De M4A3(76)w is een Amerikaanse medium tank, uitgerust met 76 mm kanon en heeft wet storage voor de opslag van
de granaten. Een opvallend detail is, dat deze tank een T23 geschutskoepel met een 76 mm kanon heeft. Het geheel
werd aangedreven door een benzine motor, Ford GAA, V8, 500 pk. De Britse benaming voor deze tank is: Sherman IV A.
De standaard M4A3 is onder te verdelen in early, middle en late production models. Alle production models hebben
een neus c.q. front dat bestaat uit een geheel, of wel een "one piece nose" welke middels zware bouten aan het
chassis vast zit.
Andere belangrijke verschillen tussen de modellen zijn de kijkgaten in de koepel en die voor de bestuurder. Bij
de M4A3 late model zitten er geen kijkgaten (vision slots) in de 'front' of op de tankkoepel.
Het bij de 'middle' en 'late production models' toegepaste Combination Gun Mount M34A1 is te zien, waarbij
het 76 mm kanon en de .30 cal. MG in een gepantserde plaat zitten. Alle middle en late models hebben een steun
voor het kanon voorop het front.
Zie voor meer informatie de pagina met een overzicht van alle uitvoeringen van de M4 Sherman tanks.
Via het Lend Lease programma leverden de Verenigde Staten aan diverse Geallieerde landen defensie materiaal. De
medium tanks van het type M4A3 zijn in principe niet geleverd aan de Geallieerde landen, wel geleverd post war
WW II.
Foto 2. In het Luxemburgse plaatsje Clervaux, staat een stille getuige van de Slag om
de Ardennen. Deze tank heeft toebehoord aan 'B' Company, 2nd Battalion van het 9th Armored Division en is de
enig overgebleven tank van deze divisie.
Lange tijd werd gedacht dat deze tank toebehoorde aan het 707th Tank Regiment, welke ook in Clervaux actief was.
Deze tank is tijdens de verdediging van het kasteel op 17 december 1944 uitgeschakeld door de Duitsers. Details
over de tank zelf;
Op de tank zijn inslagen van vijandelijk antitankgeschut nog zichtbaar.
Bevestigingspunten, de horizontale ijzeren staven, voor de camouflage is aanwezig.
De .30 cal machine guns in het front en in de combined gunmount ontbreken.
Tracks van het type VVSS met rubberen Chevron pads.
De steun voor het kanon voorop is aanwezig, conclusie het is een middle of late models M4A3.
De M4A3 heeft een T23 geschutskoepel (turret) uitgerust met 76 mm kanon.
De leger tekens (markings) op deze M4A3(76)w in Clervaux in Luxemburg.
- Vehicle Markings -
Marker:
Omschrijving:
Unit marking (1st+2nd):
9▲-2▲ = 9nd Armored Division, 2th Tank Battalion, beter bekend
als "Phantom Division". Deze US Armored Division was o.a. betrokken bij
WW II vanaf september 1944 en heeft zijn eerste "combad" ervaring
opgedaan in de Ardennen. Maar is misschien wel het meest bekend van de
strijd om de brug over de Rijn in Remagen.
Unit marking (3rd):
B-2 = 'B' company, 2nd vehicle.
Land marker:
De witte 5 puntige ster zonder cirkel. Deze marking is van oorsprong
een 'national identification symbol' voor de voertuigen van de Verenigde Staten van Amerika. Deze is in
gebruik vanaf 1943.
Army registration number:
USA 3086700-S = een uniek voertuig nummer uitgegeven door het
Amerikaanse Ordnance Department. Het nummer is voor logistieke zaken te vergemakkelijken o.a. bij onderhoud
in het veld, word ook wel "hood number" genoemd. De 'S' achter het hoodnumber = "suppressed",
geeft aan dat het niet was toegestaan om een radiozender in het voertuig te hebben. Allied White Star: De
witte 5 puntige ster.
Deze marking was WW II in gebruik bij alle Geallieerde legers, vanaf de voorbereidingen op D-Day.
Bridge classification:
Het cijfer 30 in een gele cirkel, is een gewichtsklasse aanduiding.
Bruggen kregen ook deze classificatie, indien het cijfer van een Bridge classification gelijk of groter dan
die van het voertuig was kon de brug het gewicht van het voertuig houden.
Op 16 december 1944 begint de Duitse tegenaanval in de Ardennen. Op 17 december werd Clervaux aangevallen door
het Duitse 5de Pantser Leger, onderleiding van Manteuffel. In Clervaux bevindt zich opdat moment het 110th
Infantry Regiment (28th Infantry Division Pennsylvania National Guard) onderleiding van kolonel Hurley Fuller.
'B' Company van het 2nd Tank Battalion is daaraan toegevoegd.
In de ochtend breken twee Duitse panzer pelotons, met Panzer IV tanks en 30 half tracks met grenadiers van het
2nd Panzer Division en Panzer Lehr korps, door de verdediging buiten Clervaux heen en zetten direct koers naar
Clervaux.
