De Amerikaanse howitzer tank M4A3-105 mm is gebaseerd op de standaard medium tank M4A3, waarbij het 75 mm kanon is
vervangen door een 105 mm houwitser. De Amerikanen bouwden veelal bestaande M4A3(105) met de standaard smalle 16"
inch tracks om naar de bredere 23 inch tracks met HVSS vering. Vanaf december 1944 verschijnen de 23 inch tracks,
vaak gaat het om in het veld omgebouwde tanks, het totale aantal is onbekend. Aangenomen mag worden dat het er niet
veel geweest kunnen zijn.
Het geheel beweegt zich dus voort op de 23 inch brede tracks, de vering en ophanging van de tracks is van het type
HVSS, waarbij de tracks op spanning worden gehouden in horizontale richting. HVSS word ook wel E8 genoemd (easy
eight) en de afkorting staat voor Horizontal Volute Spring Suspention.
De standaard met smalle tracks en VVSS vering uitgeruste M4A3(105) howitzer tank werd in Amerika gebouwd en het
gewicht van circa 30 ton wordt aangedreven door een benzine motor, de Ford GAA, V8, 500 pk.
De standaard M4A3 is onder te verdelen in early, middle en late production models. Alle production models hebben
een neus c.q. front dat bestaat uit een geheel, of wel een "one piece nose" welke middels zware bouten aan het
chassis vast zit.
Andere belangrijke verschillen tussen de modellen zijn de kijkgaten in de koepel en die voor de bestuurder. Bij de
M4A3 late model zitten er geen kijkgaten (vision slots) in de front of op de koepel.
Het bij de middle en late production models toegepaste Combination Gun Mount M34A1 is te zien, waarbij het 105 mm
houwitser en de .30 cal. MG in een gepantserde plaat zitten. Alle middle en late models hebben een steun voor het
kanon voorop het front.
Veelal zijn aan het einde van de oorlog en de naoorlogse periode, deze tanks gemodificeerd en onder anderen voorzien
van de bredere HVSS tracks. Zie voor meer informatie de pagina met de overview van all type of M4 Sherman tanks.
De medium tank is uitgerust met een 105 mm houwitser artillerie kanon. Daarmee wijkt deze tank af van de
standaard bewapening, het 75 mm kanon dat op een "standaard" medium tank M4A3 is geplaatst. Waarom
eigenlijk?
Een standaard tank kanon heeft een horizontale schietbaan en kan daardoor vrij precies tot circa 1000m op een
doel schieten, waarbij nauwkeurigheid en impact van de inslag afnemen naar mate de afstand groter wordt. Het
doel moet dus inzicht zijn en binnen het effectieve bereik van het kanon zitten. De inzet van deze tanks
gebeurde veelal met het oog op snelle terrein winst, bv in een speerpunt of bij hit and run acties. Daarmee
zeggende dat het niet geschikt was om zich met een dergelijke tank zich te midden van infanterie te bevinden in
een druk bezet strijdtoneel. Bijvoorbeeld ongeschikt voor inzet bij gevechten op een brede frontlinie, waarbij
de vijand zich heeft verschanst in versterkte posities. Hier was een ander wapen nodig: het houwitser.
Howitzer schieten in een boog op hun doel en kunnen daarmee over hun eigen infanterie heen vijandelijke doelen
raken die niet direct in een directe (horizontale) zichtlijn zitten. Ze schieten simpel weg over een versterkte
stelling heen om de daar achter zittende vijand uit te schakelen. In vakjargon wordt de benaming gemechaniseerde
artillerie ook wel gebruikt om een dergelijke combinatie van een pantservoertuig bewapend met een houwitser
kanon aan te duiden. Tijdens WW II ingezet voor ondersteuning van infanterie en 'close combat' bijvoorbeeld bij
versterkte vijandelijke posities. Door deze wijze van een beschieting, zijn houwitser granaten dus niet geschikt
voor het uitschakelen van vijandelijke tanks. Om het verhaal compleet te maken, indien de bewapening, het
houwitser niet op een verdraaibare koepel c.q. toren zit maar bevestigd zit in het pantservoertuig dan noemt men
een dergelijk voertuig een pantserhouwitser, voorbeelden hiervan zijn de M7 Priest en Sexton.
Via het Lend Lease programma leverden de Verenigde Staten aan diverse Geallieerde landen defensie materiaal. De
M4A3(105) howitzer tanks zijn in principe niet geleverd aan de Geallieerde landen, wel geleverd post war WW II.
Foto 2.1 Deze tank is in eigendom van de Rekwisieten Commissie van de Koninklijke Landmacht
en staat gewoonlijk in het depot bij het mobilisatiecomplex Maaldrift te Wassenaar. Opvallend detail, het standaard
boordgeschut .30 kaliber ontbreekt. Op de 'combined gunmount' is het 105mm houwitser bevestigd en een .30 cal machine
gun. Op de voorzijde, rechts boven de track is de sirene nog aanwezig.
