De geschiedenis van dit een kleine Brits militair rupsvoertuig start in
1934 met de Vickers Carrier. Vickers ( Groot-Brittannië ) ontwierp dit
voertuig in 1934 en de productie werd in 1935 gestart. De eerste
exemplaren waren soms uitgerust met een anti tank geweer, de .55 inch
Boys ATR. Daarop verschenen vier verschillende varianten van de Vickers
Carrier met een ieder een iets aangepaste opbouw: de Machine Gun
Carrier, de Bren Gun Carrier, de Cavalery Carrier en de Scout Carrier.
In 1939 werd bedacht deze verschillende uitvoeringen te standaardiseren
en de vier varianten te vervangen door een nieuw exemplaar dat bekend
werd als de Universal Carrier cq Bren Gun Carrier. Deze Carriers waren gewoonlijk in gebruik voor transport van
militairen en militaire benodigdheden, vaak bewapend met een .303 inch Bren
Gun machine geweer, vandaar de veel gehoorde algemene benaming Bren Gun Carrier.
Deze Universal Carrier kende verschillende toepassingen, qua bewapening
was dat een Bren Light Machine Gun, de Vickers Medium Machine Gun en een
aangepaste variant de 3-inch mortar carrier. Daarnaast waren er Carriers
die werden gebruikt voor patrouille en observatie, de Britse benaming
voor deze rol, recce cq sqouting word veelal verkeerd naar het
Nederlands vertaald. Bij de Britse Royal Artillery Regiments deden ze
ook dienst als "signals vehicle", "gun tractor" en als "artillery
observation post". Naast het transport van wapens werden ze ook ingezet
voor troepen transport en als ambulance.
In al zijn varianten zijn er in totaal ruim 100.000 exemplaren gemaakt
in Groot-Brittannië en daarbuiten. Het is het de meest gemaakte gepantserde voertuig
in de militaire geschiedenis.Het voertuig is op grote schaal gemaakt en gebruikt in WW II en
erna door vrijwel alle Geallieerden legers.
De sterk verbeterde Amerikaanse uitvoering, de T16, is na de oorlog ook door de Koninklijke
Landmacht in gebruik genomen.
De huidige 'overlevende' Universal Carriers zijn vaak niet meer in geheel originele staat. Door
een gebrek aan onderdelen, oa tracks, en het wegnemen van spatschermen, trek inrichtingen, opstapbeugels e.d. is het
vaak lastig om aan te geven of het origineel een Mk. I of Mk.II was.
De standaard uitvoering zonder extra's zoals die op de Mark II zitten.
De verschillen tussen de No1. No.2 en No. 3 zijn kleine verbeteringen oa
mbt de zitplaatsen en opslag mogelijkheden.
Universal Carrier Mk.II [No.1 en No.2]
Mk.II heeft een schanierbare gepantserde klep bij de bovenkant
van commander' s positie, boven de Bren Gun.
Een ronde stalen railing cq (hand) grip rand aan de bovenzijde
van de opbouw, bij een Mk.I is deze van hout.
Heeft aan de linkerzijde een plaat waarin je je voet kan
plaatsen bij het instappen.
Aan de achterzijde een mogelijkheid om een aanhanger voort te
trekken.
Aangepaste verlichting, waarbij een koplamp van een
verduisterkap is voorzien.
Het verschillen tussen de No.1 en No.2 is dat de No.2 over een gelaste
en waterdichte opbouw beschikt, daarnaast zijn er kleine verbeteringen oa mbt de zitplaatsen, opslag mogelijkheden.
Universal Carrier Mk.III [No.1]
Deze is vrijwel identiek aan de Universal Carrier Mk.II. De verschillen
zijn wederom verbeterde en aangepaste opslag mogelijkheden, wijzigingen
aan het motordek en een nieuw type afscheidingsplaat tussen het voor en
achtercompartiment.
Wasp
Beschikt over een vlammenwerper als bewapening.
De 2" Mortar Carrier en de 3" Mortar Carrier Mk.I en Mk.II.
In totaal zijn er circa 35.000 stuks gebouwd in Groot-Brittannië.