Kolonel Hurley Fuller vraagt met spoed steun in de vorm van tanks aan. Tijdens de hoogte punt van de strijd om
11:30u arriveert de gevraagde hulp, Sherman tanks van het 707th Tank Battalion. Direct hierna werd de
Amerikaanse tegenaanval ingezet, echter de rechterflank werd door de Duitsers na een zware strijd uitgeschakeld.
Om 15:00 uur was Clervaux geheel omsingeld door de Duitse troepen.
Kolonel Hurley Fuller had toen ook geen radiocontact meer met zijn troepen. Tegen de avond trokken de Duitsers
het in brandende en zwaar gehavende Clervaux binnen. Een handje vol Amerikaanse soldaten en hun kolonel Fuller
wisten in de avond met behulp van een inwoner uit Clervaux te ontsnappen en door de Duitse linie heen, via de
bossen de eigen troepen te bereiken.
Van 17 tot en met 18 december 1944 werd de Duitse opmars tegen gehouden en dit betekende een ernstige vertraging
van het Duitse offensief. De gevechten bij Clervaux staan bekend als de “the Bloody Bucket”. Op 25
januari 1945 werd Clervaux bevrijd door het 26th Infantry Division“Yankee Division”.
- September 1944 aankomst in Normandië en hebben tot dan toe nog geen enkele gevechtservaring.
- 23 oktober 1944, opgedeeld in 3 Combat Commands, verantwoordelijk voor de rustige sector bij de Duits-
Luxemburgse grens.
- 16 december 1944, start Duitse operatie "Wacht am Rhein", 9th AD, d.w.z. CC A, CC B en CC R waren
verspreid over 3 lokaties.
- 16 december 1944, zware gevechten tussen het CC B van het 9th AD en Duitse eenheden van 5de Panzer Armee nabij
St.-Vith (B).
- 16 december 1944, zware Duitse beschietingen op CC A nabij Beufort (Lux) en nabij Echternach (Lux).
- 19 december 1944, CC A en CC R betrokken bij zware en uitputtende gevechten bij het beleg van Bastogne.
- 26 december 1944, de Duitse omsingeling van Bastogne word doorbroken door het 4th Armored Division.
- 7 januari 1945 rust en voorbereiden van een nieuwe aanval, om de in Luxemburgse rivier de Rur over te steken.
- 28 februari 1945 start de aanval en de divisie trekt snel op naar het Rheinbach (D) nabij Bonn, taak verkennen
van Remagen.
In Remagen werd de brug over de Rijn intakt aangetroffen en na gevechten de brug op 7 maart 1945 overmeesterd
vlak voor dat het door de Duitsers opgeblazen zou gaan worden.
Na de oversteek van de Rijn gaat de divisie richting de rivier de Lahn, nabij Limburg an der Lahn, waar
Geallieerde krijgsgevangenen werden bevrijd. Vervolgens ging het naar Frankfurt en nam deel aan de gevechten bij
de Ruhr Pocket.
Van daaruit ging het naar het oosten van Duitsland, in april werd Leipzig omcirkeld en de Mulde rivier werd
veilig gesteld.
De 9th division vervolgde zijn opmars naar Tsjecho-Slowakije en was daar toen Duitsland capituleerde.
De divisie is ontbonden op 13 oktober 1945.
Foto 1. en 3 t/m 5. Deze M4A3(76)w staat in het Belgische plaatsje Beffe. In 1985 is
de tank verplaatst vanaf zijn originele plaats naar het centrum van Beffe. De tank is daarna overgeschilderd,
waarbij de met zwarte verf gemaskeerde Allied White Star is verdwenen.
Toen de tank nog op zijn oude plek stond waren de motorluiken bovenop de tank al verdwenen en deze zijn in 1985
vervangen door niet originele luiken van een M76. O.a. de tracks ontbreken, of deze nu onklaar zijn gemaakt door
de bemanning en na WW II zijn meegenomen door schroothandelaren is puur speculatie, de waarheid is mij niet
bekend. Het einde van deze tank, een laat model M4A3(76)w van juni 1944, is niet 100% duidelijk.
Mogelijk was het een van de zeventien Shermans van 3rd Armored Division die toegevoegd waren aan
Task Force Hogan.
Situatie: de tank eenheid waartoe de tank behoorde was omsingeld en men moest lopend vluchten.
Uitgeschakeld: De tank is op bevel van het Amerikaanse leger onklaar gemaakt, nadat munitie en brandstof op waren.
Locatie: direct naast de weg, in een greppel bij een weiland direct aan de weg N841 tussen Samrée en Amonines.
Data: 22 - 25 december 1944
Of ?
Mogelijk was het een van de Shermans van het 771st Tank Battalion, voor ondersteuning toegevoegd aan het 84th
Infantry Division.
Situatie: de tank eenheid waartoe de tank behoorde was in de aanval en verdreef de Duitsers.
Uitgeschakeld: De tank is op een landmijn gereden en achtergelaten, maar waarom is hij dan niet gelijk
weggesleept of hersteld?
