De Britse Daimler Scout Car, is een lichtgewicht verkenningswagen (scout car), dat tijdens WW II in gebruik is geweest bij de landen van de Commonwealth. In 1938 werd door het Britse War Office dit ontwerp van Daimler, onderdeel van de BSA groep, verkozen boven twee andere ontwerpen.
Het ontwerp kreeg de bijnaam "Dingo" vernoemd naar de Australische wilde hond. Vanaf 1939 tot 1945 is de Dingo gebouwd door Daimler (BSA groep) in Groot-Brittannië. Het eerste gebouwde model, de Mk. I beschikte over technische inrichting voor twee rijrichtingen. Vooruit en achteruit dezelfde prestaties; hiervoor kan de bestuurdersstoel iets gedraaid worden en voor de beide rijrichtingen zijn er vijf versnellingen beschikbaar. Bij het tweede model, de Mk. II, is dit weer weg gelaten, de nieuwe bestuurders vonden de bediening van het voertuig, de Mk. I te lastig.
De Dingo heeft een 4x4 wielaandrijving en de motor en de radiateur zijn achterin het voertuig geplaatst. De standaard bewapening in WW II van de Lynx was een .303 Bren machine geweer. Daarnaast was de verkenningswagen uitgerust met radio set, type No. 19 Wireless transmitter set. Door zijn lichte bepantsering en bewapening was de Dingo niet geschikt voor gevechten waarbij zwaardere bewapening werd gebruikt door de vijand, zoals anti tank wapens. Daardoor werd hij meer voor verkenningsdoeleinde ingezet o.a. in combinatie met lichte tanks en pantser wagens zoals de Greyhound en de Staghound.
Ook werd het voertuig gebruikt voor transsport van reserve wapenonderdelen en camouflage netten. De eerste Dingo's werden in 1940 bij de veldtocht in Frankrijk ingezet. De Dingo, is tijdens WW II ook in gebruik geweest bij de Nederlandse Prinses Irene Brigade en de Belgische Piron Brigade. Tot in de jaren 70 werd de Dingo nog door Cyprus en Portugal ingezet.

• Mk I - vierwiel aangedreven, vierwiel besturing, en glijdend/draaibaar dak.
• Mk IA - identiek aan de Mk. I, verschil dak is een opvouwbaar afdekzeil en een verstevigd chassis.
• Mk IB - omgekeerde motor koelventilator.
• Mk II - vierwiel aangedreven met alleen voorwiel besturing.
• Mk III - waterdicht gemaakte motor, geen dak.

• Mk I - vierwiel aangedreven, vierwiel besturing en glijdend/draaibaar dak.
• Mk II - identiek aan de Mk. I, verschil dak is een opvouwbaar afdekzeil en een verstevigd chassis.

De Daimler Scout Car 'Dingo' en de Ford Scout Car 'Lynx' zijn qua uiterlijk vrijwel identiek, de verschillen:

• De Dingo is gemaakt in Groot-Brittannië door Daimler en de Lynx is gemaakt in Canada door Ford.
• De Lynx is gebaseerd op de Dingo, de Dingo is dus het eerste en oorspronkelijke ontwerp.
• De 'Lynx' is 50,8cm (20 inches) langer en 1000 kg zwaarder dan de Britse Daimler Dingo.
• Van het 'Lynx" model zijn er twee varianten en van het "Dingo" model zijn er vijf varianten.

De Dingo's zijn van Brits fabricaat en geleverd aan de landen van de Commonwealth, daarnaast zijn ze in gebruik geweest bij het Belgische en Nederlandse brigades. Deze brigades (Prinses Irene en Piron) stonden tijdens WW II onder bevel van het Britse leger.

Foto 2. en 3. Deze verkenningswagen Daimler Scout Car Mk. II, was te zien op de militaria beurs Wing & Wheels 2008 in het Belgische Ursul. Deze Daimler Scout Car Mk. II is redelijk opgeknapt, maar sommige zaken zijn niet geheel origineel. Aan de voorzijde valt op:
Dat de "front bin", zeg maar de laadbak aan de voorzijde en de bevestiging van deze laadbak zijn niet origineel.
De carter-beschermplaat onder de laadbak is ook niet geheel origineel en dat is ook van toepassing op de verlichting.
Wel aanwezig zijn de beide antenne voeten voor de No.19 en No.24 w/t radiosets en op de achterzijde achterop staan de P.O.W. cans; Petrol, Oil and Water cans. Al met al mag deze scout car er best wel wezen, echter de 'army markings' roepen wat vragen op bij de kenners van het Britse leger.