Loyd Carrier
Herkenbaar aan vier ( 2 x 2 ) loopwielen in de tracks. De Loyd Carrier
is in 1940 door de Britse firma Vivian Loyd & Co, als enige carrier
ontworpen en gebouwd als personel carrier, voor het vervoer van acht
personen en was daardoor iets langer als de standaard Universal
Carriers. Er zijn er ruim 15.000 stuks van gebouwd o.a. door:
Aveling & Barford, Dennis Brothers Ltd, Ford Motor Company, Sentinel
Waggon Works en Wolseley Motors. Er zijn drie type motoren gebruikt, de
standaard Britse Ford V8, de Amerikaanse Ford en Canadese motoren.
Dit zijn varianten van de Britse Universal Carrier. In totaal zijn er circa 5.600 stuks
gebouwd in Australië en circa 500 stuks in New Zealand.
- De Canadese uitvoeringen -
Type / Model
Beschrijving:
Windsor Carrier
De Windsor Carrier, is iets langer dan de Britse en herkenbaar aan vier ( 2 x 2 )
loopwielen in de tracks. Aan de achterzijde voorzien van een mogelijkheid om een aanhanger
voort te trekken.
Hiervan zijn er in 1944-1945 circa 5.000 stuks gebouwd in Canada.
De opbouw (hull) is aan elkaar bevestigd met klinknagels.
Universal Carrier
Tijdens WW II, zijn er in Canada in totaal 28.988 stuks Universal Carriers gebouwd in diverse uitvoeringen.
- De Amerikaanse uitvoeringen -
Type / Model
Beschrijving:
T16 Mk.I
Herkenbaar aan vier ( 2 x 2 ) loopwielen in de tracks.
Veelal aan de achterzijde voorzien van een mogelijkheid om een aanhanger voort te trekken.
Hiervan zijn er circa 14.000 stuks van gebouwd in de Verenigde Staten.
De opbouw (hull) is aan elkaar bevestigd met een lasverbinding.
Groot-Brittannië heeft naast de Verenigde Staten ook militaire steun aan
de Geallieerde bondgenoten geleverd, oa is de Universal Carrier geleverd
aan de Belgische Prion Brigade, de Nederlandse Princes Irene Brigade en
er zijn 2.656 stuks geleverd aan het Rode Leger van de Sovjet Unie.
Tevens zijn er 400 stuks Mortar Carriers No.1, Mk.I als militaire steun
geleverd aan het Nationalistische Chinese Leger voor de strijd tegen de
Japanse bezetters.
Foto 1. en 2. Deze Universal Carrier Mark II is in het Tank Museum in het Britse Bovington te zien. Het is een
No.1 Mark II, de onderdelen van de opbouw zijn aan elkaar geklonken en niet aan elkaar gelast, hierdoor is de opbouw niet waterdicht.
Het is in 1940 gebouwd in Shrewsbury bij de firma Sentinel Wagon Company. Het voertuig heeft dienst gedaan als testvoertuig bij het
Military Vehicle Experimental Establishment (MVEE) in Chertsey, Surrey. Met andere woorden het heeft niet actief deelgenomen aan de
oorlog.
Het is een Universal Carrier No. 2 Mark II en is voorzien van de Britse markings van het Dorsetshire Regiment als onderdeel van het 43rd
(Wessex) Division. Bewapening bestaat uit een 2" Motier en en Bren Light Machie Gun, deze laatste ontbreekt hier op dit voertuig.
De Universal Carrier, of Bren Gun Carrier, is in meerdere musea te zien, waaronder de musea van Brussel, Bovington (GB), Duxford (GB),
Saumur (Fr), Delft en Amersfoort. De leger markings op de carrier.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Formation sign:
Ontbreekt, bijvoorbeeld een gekleurde cirkel, vierkant, ruit of driehoek met daarin een cijfer. Hieruit kan je
opmaken tot welke company en troop het voertuig behoorde.
Unit Serial & Arm of Service:
61 = Unit Serial & vierkant(groen) = Arms of Service Arms of Service:
Bij een Infantry Division zijn er gebruikelijk, twee of drie infantry briagdes aangesloten. De Arms of Service, heeft achtereen
volgens de kleuren rood (senior), groen (second) of bruin (junior). In dit specifieke geval is het groen, wat aangeeft dat het
om de tweede (second) infanterie brigade gaat in een "infantry division". ( 130th Infantry Brigade van de 43rd Wessex
Infantry Division ) Unit Serial:
De Unit Serial 61(wit) was in gebruik bij het 4th Battalion van het Dorsetshire Regiment.