Locatie: direct naast de weg, in een greppel bij een weiland direct aan de weg Route d'Amonines tussen Magoster
en Beffe. Net buiten Magoster.
Data: 4 - 5 januari 1945
De tank draagt als memorial een drietal herdenking plakkaten:
1924-1918 1940-1945 Aux combattants prisonniers et deportes la commune de Beffe reconnaissante.
Het 771st Tank Battalion.
Task Force Hogan 3rd Armored Division "Spearhead".
In dedication to the officers and men of
'Task Force Hogan'
now designated:
3rd BN, 33rd Armored Regiment "Pickles"
3rd Armored Division "Spearhead".
Task Force Hogan:
HQ 3rd BN, 33rd Armored Regiment 'A' Company 33rd Armored Regiment
'A' Company 83rd Reconnaissance Battalion 1st Platoon 'C' Company, 83rd Recon. Battalion
'A' Battery, 54 FA Battalion Section of 486th AAA Battalion
Op 16 december 1944 om 5:30u begint de Duitse tegenaanval in de Ardennen. Het Duitse 116th Panzer Division
tezamen met het 560th Volks Grenadier Division trekken van uit het oosten op richting La Roche.
Het Amerikaanse leger wil deze voorspoedige Duitse aanval tot stilstand brengen en start een tegenaanval met een
aantal Task Forces, eenieder samengesteld uit meerdere leger onderdelen.
Zo krijgt Task Force Hogan, bijgenaamd Hogan's '400', de opdracht om vanuit het noorden via Beffe, Marcouray en
Samree op te trekken naar La Roche. Nabij Samree, liep de aanval van Task Force Hogan vast op een veel te sterk
Duits front van artillerie en infanterie troepen. Een belangrijke tankeenheid van Hogan werd daarop verzameld
west van Devant-Tâve. Deze eenheid bestond uit zeventien Sherman-tanks en twee rupsvoertuigen. De
brandstofvoorraad was minimaal: te weinig om terug te trekken of een gevecht aan te gaan. Geconfronteerd echter
met een numeriek sterkere Duitse eenheid in Beffe besloot Hogan zijn Task Force samen te trekken op een hoge
heuvel nabij het zuidelijker gelegen Marcouray. Brandstof, munitie en medische voorraden waren nu zo goed als op
en er waren veel gewonden die verzorgt moesten worden.
Vervolgens werd op 22 december 1944 werd Task Force (TF) Hogan ingesloten door de Duitse troepen van de 560th
Volks Grenadier Division in Marcouray. Een Duitse officier riep de Amerikanen op zich over te geven, maar de uit
Texas afkomstige LtC Samuel M. Hogan (3rd Battalion 33rd Armored Regiment 3rd Armored Division "Spearhead")
weigerde en daagde de Duitsers uit om de strijd aan te gaan.
General Rose nam via de radio contact op met LtC Hogan en gaf de order om alle tank en overige voertuigen onklaar
te maken.
De Amerikaanse GI's gebruikten vet van de tanks om hun gezichten zwart te maken zodat ze in de nacht door de
Duitsers (Krauts) minder gauw herkend konden worden.
Op 25 december 1944, een steenkoude winterse Kerstavond, wisten de Gi's van TF Hogan door de vijandelijke linies
heen, het 3rd Armored Division "Spearhead" in Beffe te bereiken. Dit gebeurde met achterlating van de
gewonden en een aantal manschappen die hen verzorgden. In de periode na WW II, wilden de veteranen die dit
hadden meegemaakt en overleefd er eigenlijk niet meer over deze verschrikkingen praten.
Het genoemde 771st Tank Battalion was een onafhankelijk tank bataljon en trok vanaf 20 december 1944 op met 84th
Infantry Division.
Het 335th Infantry Regiment, onderdeel van het 84th Inf Div, heeft op 4-6 januari 1945 hebben zij Beffe bevrijd.
Het 771st Tank Battalion verleende daarbij ondersteuning aan het I en K Company van het 335th Inf Reg. Zei
trokken op 6 januari 1945 op naar Beffe vanaf Devant-Tâve.
3rd Armored Division, "Spearhead" is een grote "heavy" pantser divisie en heeft tijdens WW II zwaar strijd
geleverd tegen de Duitsers in West-Europa. Ze kwamen voor het eerst in actie op 29 juni 1944, dus na de D-Day
landingen in Normandië. Onder bevel van Major General Leroy R. Watson, verloopt de battle tour via de bekende
slagvelden, zoals de Falaise Pocket, Hürtgenwald, Battle of the Bulge. Spearhead heeft daarbij behoorlijk zware
verliezen geleden. Na Bastogne, op 7 februari 1945 neemt Major General Maurice Rose het bevel over en bezoekt
frequent zijn jongens bij de frontlinie, dit werd hem fataal. Op 31 maart 1944 werd hij in het Duitse Paderborn
doodgeschoten. De dood, van de bij zijn mannen populaire Major General, van Joodse afkomst, had een enorme
impact op de motivatie en vechtlust van de Amerikaanse troepen in Europa. Voor meer info kijk op de link van
Spearhead, onder aan de pagina.