De 23 inch brede tracks zijn goed zichtbaar, dat geldt ook voor de vering van het type HVSS, Horizontal Volute Spring
Suspention. Tevens is het loopwerk van de tracks voorzien van rubberen Chevron pads.
Onbekend qua toepassing of functie zijn de drie rubberen blokken die aan de beide zijden van de tank boven de tracks zijn
aangebracht. Het zijn geen reserve pads voor de tracks, qua formaat en vorm voldoen ze hier niet aan.
Het Nederlandse Korps Mariniers heeft deze tanks daadwerkelijk in haar bezit heeft gehad na WW II. Ze zijn daad werkelijk
in Indonesië gebruikt tijdens de acties aldaar. De markings op de M4A3(105) houwitser tank.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2nd):
2▲-66▲ = 2nd (heavy) Armored Division, 66th Tank Battalion,
beter bekend als "Hell on Wheels".
Deze US Armored Division was o.a. betrokken bij de bevrijding van Limburg.
Unit marking (3rd):
D-14 = 'D' company, 14th vehicle.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong een
'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in gebruik vanaf 1943.
KL kenteken:
Rechthoek (geel) met KN-41-22 is uniek voertuig registratie nummer van de
Koninklijke Landmacht.
Zeer kort samengevat heeft deze Amerikaanse "heavy" armored division vrijwel aan een stuk door gevochten tegen
de Duitsers tijdens WW II. Onderdelen van deze divisie hebben achtereen volgens gevochten in 1942 in Afrika samen met o.a.
de Britten gevochten tegen het Duitse Afrika Korps, ondanks zware verliezen dwingen zij dit Duitse leger korps tot de
overgave. Vervolgens gaat de strijd tegen de Duitsers verder in 1943 op Sicilië. Tijdens D-Day op 6 juni 1944 zijn twee
onderdelen betrokken en uitgerust met Sherman DD tanks.
Hun taak was te landen op Omaha Beach en ondersteuning te geven aan de
Amerikaanse troepen op het strand. Dit loopt op een mislukking uit,
onder anderen omdat de Sherman DD tanks te vroeg en in te diep water
werden ontscheept en direct naar de bodem van de zee zonken. Een
onderdeel dat wel bij het strand aan land ging werd vrijwel geheel
uitgeschakeld door de Duitse verdediging.
Op 9 juni 1944 komen de overige eenheden van het 2nd AD aan land in
Normandië. Tot 25 augustus 1944 raken zij betrokken bij diverse
operaties tegen de Duitsers in Normandië, waaronder de strijd om de Zak
van de Falaise. Na de uitbraak uit Normandië gaat het richting de Seine
naar Noord-Frankrijk om bij Tournai België in te gaan. Iets oostelijk
van Brussel trekken ze op richting Luik en Zuid-Limburg. Op 18 september
1944 beginnen de gevechten rond de Duits-Nederlandse grens nabij
Geilenkirchen, op 3 oktober 1944 breken ze door de Duitse Siegfriedlinie
heen. Tijdens de Duitse tegen aanval in de winter van december 1944 en
januari 1945 helpt de de divisie de Duitse aanval af te slaan in het
oostelijke deel van de Ardennen, onder anderen in de omgeving van de
Ourthe rivier.
Na een korte rust in februari 1944 gaat de opmars verder via midden
Duitsland naar Berlijn. Bij de Elbe aangekomen krijgen ze orders om de
opmars te stoppen om zo het Rode Leger niet voor de voeten te lopen. Uit
eindelijk bereiken ze in juli 1945 als eerste Amerikaanse leger eenheid
Berlijn. Vanwege de bevrijding van Zuid-Limburg dragen veel Nederlanders
hun een warm hart toe.
Foto's 3.1 - 3.4 Deze M4A3(105)HVSS was te zien in 2019 tijdens
het event "The Island" in Schoonderlogt. De tank is in prive eigdom en is onderdeel van collectie legervoertuigen uit WW2, de
herkomst van het chassis en de geschutkoepel zijn mij onbekend. Zowel de tank als de koepel vertonen enkele kleine inslagen en
diverse beschadigingen. Voorts valt het op dat er (nog) diverse onderdelen ontbreken.De markings op deze Amerikaanse Medium
Tank M4A3(105) HVSS in Schoonderlogt (NL).
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2nd):
7▲-31▲ = 7th Armored Division, 31st Tank Battalion, beter bekend
als "Lucky Seven".
Deze US Armored Division was o.a. betrokken bij de Slag om Overloon.
Unit marking (3rd):
C-12 = 'C' company, 12nd vehicle.
Land marker:
De witte 5 puntige ster met cirkel. De witte 5 puntige ster in een cirkel. Deze marking was tijdens WW II in gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Op deze Sherman tank bevinden zich markings welke verwijzen naar 'C' Company van het Amerikaanse 7th Armored Division, 31st Tank Battalion.