De Unit Serial 61(wit) kan niet altijd 1 op 1 vertaald worden naar een unit. Daarvoor moet je weten welke brigade en division
het voertuig toebehoorde, in dit specifieke geval is dat wel duidelijk. Bij het tweede (second) infanterie brigade (130th Infantry Brigade) van het
43rd Wessex Infantry Division zijn de volgende serial nummers in gebruik: 87 = HQ van het Second Infantry Brigade, 130th Infantry Brigade 60 = Senior Infantry Batalion, 7th Battalion Hampshire Regiment 61 = Second Infantry Batalion, 4th Battalion van het Dorsetshire Regiment 62 = Junior Infantry Batalion, 5th Battalion van het Dorsetshire Regiment
Regimental Sign
Rechthoek (blauw) met draak (geel) = Dorsetshire Regiment.
Divisional Sign
Wapenschild met daarin een triomf poort (goudkleurig) : = 43rd (Wessex) Division.
WD Registration: (Census)
(Census Number) Ontbreekt bijvoorbeeld T147955, Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven
door het Britse War Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a.
bij onderhoud in het veld. (T = categorie carriers & tanks.)
Bridge classification:
Cijfer 5 in een gele cirkel, is de gewicht klasse aanduiding.
Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van de bridge classification gelijk of
groter dan die van het voertuig was kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
Het Britse 43rd (Wessex) Infantry Division, was tijdens WW 2 opgebouwd
uit meerdere legeronderdelen, waaronder het Dorsetshire Regiment.
Tijdens WW 2 is het in Normandië in geland en voorbestemd als een
reserve divisie voor de aanval op de Duitse troepen nabij de Odon
rivier. Deze aanval staat bekend als Operation Epsom. Het raakte in juli
1944 betrokken bij de gevechten bij Hill 112, tegen het Duitse 9de SS
Panzer Division. Deze aanval werd afgeslagen door de Duitse troepen, met
als gevolg enorme verliezen aan Duitse en Britse zijde. Tot aan de
uitbraak in Normandië, na de strijd in augustus 1944 in Falaise, boekte
ze goede resultaten in de strijd tegen de Duitsers in Normandië. Het was
de eerste Britse legereenheid die de Seine rivier overstak, na een
aanval op de Duiste troepen in het Franse plaatsje Vernon. Hierna lag de
weg open voor de Britse troepen onder leiding van Gen. Brian Horrocks,
om snel op te trekken door Noord Frankrijk richting België. De Wessex
Divisie speelde daarna in september 1944 een belangrijke rol tijdens
Operation Market Garden, door ondersteuning te geven aan het Britse
Guards Armoured Division.
Tijdens deze operatie voerden zij ook afleidingsactie uit door het
oversteken van de Rijn. Hierdoor was een veiliger aftocht voor het 1st
Airborne mogelijk. Helaas moesten vele manschappen van de 4th Dorsets
achterblijven op de noord oever van de Rijn, toen de Wessex Division
zich ook terug trok.
In oktober 1944 raakte het te samen met Amerikaanse betrokken bij
gevechten om het 'eiland' tussen de Nederrijn en de Waal, welke door de
Duitsers vel verdedigd werd met artillerie. Tijdens het Ardennen
Offensief speelde het een kleine rol, toen het als reserve eenheid was
gestationeerd tussen Luik en Namen, langs de rivier de Maas. Als
onderdeel van het Britse XXX Corps was het in reserve voor Operation
Veritable. Deze grote operatie had ten doel om het gebied tussen de Maas
en de Rijn in handen te krijgen, om vervolgens een oversteek van de Rijn
in Duitsland mogelijk te maken. Bij de oversteek van de Rijn had het een
groot aandeel in de gevechten tegen de Duitsers. Tegen het einde van de
oorlog bereikte het in Noord Duitsland gelegen Cuxhaven.
