings) op deze half-track M3A1 op Omaha Beach.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Landing Ships, Tank sign:
LST1009, geeft aan dat het voertuig op het landingsschip voor tanks, de
US LST1009 heeft gestaan tijdens de overtocht naar Omaha Beach.
Foto link met de LST1009 bemanning.
Unit marking (3rd):
A23 staat voor 23rd vehicle van 'A' company. Infantry company 'A' behoorden tot het 1st
battalion ofwel A/116 RCT (Regimental Combat Teams, indeling alleen tijdens D-Day)
Army registration number:
USA W 4062301-S, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek voertuig nummer
uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department. De letter W is een aanduiding die op voertuigen tot en met
1943 is toegepast. De letter S, "suppressed", achter het hoodnumber; geeft aan dat het niet was
toegestaan om een radiozender in het voertuig te hebben. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken
o.a. bij onderhoud in het veld.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in gebruik bij alle
Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een 'national
identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.
Deze half-track M3A1 behoorde toe aan 'A' company van het 116th Infantry Regiment ondergebracht bij de 29th
Division.
Infanterie compagnie A t/m D behoorden bij het 1st bataljon van het 116th Infantry Regiment.
Omaha Beach was opgedeeld in drie zones, Dog, Easy en Fox. Deze zijn weer in drie sub zones opgedeeld, Green,
White en Red, per zone waren de deelnemende legeronderdelen tijdelijk samengebracht in zogeheten
"Regimental Combat Teams".
Deze half track en zijn bemanning waren ingedeeld bij 'A' company 116 RCT (=A/116). We tekenen op, de impact na
D-Day:
"casualties for A/116 as high as two thirds, but of the more than 200 strong company Neillands
and De Normann report that the unit "...had 91 men killed and almost as many wounded. Less than 20 men
got across the beach. Stephen Ambrose reports that the company "...had lost 96% of its effective
strength."
Foto 7.1 Deze half-track M3A1 staat in het Nat. Museum of Military History in Diekirch
(L). Dit voertuig verkeert in rijdende staat en is een geschenk van het Franse leger, dat de Amerikaanse
half-track tot in de jaren zeventig gebruikte. Deze half-track met de bijnaam Firecall, dateert uit 1943 en is
geproduceerd door de White Motor Company Dit gepantserde voertuig werd gebruikt voor troepen transport en is
uitgerust met een .50 cal. machine-geweer bovenop de cabine en twee stuks .30 cal. Browning machine geweren
achterop. Aan de voorzijde bij de bumper is een 'unditching roller' aanwezig. De geschutsring, ring mount M49, met
.50 machine geweer is duidelijk te zien boven op de cabine. De leger markings op deze M3A1.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Nickname:
"Firecall" is de bijnaam van het voertuig, vernoemd naar het paard van Lt. Col.
George Ruhlen bereed in als cadet op West Point.
Unit marking (1st+2th):
Geeft aan tot welk legeronderdeel het voertuig behoord. 9▲ 3-F, staat voor het 9th
Armored Division, 3rd Field Artillery Battalion. Dit bataljon stond onder leiding van Lt. Col. George Ruhlen.
Unit marking (3rd):
HQ-6(wit), 6th vehicle Headquarter
Army registration number:
USA 40xxx76, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek voertuig nummer uitgegeven
door het Amerikaanse Ordnance Department.
Allied White Star:
De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in gebruik bij
alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een 'national
identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.
September 1944 aankomst in Normandiï en hebben tot dan toe nog geen enkele gevechtservaring.
23 oktober 1944, opgedeeld in 3 Combat Commands, verantwoordelijk voor de rustige sector bij de Duits-
Luxemburgse grens.
16 december 1944, start Duitse operatie "Wacht am Rhein", 9th AD, d.w.z. CC A, CC B en CC R waren
verspreid over 3 lokaties.
16 december 1944, zware gevechten tussen het CC B van het 9th AD en Duitse eenheden van 5de Panzer Armee
nabij St.-Vith (B).
December 1944, zware Duitse beschietingen op CC A nabij Beufort (Lux) en nabij Echternach (Lux).
19 december 1944, CC A en CC R betrokken bij zware en uitputtende gevechten bij het beleg van Bastogne.
26 december 1944, de Duitse omsingeling van Bastogne word doorbroken door het 4th Armored Division.
7 januari 1945 rust en voorbereiden van een nieuwe aanval, om de in Luxemburgse rivier de Rur over te steken.
28 februari 1945 start de aanval en de divisie trekt snel op naar het Rheinbach (D) nabij Bonn, taak
verkennen van Remagen.
In Remagen werd de brug over de Rijn intact aangetroffen en na gevechten de brug op 7 maart 1945 overmeesterd
vlak voor dat het door de Duitsers opgeblazen zou gaan worden. Na de oversteek van de Rijn gaat de divisie
richting de rivier de Lahn, nabij Limburg an der Lahn, waar Geallieerde krijgsgevangenen werden bevrijd.
Vervolgens ging het naar Frankfurt en nam deel aan de gevechten bij de Ruhr Pocket. Van daaruit ging het naar
het oosten van Duitsland, in april werd Leipzig omcirkeld en de Mulde rivier werd veilig gesteld.
De 9th division vervolgde zijn opmars naar Tsjecho-Slowakije en was daar toen Duitsland capituleerde. De divisie
is ontbonden op 13 oktober 1945.