Eerst even een korte uitleg over de Tank Cruisers, dit zijn tanks die worden ingezet bij de Britse, Franse en
Russische Cavalerie.
Over het algemeen kan je stellen dat het karakter van de cavalerie tanks op snelheid en wendbaarheid is. Om
daaraan te kunnen voldoen was de opzet het gewicht / motorvermogen in een goede balans te hebben. Dit
resulteerde in gewichtsbesparing door een lichter zeg maar dunner bepantsering en of een motor met meer vermogen.
Een ander verhaal is de bewapening en type granaten, dit wordt afgestemd op de situatie waarin de tank wordt
geacht te opereren. Cavalerie tanks worden primair ingezet voor snelle aanvalsacties, gevolgd door de infanterie
en andere ondersteunende eenheden zoals artillerie en antitank eenheden. Deze filosofie over de inzet en gebruik
is tijdens de oorlog bijgesteld door allerlei ontwikkelingen, infanterie en cavalerie tanks werden "all-round"
inzetbare medium tanks die de basis vormden voor diverse wapen systemen.
In tijd gezien, in 1936 verscheen er in Groot-Brittannië de eerste Tank Cruiser Mark I (A9) gevolgd door een
groot aantal tussen modellen en net na de oorlog verschijnt de laatste Tank Cruiser, de Centurion I (A41). De
Britse Tank Cruisers vormden in de jaren 1943 en 1944 de ruggengraat van het Britse leger. In 1943 waren de Tank
Cruisers van het type Churchill, uitgerust de met de Rolls-Royce Meteor motoren het sterkst vertegenwoordigd. De
Churchill tanks worden opgevolgd door het interim model de Centaur.
Door gebrek aan goede motoren verschijnt er het interim model, de Centaur in eerste instantie uitgerust met een
Nuffield motor. Vervolgens verschijnt er een korte tijd later de Centaur met een Rolls-Royce Liberty motor,
alleen het motor vermogen was nog steeds onder de maat. In het oorspronkelijke eerste ontwerp is de tank
uitgerust met een V12 Rolls-Royce Meteor motor. Pas twee jaar later, in juni 1944, word deze pas in operationeel
gebruik genomen. Deze laatst gebouwde uitvoering krijgt de benaming Cromwell.
De Cromwell was de wendbaarste tank van zijn tijd, was redelijk snel, maar liep qua bewapening en bepantsering
eigenlijk twee jaar achter de ontwikkelingen aan.
Van van de Britse Tank Cruisers, de Mark VII, zijn er acht verschillende Cromwell uitvoeringen gebouwd;
* De Cromwell Mark I is in 1943 verschenen met een zes pounder kanon en twee machinegeweren.
* De Cromwell Mark II, heeft bredere tracks en romp en het machinegeweer is verwijderd en het beschikt over een
75 mm kanon.
* De Cromwell Mark III en Mark IV zijn van oorsprong respectievelijk de Centaur Mark I en Mark III, waarvan de
motor is vervangen door een Meteor motor en een 75 mm ROQF kanon (75 mm Royal Ordnance Quick-Firing). Dit is een
aangepaste (opgeboorde) 6 pounder kanon, waardoor de Britten in staat waren de Amerikaanse 75 mm granaten af te
vuren.
* De Cromwell Mark V had een gelaste romp, de Mark VI is een Close Support (CS) tank, uitgerust met een 95 mm
(3.7 inch) Howitzer kanon.
* De Cromwell Mark VII is een Mark IV met extra bepantsering en bredere tracks en de Cromwell Mark VIII is een
Mark VI met extra bepantsering en bredere tracks.
Van de Britse Tank Cruisers heeft alleen de Centaur Mark IV, "close support tank" deelgenomen aan D-Day. Na
D-Day zijn in Noord-Europa de overige uitvoeringen van de Cromwell Tank Cruiser in gebruik genomen. Het Britse
7th Armoured Division beschikte als enige over een tank divisie die geheel was opgebouwd uit Cromwell tanks. Bij
de overige Britse Armoured Divisions werd de Cromwell tank alleen ingezet in de Armoured Reconnaissance
Regiments. Ook het Poolse 1st Polish Armoured Division en de Czech Armoured Brigade, hadden naast andere tanks
de Cromwell tanks in gebruik.
De Cromwell tank is vergelijkbaar qua inzet met de Amerikaanse Sherman medium tank, welke ook was uitgerust met
een 75 mm kanon. De Cromwell tank was snel en zeer wendbaar, maar vergde meer onderhoud dan de Sherman tank en
zou bij een rechtstreeks duel het zeker moeten afleggen tegen de Duitse medium en heavy tanks.
Foto 1 t/m 3.
Deze Tank Cruiser Mark VII is te zien in het
Liberty Park in Overloon. Hier zijn twee musea opgenomen, het Oorlog en Verzetsmuseum en het Marshall Museum,
deze Cromwell Mark IV staat in het Oorlog en Verzetsmuseum. Deze Britse tank van het 11th Armoured Division is
in oktober 1944, tijdens Operation Aintree (De Slag om Overloon) geraakt door een voltreffer rechts in de
achterplaat. Hierdoor vatte de motor vlam waardoor de eigen munitie ontplofte en de tank volledig uitbrandde.