Operationeel inzetbaar cq actief. ( 24 juni 1944 - 31 augustus 1945 )
Normandië, strijd rondom de rivier de Odon. ( 25 juni - 2 juli 1944 )
Normandië, strijd rondom Caen, oa bij Hill 112. ( 4 juli - 18 juli 1944 )
Operation Market Garden ( Nederland, 17–25 september 1944 )
Gevechten bij de Nederrijn ( Nederland, oktober 1944 )
Battle of the Bulge ( Ardennen, 16 december 1944 – 25 januari 1945 )
Operation Blackcock ( Grens Zuid-Limburg-Duitsland 14–26 januari 1945 )
Foto 4. t/m 6.
Deze Universal Carrier Mark II is in het Imperial War Museum in het Britse Duxford te zien. Het
maakt deel uit van een tentoonstelling en diorama over D-Day en de gevechten in Normandië.
Deze is te aanschouwen in een van de hallen van het museum, de Land Warfare Hall. Deze Universal
Carrier is een No.1 Mark II, de onderdelen van de opbouw zijn aan elkaar geklonken en niet aan
elkaar gelast, hierdoor is de opbouw niet waterdicht. Het voertuig verkeerd in een redelijk
staat van onderhoud, wat ontbreekt is de Bren machine geweer, de trekhaak aan de achterzijde en
een aantal leger tekens (markings).
Deze Universal Carrier No.1 Mark II en is voorzien van de Britse leger tekens (markings) van
het 11th Armoured Division (Black Bull Division) en het daaraan toegevoegde 3rd Battalion
Monmouthshire Light Infantry.
Een toelichting op de leger tekens op deze Universal Carrier No.1 Mark II.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Formation sign:
Ontbreekt, bijvoorbeeld een gekleurde cirkel, vierkant, ruit of driehoek
met daarin een cijfer. Hieruit kan je opmaken tot welke company en troop het voertuig behoorde.
Unit Serial & Arm of Service:
62 = Unit Serial & vierkant (groen) = Arms of Service. Arms of Service:
Een Britse Amroured Division is opgebouwd uit meerdere brigades, waaronder een motorised Infantry Bigade.
De Arms of Service, van deze motorised Infantry Bigade heeft in dit geval de kleur groen. Unit Serial:
De Unit Serial 62(wit) was in gebruik bij het 3rd Battalion Monmouthshire Light Infantry.
De Unit Serial 62(wit) kan niet altijd 1 op 1 vertaald worden naar een unit. Daarvoor moet je weten welke brigade en division
het voertuig toebehoorde, in dit specifieke geval is dat wel duidelijk. Bij het 159th Infantry Brigade van het 11th Armoured
Division zijn de volgende serial nummers in gebruik: 60 = HQ (staf) 159th Infantry Brigade 61 = 4th Battalion King's Shropshire Light Infantry 62 = 3rd Battalion Monmouthshire Light Infantry 63 = 1st Battalion Herefordshire Regiment.
Regimental Sign
Ontbreekt, het symbool is een gevleugelde draak dat voor het 159th Infantry Brigade werd gebruikt.
Divisional Sign
Rechthoek (geel) met stier (zwart), verwijst naar de Britse 11th Armoured Division, bekend als de Black Bull.
Land marker:
Vijfpuntige witte ster, formeel bestaat de Allied White Star
uit een cirkel met daarin de witte 5 puntige ster en is bij de
voorbereidingen voor D-Day ïntroduceerd. De White Star, zonder
cirkel is formeel een land mark symbool in gebruik bij het
Amerikaanse leger. Voor, tijdens en na D-Day was er een groot gebrek
aan verfmallen en witte verf voor de symbolen, daarbij is nogal wat
ïmproviseerd. Na ervaringen in Normandië zijn veel white stars op
voertuigen verwijderd of vervangen door een kleiner model. Reden, de
White Star viel te veel op en werd als vaak als richt en mikpunt
voor Duitse anti tank wapens.
WD Registration: (Census)
(Census Number) Ontbreekt bijvoorbeeld T147955, Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven
door het Britse War Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a.
bij onderhoud in het veld. (T = categorie carriers & tanks.)
Bridge classification:
Cijfer 5 in een gele cirkel, is de gewicht klasse aanduiding.
Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van de
bridge classification gelijk of groter dan die van het voertuig was
kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
Het Britse 11th Armoured Division, ook bekend als de 'Black Bull'
division is een standaard Britse pantser divisie .
Order of Battle: 11th Armoured Division, is opgebouwd uit meerdere
brigades en deze zijn weer opgebouwd uit andere onderdelen.
Daarnaast zijn er nog staf en ondersteunende eenheden. Zo zijn de tanks in deze
divisie zijn alleen in gebruik geweest bij het 29th Armoured Brigade.
Een ander belangrijk onderdeel was de gemotoriseerde infanterie brigade,
de 159th Infantry Brigade.
Deze brigade was opgebouwd uit een staf bataljon en drie gemotoriseerde
infanterie bataljons. Het 3rd Battalion Monmouthshire Light Infantry was
uitgerust met onder anderen Universal Carriers en kwam na D-Day op 14
juni 1944 aan wal in Normandië. Het neemt in de zomer en de nazomer deel
aan diverse operaties in Normandië. Daarna gaat het snel richting
Antwerpen waar zij bij de havensluizen de Duitse troepen weten tegen te
houden bij een tegen aanval. Het verhaal gaat verder in september 1944
waar zij een kleine verdedigende rol spelen aan de zuid flank bij
operatie Market Garden. Voor, tijdens en na de Slag om Overloon raakt
het betrokken bij diverse zware gevechten in de omgeving tussen
Eindhoven, Weert en Venlo. Met name bij Broekhuizen en Kasteel word in
november 1944 dapper gevochten om de Duitsers te verdrijven, het betaald
er een zware tol voor. Vervolgens trekken ze op naar Kleve maar
krijgen het zwaar te voortduren en mogen op sterkte komen in België
tijdens de strenge winter van 44-45. In maart 1945 trekken ze op met het
11th Armoured Division naar het Reichswald en in april 1945 bereiken ze
het Teutenburger Wald. In april 1945 word er nabij Dortmund zwaar
gevochten tegen de laatste fanatieke Duitse weerstand, wederom zijn er
weer zware verliezen en word het bataljon afgelost door het 1st
Battalion Cheshire Regiment.
Foto 7. en 8.
Deze Universal Carrier No.2 Mk.II is in het
Liberty Museum in Overloon (NL) te zien. In het museum word vermeld dat
het om een No.2 Mark II gaat, gebouwd door Ford Motor Company of Canada
Ltd. Of de carrier daadwerkelijk een No.2 is, of een aangepaste No.1 is
mijn niet geheel duidelijk. Tegenstrijdig met wat er vermeld word door
het museum is dat de opbouw bestaat uit aan elkaar vast geklonken
onderdelen, kenmerkend voor een No.1 Mark II. Het was tijdens en na WW II
ook vrij gebruikelijk dat de oudere No.1 carriers werden aangepast.
De verlichting voorop met verduisteringskap er op is iets wat vrij
gebruikelijk was bij de Britse carriers, maar niet standaard werd
toegepast bij de in Canada gebouwde carriers.
Deze carrier verkeerd in een goede staat en is uitgerust met allerlei
Britse leger uitrustingen, waaronder het Britse anti-tank wapen, de PIAT.
Herkomst en gebruik van deze carrier zijn mij onbekend, mogelijk is deze
door de Britten geschonken aan het museum.
Op deze Universal Carrier No. 2 Nk.2 ontbreken Britse leger tekens (markings),
echter het museum vermeld dat deze toebehoord aan het Britse Welsh
Guards en met hun toebehoren is de carrier dan ook uitgerust.
De Welsh Guards is een infanterie regiment van het Britise leger en was
ingedeeld bij de Britse Guards Armoured Division.
Het regiment was tijdens WW II opgebouwd cq gegroeid tot een grote van
drie bataljons; 1st, 2nd en 3th Battalion Welsh Guards
In 1940 tijdens de Duitse Blitzkrieg, heeft het 1st Battalion als
onderdeel van het Britse Expeditie leger (British Expeditionary Force)gevochten
in België. Het 2nd Battalion heeft toen in het Franse Boulogne gevochten
tegen de Duitsers. Tijdens gevechten bij deze Duitse Blitzkrieg in 1940,
is in het Franse Arras de Britse Lieutenant Christopher Furness
omgekomen, het regiment heeft daarvoor haar tweede
Victoria Cross ontvangen. De Welsh Guards waren betrokken bij de
onwaarschijnlijke evacuatie van circa 340.000 Britse en Franse troepen
uit Duinkerke naar Groot-Brittannië.
