Deze zwaar bepantserde Amerikaanse Medium Tank, met de bijnaam Jumbo is gebaseerd op een bestaande medium tank
van het type M4A3. De bijnaam Jumbo is een naoorlogse benaming, deze aangepaste versie heet eigenlijk M4A3-E2.
Standaard bewapend met een 75 mm kanon, slechts enkele na aflevering door de fabriek, door de Armored Divisions
uitgerust een 76 mm kanon.
Deze aanvalstank werd speciaal ontwikkeld om door de vijandelijke linie heen te breken op die plaatsen waar
grote kans was op een confrontatie met vijandelijke pantservoertuigen en tanks. Op deze wijze was er minder
risico's op verliezen van de reguliere medium tanks welke met een lichter bepantsering zijn uitgerust. Hiermee
gingen de Jumbo's vooraf in een zogenaamde 'Spearhead' aanval, gevolgd door medium tanks en daarachter de
infanterie.
Dit was met name aan de orde in Normandië om een doorbraak te kunnen forceren in het te veroveren gebied achter
de stranden. De Jumbo tank is dus pas in Europa actief geweest in de periode na D-Day juni 1944.
De Jumbo was geen partij voor de latere zwaar bepantserde en zwaar bewapende moderne Duitse tanks zoals de
Panther en de Tiger tank. Een groot gevaar voor de Jumbo waren ook de nieuwe, snelle en zwaar bewapende Duitse
tankjagers, zoals de Hetzer, Jagdpanzer en de Jagdpanther.
Deze Duitse tankjagers waren een ware nacht merrie voor alle Jumbo tanks. Waarom?
Ondanks zijn zware bepantsering was deze toch te licht voor de echte zware Duitse tanks en anti-tank geschut.
Daarnaast mist de Jumbo door zijn (te) zware gewicht de snelheid en wendbaarheid van de 'gewone' medium tanks M4
en het 75 mm kanon was met zijn AP-munitie geen serieuze bedreiging voor Duitse tanks met een dik pantser. Dit
zijn toch essentiële zaken in die je nodig hebt in een rechtstreeks tank duel. Dit is vermoedelijk ook de reden
waarom de productie snel is gestopt na 254 stuks.
Need to know, de aangepaste Jumbo met een 76 mm i.p.v. een 75 mm kon wel een rechtstreeks duel aan met de Duitse
tanks type panzer II en IV. Maar moest buiten het bereik van het kanon van de Panzer IV blijven, iets te veel
vuurkracht voor de Jumbo. In een enkel geval kon dit wel, door bijvoorbeeld een gezamenlijke aanval met meerdere
Sherman tanks.
Via het Lend Lease programma leverden de Verenigde Staten aan diverse Geallieerde landen defensie materiaal. De
medium tanks van het type M4A3 zijn in principe niet geleverd aan de Geallieerde landen, wel geleverd post war
WW II. Zover bekend is de M4A3 E2 alleen geleverd aan de US Army, slechts een exemplaar is geleverd aan het
Franse leger. Heden ten dage zijn er nog vier M4A3 E2 tanks te bewonderen:
- Koninklijke Leger en Tank museum in Brussel. (Is gerestaureerd en onbekend of deze in running state verkeert)
- Vilseck, Duitsland. (Cobra King, monument. Word momenteel gerestaureerd in het Patton Museum in Amerika)
- Military Vehicle Technology Foundation in Portola Valley, California. (Is gerestaureerd en in running state)
- Carbon Hill, Alabama. (Is niet compleet c.q. origineel)
Foto 1. en 3. Op deze foto's staat een complete M4A3 E2 van het Koninklijke Leger en T
ank museum te Brussel.
Wat is er nu zo bijzonder aan deze tank? Ten eerste, het is een van de weinig overgebleven exemplaren van de
assault tank M4A3 E2, bovendien verkeert de Jumbo in zeer goede conditie. De tank draagt de naam Cobra King!