 

 

 

In july 1944, na de Geallieerde landing tijdens D-Day komt de divisie aan in Normandië. De divisie doet mee aan de gevechten tegen de Duitsers in een poging een doorbraak uit Normandië te forceren nabij Caen.
Immers sinds D-Day 6 juni 1944 waren de Geallieerden er nog niet echt in geslaagd terrein winst te maken in Normandië.
Daarbij staat steeds weer tactiek van de Britten ter discussie, niet zo zeer hun inzet maar meer hun strategie.
Daarvoor moest eerst Caen ingenomen worden en dat vroeg aan de Britten een zware tol, zowel in mensen levens als in materiaal.
Bij Operatie Epsom, ten westen van Caen moest naar een doorbraak door de Duitse linie de Britten na succesvolle Duitse tegenaanval het met veel moeite veroverde grond weer opgeven. Bij Operatie Goodwood, een Britse poging om bij Caen aan de oostzijde een doorbreek te forceren verloren de Britten op een dag ruim 200 tanks!
Na Operatie Goodwood gaat het toch nog onverwachts snel in Normandië, de Duitsers maken een kostbare strategische blunder dat hun op het verlies van een heel leger corps komt te staan. We hebben het dan over de slag bij de Falaise Pocket in midden Normandië. Uit eindelijk trekken de resterende Duitse leger eenheden zich terug uit Frankrijk, hierbij vinden er regelmatig gevechten plaats met de Britse 11th Armoured Division, o.a. bij Amiens. Hierbij boekte de divisie aan een stuk door zoveel terrein winst dat dit record pas in 1991 bij de 1st Gulf War werd verbroken.
Via Antwerpen gaat het naar bezet Nederland en in maart 1945 trok men in Duitsland de Rijn over en veroverde de Duitse stad Lübeck op 2 mei 1945. Op 15 april 1945 werd men geconfronteerd met de wreedheden van de Nazi's toen men het concentratiekamp Bergen-Belsen bevrijde. Bij aankomst, bevonden zich in het concentratiekamp circa 60000 gevangen onder zeer slechte en onmenselijke omstandigheden. Meer dan 13000 stoffelijke menselijke resten, in diverse stadia van ontbinding lagen in en om het concentratiekamp.
Eenheden van de divisie waren betrokken bij de hulp aan de gevangenen en het opruimen van de verschrikkelijke gevolgen.
Na 8 mei 1945, het einde van WW II, tot hun vertrek uit Duitsland in januari 1946, verblijft de divisie als Britse bezettingsmacht in de provincie Schleswig-Holstein.

Armoured Car Regiment (RAC) bij het Britse 11th Armoured Division:
c.o. Maj.-Gen. G.P.B. Roberts
RAC - 270th Forward Delivery Squadron
RAC - Inns of Court Regiment RAC
RAC - 2nd The Northamptonshire Yeomanry tot 08-08-1944 daarna 15/19 King's Royal Hussars

 

Foto 4. en 5. In het Britse Imperial War Museum in Duxford is deze Dingo Mk. II Scout Car te zien, het voertuig is voorzien van legertekens (markings) van het Britse XXX Corps. De herkomst en historie van dit voertuig zijn bij mij niet bekend.
De Britse legertekens (markings) op deze Dingo Mk. II.

 

Tijdens WW2 is in 1941 het Britse XXX Corps speciaal opgericht voor de woestijn oorlog in Noord-Afrika, het speelde hier een grote rol in de gevechten tegen de Duitsers. Na de capitulatie van de Duitse troepen in Noord-Afrika, was het XXX Corps ook mede betrokken bij de bevrijding van Sicilië. Eind augustus 1943, na het verslaan van de Duitsers op Sicilië, werd het XXX Corps verplaatst naar Groot Brittannië ter voorbereiding van D-Day. Tijdens D-Day zijn onderdelen van het XXX Corps geland op Gold Beach, kort samengevat in augustus 1944 volgde de verschrikkelijke gevechten bij de Zak van Falaise en daarna ging het snel richting de Belgisch-Nederlandse grens. In september 1944 was het betrokken bij Operation Market Garden, het slaagde er niet in om over de weg Arnhem te bereiken.
Een van de bekendste leidinggevende was luitenant-generaal Brian Horrocks, die van augustus 1944 tot aan december 1945 aan het hoofd stond van het XXX Corps.