Het 3th Battalion Welsh Guards heeft in 1943 in Tunesië tegen het Duitse
Afrika Korps gevochten en na de Duitse capitulatie in Noord Afrika,
heeft het ballaljon opnieuw tegen de Duitsers gevochten in Italië tot
aan het einde van WW II.
Na de geallieerde invasie in Normandië hebben het 1st en 2nd Battalion
meegedaan aan de gevechten in Normandië tegen de Duitsers. Zo kwamen
beide op 19 juli 1944 in actie bij gevechten tegen de Duitsers bij het
Franse Cagny Terwijl de beide bataljons zij aan zij vochten werden zij
toegevoegd aan het Britse Guards Armoured Division, waarbij het 1st
bataljon in de rol van een infanterie bataljon en het 2nd bataljon in de
rol van een armoured battalion. De beide bataljons wisten als eerste
geallieerde troepen Brussel te bevrijden op 2 september 1944. Op deze
dag hebben zij voor oorlog begrippen een zeer grote terrein winst
gemaakt, door een opmars van ruim 160 kilometer op een dag. Het 1st en
2nd Battalion Welsh Guards heeft tot aan de bevrijding in Duitsland
meegevochten.
Foto 9. t/m 11. Deze Universal Carrier Mark II
was te zien in Best, op 25 april 2009, tijdens de heropening van het
vernieuwde museum Bevrijdende Vleugels. Het is een No.1 Mark II, de
onderdelen van de opbouw zijn aan elkaar geklonken en niet aan elkaar
gelast, hierdoor is de opbouw niet waterdicht. Op het scheidingsschot
tussen de ruimte van de bestuurder en de ruimte daarachter is een stalen
railing aangebracht. De Bren Machine Gun ontbreekt, de daarvoor bestemde
scharnierbare klep is wel aanwezig.
Op de verlichting aan de voorzijde ontbreekt de verduisterkap op de
verlichting. Aan de achterzijde van de Carrier is de trekhaak aanwezig
en aan de linkerzijde, achter het spatscherm zit de instap beugel.
De huidige Nederlandse eigenaar is mij onbekend, mogelijk is deze
Carrier in eigendom van een reanactment vereniging. Ook is de herkomst
en geschiedenis van deze Carrier bij mij onbekend.
De eigenaar heeft op dit gerestaureerde exemplaar de nodige attributen
bevestigd. Zoals een reserve wiel, een stuk van een track, een sleeptouw
en een water can. Op de achterzijde zien we een schop, een afdekzeil, de
jerrycans en een opgevouwen mount voor een mortier.
Deze Universal Carrier No.1 Mark II en is voorzien van de Britse leger
tekens (markings) van het Guards Armoured Division.
Een toelichting op de leger tekens op deze Universal Carrier No.1 Mark II.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Formation sign:
Ontbreekt, bijvoorbeeld een gekleurde cirkel, vierkant, ruit of driehoek
met daarin een cijfer. Hieruit kan je opmaken tot welke company en troop het voertuig behoorde.
Unit Serial & Arm of Service:
61 = Unit Serial & vierkant(groen) = Arms of Service. Arms of Service:
Een Britse Amroured Division is opgebouwd uit meerdere brigades, waaronder een motorised Infantry Bigade.
De Arms of Service, van deze motorised Infantry Bigade heeft in dit geval de kleur groen. Unit Serial:
De Unit Serial 61(wit) was in gebruik bij het 5th Battalion Coldstream Guards.
De Unit Serial 61(wit) kan niet altijd 1 op 1 vertaald worden naar een unit. Daarvoor moet je weten welke brigade en division
het voertuig toebehoorde, in dit specifieke geval is dat wel duidelijk. Bij het 32nd Infantry Brigade van het Guards Armoured Division zijn de
volgende serial nummers in gebruik: 60 = HQ van het 32nd Infantry Brigade 61 = 5th Batalion Coldstream Guards 62 = 3rd Batalion Irish Guards 63 = = 1st Batalion Welsh Guards, afgelost door het 2nd Battalion Scots Guards
Divisional Sign
Wapenschild (blauw) met rand (rood) en oog (wit) het Britse divisie genaamd: Guards Armoured Division.