Voor de duidelijkheid, dit is niet de originele "Cobra King", maar een andere tank van het type M4A3 E2,
vermoedelijk door de Amerikanen geschonken. De echte herkomst en historie van deze tank zijn bij mij niet
bekend. Toch nog even een kleine opmerking over deze tank in Brussel. Wat ontbreekt zijn de track verbreders,
duck-bills genaamd. Deze werden standaard op deze zware Jumbo tanks gemonteerd om de druk op de ondergrond te
verlichten. De leger tekens (markings) op deze Jumbo tank in Brussel.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Cobra King = door de tankbemanning gegeven bijnaam van de tank of in
sommige gevallen hadden alle tanks in een company een benaming die begint met de letter van de company.
De C van Cobra King komt over een met 'C' company en de nickname is dan een radio call sign.
Unit marking (1st+2de):
4▲-37▲ = 4nd Armored Division, 37th Tank Battalion.
Unit marking (3de):
C-6 = 'C' company, 6th vehicle.
Land marker:
Ontbreekt, de witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is
van oorsprong een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika.
Deze is in gebruik vanaf 1943. Deze white start staat bij de Jumbo tanks gewoonlijk op de koepel en soms voorop.
Army registration number:
USA 3083084, ook wel "hood number" genoemd, is een uniek voertuig
nummer uitgegeven door het Amerikaanse Ordnance Department.
Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld.
Dit was de eerste Amerikaanse tank die tijdens het Ardennen offensief, door het Duitse cordon c.q. front dat
rondom Bastogne heen lag, wist door te breken en zo het centrum van Bastogne wist te bereiken om ondersteuning
te verlenen aan de ingesloten Amerikaanse troepen en burgers. Dit gebeurde op 26 december 1944, met de volgende
tank bemanning: tankcommandant Harold Hefferman, Hubert Smith, Milton Dickerman, Charles P. Bogges en James
Murphy.
(Company C, 37th Tank Battalion, ingedeeld bij het 166th Sig Co / U.S. Signal Corps, als onderdeel van het
Amerikaanse 4th Armored Division, 'Name Enough')
Wat er na WW II met deze tank is gebeurd, was lange tijd onduidelijk. Het goede nieuws is dat deze tank is terug
gevonden in Vilseck, in zuidoost Duitsland. Meer informatie over de M4A3 E2 "Cobra King", kijk hier beneden, bij
de externe links.
Opgericht op 15 april 1941 in Pine Camp, New York. De division arriveerde op 8 januari 1944, in Chippenham,
Groot-Brittannië.
Op 13 juli 1944, 37 dagen na D-Day, is het verscheept naar Utah Beach, in Normandië. Op 17 juli 1944 doet het
zijn eerste gevecht ervaring op in Normandië. Van 25 juli 1944 tot en met 4 augustus 1944 neemt het deel aan de
Geallieerde operatie Cobra, om vanaf de landingsstranden (bruggenhoofden) een doorbraak te forceren door de
Duitse verdediging en verder c.q. dieper in Normandië op te trekken. Kort samengevat, is het betrokken bij de
gevechten in de Falaise Pocket, rukt het razendsnel op richting de Seine en Parijs.
Daarna gaat het richting de Moezel en raakt in september 1944 weer betrokken bij zware gevechten in de Moezel regio.
Tijdens de Slag om de Ardennen stuurt Patton hen naar de Ardennen om de Amerikanen het daar zwaar te voortduren
hebben te helpen. Tanks van het 4th Armored Division, doorbraken het Duitse beleg van Bastogne en waren als
eerste in het centrum van Bastogne op 26 december 1944. Daarna volgt het vanuit Luxemburg de Moezel rivier naar
Trier. Op 24 en 25 maart 1945 steekt de divisie de Rijn over en trekt op richting Tsjecho-Slowakije en verblijft
daar tot het einde van de oorlog. De divisie heeft zeer zware verliezen geleden tijdens de Slag om de Ardennen
en heeft daarvoor een speciale presidentiële onderscheiding ontvangen.
De divisie had niet zoals andere armored divisies een officiële bijnaam. Hun motto was "Name Enough" en had
onofficieel de bijnamen; "Roosevelt's Butchers" en "Patton's Best".