 

Foto 6. en 7. In het Britse Tank Museum in Bovington is deze Dingo Mk. II te zien, het voertuig is voorzien van de woestijn camouflage kleur en de legertekens van het Britse 12th Lancers, ingedeeld bij het 7th Armoured Division. In deze identieke uitvoering is dit type scout car ook gebruikt door de Inns of Court op D-Day. Deze scout verkeer in een rijdende staat en is geheel gerestaureerd door de heer Nigel Care en is voor een langer periode uitgeleend aan het Tank Museum.
De Britse legertekens (markings) op deze Dingo Mk. II.

Vermoedelijk het oudste en langst bestaande legeronderdeel dat in de Tweede Wereld Oorlog dienst heeft gedaan. Het is opgericht in juli 1715 in de Britse plaats Reading en was toen opgebouwd uit bereden infanterie. Deze infanteristen die zich per paard ("bereden") verplaatsten en te voet ("afgestegen") vochten worden ook wel dragonders genoemd. De oorspronkelijke bedoeling was eenvoudigweg om infanterie te hebben die zich snel kon verplaatsen, dus niet te verwarren met de cavalerie. Het regiment kent een zeer rijke historie en heeft aan vele bekende veldslagen en oorlogen deelgenomen. In 1928 werd het omgevormd tot een Armoured Car Regiment.
Het dekte Britse troepen tijdens de terugtocht naar Duinkerken in 1940. Het regiment vocht ook in Noord-Afrika bij El Alamein en in Italië tegen de Duitsers. Tijdens de slag om El Alamein beschikte het regiment over 55 stuks Armoured Cars. Na 1945 verbleef ze drie jaar in Maleisië, waarna ze in 1960 werd samengevoegd met de 9e Queen's Royal Lancers, het verkreeg de naam: 9e / 12e Royal Lancers (Prince of Wales's).

 

Foto 8. en 9. In het Britse D-Day Museum in Portsmouth is deze Dingo Mk. II te zien, het voertuig is gebouwd in 1944 en is in 1984 door het museum aangekocht. Het museum heeft de Dingo voorzien van de leger tekens (markings) van het Britse 21st Army Group Headquarter staff. Klein detail bij het HQ van het 21st Army Group hebben geen Scout Cars van het type Dingo dienst gedaan, wel Scout Cars van het type Humber. Overige informatie over de herkomst en geschiedenis van deze Dingo Scout Car is mij niet bekend. De Britse legertekens (markings) op deze Dingo Mk. II.

Het British 21st Army Group is opgericht in juli 1943 in Londen en stond onder het directe bevel van het Supreme Headquarters Allied Expeditionary Force (SHAEF). Tot het moment dat er voldoende troepen versterking aangevoerd was in Normandië, bestond het 21st Army Group uit het 2nd British Army en het het Amerikaanse 1st US Army.
Vanaf 1 september 1944 was het 21st Army Group opgebouwd uit het 2nd British Army en het 1st Canadian Army. Er zijn toen ook Belgische, Franse, Nederlandse, Poolse en Tsjechische eenheden toegevoegd geweest.
Vanaf D-Day tot aan VE-Day heeft de 21st Army Group geholpen bij de bevrijding van Noord West-Europa. Het was betrokken bij diverse operaties in Noord-Frankrijk (o.a. D-Day, Caen & Zak van Falaise), België (Slag om de Schelde), Nederland (Market Garden), Luxemburg (Slag om de Ardennen) en Duitsland (Rijn oversteek). Na de Duitse capitulatie kreeg de 21st Army Group de leiding over de door de Britten gecontroleerde zone in het bezette Duitsland. Op 25 augustus 1945 werd het hernoemt in de British Army of the Rhine (BAOR).