Land marker:
Vijfpuntige witte ster, formeel bestaat de Allied White Star
uit een cirkel met daarin de witte 5 puntige ster en is bij de voorbereidingen voor D-Day ïntroduceerd. De White Star, zonder
cirkel is formeel een land mark symbool in gebruik bij het Amerikaanse leger. Voor, tijdens en na D-Day was er een groot gebrek
aan verfmallen en witte verf voor de symbolen, daarbij is nogal wat ïmproviseerd. Na ervaringen in Normandië zijn veel white stars op
voertuigen verwijderd of vervangen door een kleiner model. Reden, de White Star viel te veel op en werd als vaak als richt en mikpunt
voor Duitse anti tank wapens.
WD Registration: (Census)
(Census Number) T203723, Dit is een uniek voertuignummer uitgegeven door het Britse War Department.
Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud in het veld. (T = categorie carriers & tanks.)
Bridge classification:
Cijfer 5 in een gele cirkel, is de gewicht klasse aanduiding.
Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van de bridge classification gelijk of groter
dan die van het voertuig was kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
Het Britse Guards Armoured Division is opgericht op 17
juni 1941 en ontbonden op 12 juni 1945. De Guards Armoured Division
stond onderleiding van de divisie commandant, majoor generaal Sir Allan
Adair. In 1944 kende het Britse leger, drie Armoured Divisions, naast de
tien Infantry Divisions en de onafhankelijke infantry, artillery en
armoured brigades e.d.
Een Armoured Division was opgebouwd uit meerdere infanterie, cavalerie,
artillerie en ondersteunende brigades, regiments en battalions. Op 26
juni 1944, twintig dagen na D-Day, is de divisie in Normandië aan land
gegaan. Het heeft deelgenomen aan de daarop bekende veldslagen tegen de
Duitsers, operatie G3.wood, de Falaise Pocket, de bevrijding van
Brussel, Operatie Marget Garden, de slag om de Ardennen en Operation
Veritable. Aan het einde van de oorlog bevind de divisie zich in Noord
Duitsland, nabij Cuxhaven.
Voor alle duidelijkheid, de Britse Guards Amroured Division is een
pantser divisie die was opgebouwd uit meerdere
brigades, waaronder een Infantry Bigade, het 32nd Infantry Brigade. Deze
infanterie brigade was op zijn beurt samengesteld uit een HQ (staf)
battalion en drie infanterie bataljons. Een van deze drie infanterie
bataljons was het 5th Battalion Coldstream
Guards. Het Britse Coldsteam Guards kende in die tijd namelijk meerdere
bataljons, twee daarvan, het 5th en het 6th waren vanaf 1943 ingedeeld
bij het Britse Guards Armoured Division.
In 1934 bij Vickers ( Groot-Brittannië ) en in Canada bij Ford Motor Company of Canada.
Geproduceerd:
Vanaf 1939 tot eind 1943
Ontwikkeld in:
In 1934 bij Vickers ( Groot-Brittannië ) en in Canada bij Ford Motor Company of Canada; Australië, Nieuw Zeeland en Verenigde Staten.
Aantal geproduceerd:
Exacte aantal geproduceerde Universal Carriers No.2 Mark II zijn
niet bekend, in totaal zijn er circa 35.000 exemplaren van alle
uitvoeringen in de UK gebouwd. Idem in totaal 28.988 exemplaren in Canada.
Gewicht:
4,01 ton (geladen)
Afmetingen:
3,65 x 2,11 x 1,57m
Bepantsering:
7 tot 12 mm.
Motor:
Benzine motor, Ford England, model GAU370, 3,92 liter, V-8, 85pk of Canadese Ford V8 zijklepper.
Max. snelheid:
50 km/u
Max. bereik:
250 km
Bemanning:
Twee tot drie personen.
Bewapening:
2" Motier en een 0.303 inch Bren Light Machine Gun.