Een korte beschrijving over de inzet van het 7th AD, tijdens de gevechten:
De eerste aanval van het Amerikaanse 7th AD, op de Duitse bezetters van Overloon werd ingezet door:
Combat Command "A", onderleiding van kolonel Dwight A. Rosebaum
Combat Command "B", onderleiding van brigade generaal Robber W. Hasbrouck
Combat Command "R", de reserves, onderleiding van kolonel John L. Ryan jr.
Combat Command "B", was weer verdeeld in twee groepen; FORCE #1 Johansen en FORCE #2 Erlenbush
Het 31st Tank Battalion, 'C' Company was verdeeld over deze beide Forces.
'D' Company van het 31st Tank Battalion was niet ingedeeld bij 'C' maar bij 'B' Combat Command, als reserve tank battalion.
FORCE #1 verleende ondersteuning aan CCA en trok op naar de rand van de bossen nabij Overloon en FORCE #2 bevrijde al snel de plaats Vortum.
3 oktober 1944; FORCE #1 word tijdelijk afgelost door de reserve CCR. Op 4, 5 en 6 oktober gingen de zware gevechten door bij Overloon en in de nacht van 5 op 6 oktober
werd CCA afgelost door CCB. Slechts voor een dag, want het 7th Armored Division werd i.v.m. zware verliezen afgelost door het Britse 11st Armoured Division.
Ter illustratie: in februari 1944, in theorie, beschikte het 7th AD over in totaal 18 Light Tanks, 53 M4 Sherman tanks (75 mm)
en 4 M4 Houwitzer (105mm) tanks. Op 4 oktober vuurde de artillerie kanonen van CCB 2762 keer op de Duitse bezetters in Overloon.
De verliezen van het 7th AD: 452 slachtoffers (gewonden, doden en vermisten) 29 Medium (Sherman) tanks, 5 Light Tanks en 43 andere
legervoertuigen. Na de zware verliezen trok het 7th AD zich noodgedwongen terug en nam het 7th AD stelling langs de linie tussen
Deurne-Asten-Weert.
Het 7th Armored Division, "Lucky Seventh", is op 1 maart 1942 in Amerika opgericht. Na trainingen in Amerika, vertrekt het naar Schotland om daarop 13 juni 1944 in Greenock in Schotland aan te komen.
Daar opvolgend beginnen de voorbereidingen voor de gevechten tegen de Duitsers in West Europa.
Niet op D-Day maar op 10 augustus 1944, net voor het sluiten van de "zak van Falaise", komen ze aan in Normandië.
Van 13 tot 18 augustus 1944 doen ze hun eerste gevechtservaring op bij de strijd om Chartres.
De Duitsers trekken zich razend snel terug en de divisie komt op 31 augustus 1944 al aan in Verdun.
De opmars gaat snel verder in oostelijke richting naar de Moesel rivier, een poging om deze op 6 september 1944 over te steken mislukt.
Er volgen daarop zware gevechten nabij Metz.
Op 10 september 1944 mislukt een tweede poging om de Moezel over te steken ten noordwesten van Metz.
Een derde poging lukt op 15 september 1944 wel bij Arnaville ten zuiden van Metz.
Op 25 september 1944 word het verplaatst naar Zuid Nederland, om de zuid flank van Operatie Market-Garden te verdedigen.
Operatie Market-Garden mislukt en het gebied ten zuiden van de grote rivieren vinden met regelmaat grote gevechten plaats, waarbij de Duitsers fel vechten en zware artillerie beschietingen uitvoeren.
De Duitsers slagen er in om een bruggenhoofd te vestigen aan de zuid zijde van de grote rivieren, net over de Maas heen bij Overloon.
Op 30 september 1944 begint de eerste Slag om Overloon welke tot en met 5 oktober 1944 zou gaan duren.
Deze eerste aanval werd door de Amerikanen geleid en door zware regen waren alleen de wegen begaanbaar, waardoor de goed verborgen Duitse 88mm kanonnen vrijspel hadden om in zes dagen 35 stuks Amerikaanse Shermans uit te schakelen.
De 7th Armored Division heeft daarbij zeer zware verliezen geleden en werd afgelost door de Britten.
Tijdens de Slag om de Ardennen weten ze hun beschadigde imago te herstellen en vechten succesvol tegen de Duitsers aan de noord flank nabij St.Vith.
Later word de strijd voortgezet in het al eerder bevochten Hürtgenwald nabij Aken. Via de Rijn gaat het dan naar Bonn en Remagen.
Zware gevechten volgden in de Ruhrpocket. Na de Duitse overgave verblijft de divisie in de Britse sector, na de parade in Berlijn gaat het naar de Amerikaanse sector en vertrekt naar Amerika.
In oktober 1945 word de divisie opgeheven in New York.