Vermoedelijk is dit op 13 oktober 1944 gebeurd, tijden de opmars vanuit Overloon naar Venray braken zware
gevechten uit bij de Loobeek, die de bijnaam Bloedbeek daarna kreeg. Verdere informatie ontbreekt mij. Deze tank
heeft eerder buiten bij het museum gestaan met een Division Sign van het Britse 79th Armoured Division, die ook
heeft meegedaan aan de Slag om Overloon. Ondanks deze tank geheel is uitgebrand, heeft men de tank redelijk goed
hersteld. Een puntje van kritiek; de legertekens op de voorzijde zitten niet op de juiste locatie. Het serial
number behoord onderop te staan en ter hoogte van de mitrailleur behoort de division sign en arm of service mark
te zitten.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Vehicle name:
Ontbreekt; Bijnaam van de tank. Veelal verwijst de eerste letter naar het squadron waarin de
tank is ingedeeld. Alle tanks in 'C' squadron hebben een bijnaam die met de letter C begint.
Division Sign:
Ontbreekt; Rechthoek (geel) met stier (zwart), verwijst naar de Britse 11th Armoured Division,
bekend als de Black Bull.
Tactical Sign:
Cirkel(wit), geeft bij armoured units,
geeft de plaats binnen het regiment aan. Wit = verwijst naar het Reconnaissance Regiment (Recce Regiment) van een Armoured Division. Cirkel = 'C' squadron. (3rd Troop, 'C' squadron,Recce Regiment)
Troop number:
Cijfer 3 (wit): 3rd troop van het 'C' squadron.
Unit Serial & Arm
of Service Mark:
51 = De kleur rood, is een 'arm of service
mark' Dit geeft aan dat het om een 'armoured' c.q. pantser onderdeel gaat. Het unit serial nummer is 51 en
verwijst naar een onderdeel binnen de divisie. De Unit Serial51 kan niet altijd 1 op 1 vertaald worden naar een unit. Daarvoor moet je weten tot welke
divisie de tank toe behoorde. In dit specifieke geval is dat wel duidelijk, het 11th Armoured Division.
De 11th Armoured Division is opgebouwd uit meerdere legeronderdelen, waaronder een armoured brigade. Deze is
opgebouwd uit een HQ brigade en vier armoured regiments. De Mark Ings bij specifiek het 11th Armoured
Division zijn dan als volgt:
HQ brigade =50 = 29th Armoured Brigade
Senior Regiment =51 = 23rd Hussars Regiment
Second Regiment =52 = 3rd Royal Tank Regiment
Junior Regiment =53 = 2nd Fife and Forfar Yeomanry
Fourth Regiment =54 = 8th Motor Battalion "The Rifle Brigade"
WD Registration:
T183223, ook wel Census number genoemd. Dit is een uniek
voertuignummer uitgegeven door het Britse War Department. Het nummer is voor logistieke zaken te
vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld. (T = categorie tank)
Bridge classification:
Cijfer 26 in een gele cirkel, is een gewichtsklasse aanduiding.
Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van een Bridge classification gelijk of groter dan
die van het voertuig was kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
In july 1944, na de Geallieerde landing tijdens D-Day komt de divisie aan in Normandië. De
divisie doet mee aan de gevechten tegen de Duitsers in een poging een doorbraak uit Normandië te forceren
nabij Caen. Immers sinds D-Day 6 juni 1944 waren de Geallieerden er nog niet echt in geslaagd terrein winst
te maken in Normandië. Daarbij staat steeds weer tactiek van de Britten ter discussie, niet zo zeer hun
inzet maar meer hun strategie. Daarvoor moest eerst Caen ingenomen worden en dat vroeg aan de Britten een
zware tol, zowel in mensen levens als
in materiaal. Bij Operatie Epsom, ten westen van Caen moest naar een doorbraak door de Duitse linie de
Britten na succesvolle Duitse tegen aanval het met veel moeite veroverde grond weer opgeven. Bij Operatie
Goodwood, een Britse poging om bij Caen aan de oostzijde een doorbreek te forceren verloren de Britten op
een dag ruim 200 tanks! Na Operatie Goodwood gaat het toch nog onverwachts snel in Normandië, de Duitsers
maken een kostbare strategische blunder dat hun op het verlies van een heel leger corps komt te staan. We
hebben het dan over de slag bij de Falaise Pocket in midden Normandië. Uit eindelijk trekken de resterende
Duitse leger eenheden zich terug uit Frankrijk, hierbij vinder er regelmatig gevechten plaats met de
Britse 11th Armoured Division, o.a. bij Amiens. Hierbij boekte de divisie aan een stuk door zoveel terrein
winst dat dit record pas in 1991 bij de 1st Gulf War werd verbroken. Via Antwerpen gaat het naar bezet
Nederland en in maart 1945 trok men in Duitsland de Rijn over en veroverde de Duitse stad Lübeck op 2 mei
1945. Op 15 april 1945 werd men geconfronteerd met de wreedheden van de Nazi's toen men het concentratiekamp
Bergen-Belsen bevrijde. Bij aankomst, bevonden zich in het concentratiekamp circa 60000 gevangen onder zeer
slechte en onmenselijke omstandigheden. Meer dan 13000 stoffelijke menselijke resten, in diverse stadia van
ontbinding lagen in en om het concentratiekamp. Eenheden van de divisie waren betrokken bij de hulp aan de
gevangenen en het opruimen van de verschrikkelijke gevolgen. Na 8 mei 1945, het einde van WW II, tot hun
vertrek uit Duitsland in januari 1946, verblijft de divisie als Britse bezettingsmacht in de provincie
Schleswig-Holstein.